Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
(1648)–Dirck Pietersz. Pers– AuteursrechtvrijStemme: Het daghet uyt den Oosten, &c.
DEs Hemels Burgerije verkondight met geschal
Een over-blijde maere, die ick u singen sal:
Een over-blijde maere, etc.
2 Daer is een Kind geboren te Bethlem in een stal,
Wiens Sterre men siet blincken en schijnen over al:
Wiens Sterre men siet blincken, etc.
3 Een Kind, doch uytverkoren, Emanuel die Heer,
Daer yeder voor moet knielen, en kennen sijne leer:
Daer yeder voor moet knielen, etc.
4 Dat voor de sachte pluymen, voor sticksels en zatijn,
Moet rusten in een Krebbe op 't stroy by Os en Swijn,
Moet rusten in een Krebbe, etc.
5 Een Kind dat voor de tijden, voor eeuwigh was by God,
Schijnt nu veracht door 't lijden, en tot des Werelds spot:
Schijnt nu veracht door 't lijden, etc.
6 Dat al om onse sonden moet wesen arm en slecht,
Om ons by Godt te kroonen, met rijckdom en met recht:
Om ons by Godt te kroonen, etc.
7 Dat ons des Hemels vrede, der menschen lust en vreughd,
Des Vaders glantz en eere, verkrijght door sijne deughd:
Des Vaders glantz en eere, etc.
| |
[pagina 34]
| |
8 De Wereld komter rasen, Herodes als verwoet,
Wil sijne handen wasschen in dit onnoosel bloed:
Wil sijne handen wasschen, etc.
9 Ghy Vorsten ghy sult sterven, so ghy de vrome schent,
Want Godt sal u vernielen als hy sijn blixem sent:
Want Godt sal u vernielen, etc.
10 Ghy Princen en ghy Heeren, of menschen wie ghy zijt,
Valt uwen Godt te voete, en weest met ons verblijt:
Valt uwen Godt te voete, etc,
|
|