Arlekijntje(ca. 1926)–Jan Peeters– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [pagina 13] [p. 13] Onder speeltijd Zoodra 't voor speeltijd heeft gebeld Staan al de kinderen druk te praten En raken vast niet uitverteld. - ‘Wat heeft uw moeder meegebracht?’ - ‘Dat kan niet één van allen raden! Geen mensch heeft iets als ik bedacht!’ - ‘Gij boft en jokt gelijk altijd’ - ‘En toch zult ge niets weten!’ - ‘Och, kom, niet één die u benijdt!’ Zoo plaagt en prikkelt dat elkaar. Geen enkel laat zich echter vangen; Zij worden dra de list gewaar. Wie niets vertelt en ook niets vraagt Is 't guitig Arlekijntje. Hij doet of alles hem mishaagt... Vorige Volgende