Arlekijntje(ca. 1926)–Jan Peeters– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] [pagina 21] [p. 21] De bloemen helpen Toen de bloemen wakker werden Keken alle vreemdlijk op. Vele schrokken zoo geweldig Dat weer sloot hun bloemenknop. ‘Is dat 't lieve Arlekijntje? He!... wat is daarmee gebeurd?’ Vroeg een groepje anjelieren Die van schrik waren verkleurd. ‘Alle kindren krijgen kleedjes, Kermis brengt hun lach en feest; Niemand kan voor mij iets koopen, Moeder is lang ziek geweest.’ Rozen en vergeet-mij-nietjes, Rekten hunne kopjes uit; Gouden kevers kwamen luistren Naar dat jammerend geluid. Blinkend blad en groene stengels Vlocht men tot een rijke kroon; En daar stond ons Arlekijntje Als een bloemenkindje schoon. Vorige Volgende