Arlekijntje(ca. 1926)–Jan Peeters– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] [pagina 9] [p. 9] Zijn huisje Dicht bij de bergen staat een huis, Daarin woont Arlekijntje; Achter het huisje ligt een tuin, Daar spuit een klaar fonteintje. Aan al de raampjes van het huis Groeien en geuren bloemen; En Arlekijn kan één voor één Hun lieve naampjes noemen. Achter 't gordijn van blad en bloem Waar vogeltjes zich roeren, Ziet men het snoeperig gezicht Van Arlekijntje loeren. Vorige Volgende