| |
| |
| |
Lijst van eigennamen.
Abraham, aartsvader; in Abrahams scoot, 8381. |
Alangremande, verbogen vorm van Alangremant, zie ald. |
Alangremant, een ridder uit het rijk van koning Amadijs, en tegenstander van Walewein, 2343, 2371, 2376, 2387, 2407. |
Alangremante, verbogen vorm van Alangremant, zie ald. |
Alene, hertoghinne, tante van Roges, 5720. |
Alexander, Alexander de Grote, 7902. |
Alidrisonder, Alidrizonder, de zoon van koning Wonder, 812, 996, 1141, 1332, 3256, 5706, 8481, 9595, 10899, 10937, 10962. |
Alidrisondre, Alydrisondre, verbogen vorm van Alidrisonder, zie ald. |
Alydrisonder, zie Alidrisonder. |
Amadi, Amadijs, een koning (episode van de cnape met het kreupele paard), 1892, 2023, 2998. |
Amoraen, een koning (hij bezit het zwaard met de twee ringen), 1269, 3022, 3029, 3138, 5247. Vgl. Amorijs. |
Amorijs, deze naam gebruikt Vostaert voor Amoraen (zie het vorige), 9410, 9455, 9548, 9551, 9557, 9565. |
Amorise, verbogen vorm van Amorijs, zie ald. |
Aertur, Artur, de koning van Bretagne, Waleweins souverein, 1, 32, 33, 62, 66 en passim. |
Arture, verbogen vorm van Artur, zie ald. |
Assentijn, een koning, vader van Waleweins geliefde Ysabele, 3455, 5709, 7955, 8072, 8166, 8187, 8248, 8317, 8475, 11079, 11158. |
Assentine, verbogen vorm van Assentijn, zie ald. |
Bancram, Bancran, een ridder uit het rijk van koning Amadijs, broeder van Alangremant, en tegenstander van Walewein, 2347, 2404. |
Barbeline, een schone jonkvrouw(?) in de vergelijking van Ysabeles schoonheid, 3440. |
Barlabaen, de duivel, 9741. |
Besebuc, de duivel; Besebucs cnape, 8243. |
Cardoel, een der hoven waar koning Artur verblijf houdt, 1586, 1709, 11055. |
Cardole, verbogen vorm van Cardoel, zie ald. |
Carlicen, (verschrijving voor Carlioen) het hof van koning Artur, 34, 101, 714. Vgl. Cardoel (er blijkt uit de tekst niet dat Artur
|
| |
| |
inmiddels van residentie is veranderd). |
Christus, in afkorting 3631; zie Jhesus. |
Duvengael, een ridder aan Arturs hof, 40. |
Elene, de schone Helena van Troje, in de vergelijking van Isabeles schoonheid, 3437. |
Endi, burcht (?) oflandstreek (Indië) waar koning Assentijn en Isabele wonen; verre in gont Endi / in enen casteel, 3457; inden casteel van Endi, 4930. |
Estor, een ridder aan Arturs hof, broeder van Lanceloot, 10005, 10015, 10021, 10032, 10043, 10047, 10096, 10181, 10188, 10201, 11152. |
Estore, verbogen vorm van Estor, zie ald. |
Gravein, een heilige; bi sinte Gravein, 1810. |
Gringolet, het paard van Walewein, 137, 171, 306, 314, 367, enz. |
Gring(h)olette(n), verbogen vormen van Gringolet, zie ald. |
Hisike, zie Ysike. |
Irlant, Ierland; sconinx dochter van Irlant (de overleden echtgenote van koning Amoraen), 3149. |
Jhesus, bi Jhesus Christus van Nazarene, 3631. |
Keye, een ridder, tevens ‘drossaert’ aan Arturs hof, 43, 172, 173, 181, 186, 189, 193, 281, 1718, 1737, 1747, 5056. |
Keyen, verbogen vorm van Keye. |
Lanc(h)eloot, lanceloet, een ridder aan Arturs hof, Estors broeder, 40, 1759, 3199, 10004, 10008. |
Leversee, zie woordenlijst. |
Lyaert, het paard van de verslagen roofridder, dat Walewein gebruikt nadat hij Gringolet heeft uitgeleend, 1641, 2176. |
Maria, Marie, de Heilige Maagd, 248, 4194, 4268, 4964, 5011, 7334, 9939. |
Marien, verbogen vorm van Maria, zie ald. |
Michiele, verbogen vorm van Michiel, een heilige, 4798, 4908, 6685. |
Nazarene, Nazareth, 3631. Vgl. Jhesus. |
Olympias, een schone vrouwe (moeder van Alexander de Grote?), in de vergelijking van Ysabeles schoonheid, 3427. |
Parijs, de stad Parijs, 712, 973. |
Penninc, dichter van het eerste deel van de jeeste, 23, 11173, 11179. |
Penninge, verbogen vorm van Penninc, zie ald. |
Perchevael, een ridder aan Arturs hof, 39. |
Pieter, zie Vostaert. |
Ravenstene, de burcht van koning Amoraen, 2874, 3014, 3632, 9477, 9507, 9543, 9585, 9897. |
Roges, de betoverde prins in de gedaante van een vos, en Waleweins helper, 5158, 5316, 5434, 5745, 5818, 5885, 5959, 6009, 6025, 6151, 11049, (11087), 11121, 11125. |
|
| |
| |
Roges, vader van de betoverde prins, koning van Ysike, 5320, (11087), 11111. |
Rome, de stad Rome, 3428, 3431. |
Torabene, een schone vrouwe (?), in de vergelijking van Ysabeles schoonheid, 3438. Of: Corabene? vgl. aant. |
Troyen, Troje; die ystorie van Troyen, 7901. |
Venus, de godin der liefde, 3425, 3446. |
Verghine, een schone vrouwe (?), in de vergelijking van Ysabeles schoonheid, 3439. |
Vostaert, Pieter Vostaert, de dichter van het tweede deel van de jeeste, 11177, 11187. |
Walewein, Waleweyn, Walewijn, hoofdpersoon van de jeeste, neef van Artur en ridder aan diens hof, 41, 106, 128, 136, 162, en passim. |
Waleweine, Waleweyne, verbogen vorm van Walewein, zie ald. |
Wonder, een koning (hij heeft het schaakspel in zijn bezit), 783, 811, 834, 907, 936, 995, 1079, 1081, 1331, 3255, 8480, 8498, 9594, 10896, 10936, 10961, 11025. |
Wonder, het land van koning Wonder, 782, 1144, 1221, 5705, 11058. |
Wondre, verbogen vorm van Wonder, zie ald. |
Ydiere, verbogen vorm van Ydier, een ridder aan Arturs hof, 3198. |
Yerlant, Ierland; Ysaude van Yerlant, 3441. Vgl. Ysaude. |
Ysabele, Ysenbele, Waleweins geliefde, de dochter van koning Assentijn, 3423, 3443, 7838, 7841, 7921 en passim. |
Ysabelen, Ysenbelen, verbogen vorm van Ysabele, zie ald. |
Ysaude, een schone vrouwe (?), in de vergelijking van Ysabeles schoonheid, 3437. |
Ysaude van Yerlant, Tristans geliefde, beroemd om haar schoonheid, 3441. |
Ysaude metter witter hant, Tristans gemalin, 3442. |
Ysemgrijm, de wolf uit de fabels, 8588. |
Ysike (= Hisike), het rijk van koning Roges, de vader van de betoverde prins, 5320, 5722, 11015, 11086, 11111. |
Ywein, een ridder aan Arturs hof, 39, 3203. |
|
|