Wat word ik later

[p. 5]

[Wat word ik later?]

Het is nog vroeg op de maandagochtend. De leerlingen van de St. Bernadette school zitten al in de klas maar de les is nog niet begonnen. Er wordt volop gelachen en gestoeid. De meisjes praten over de spannende film die ze de avond van tevoren gezien hebben en vooral over de knappe hoofdrolspeler.

De jongens pesten de meisjes en lopen mekaar stoer uit te dagen. Dan roept de Juf dat de les gaat beginnen en vraagt om hun aandacht. Ze heeft zonet wat op het bord geschreven. Ze gaan allemaal zitten en richten hun aandacht op het bord.

‘Wat word ik later?’

De juffrouw leest de vraag hardop samen met de leerlingen.

Ze vertelt dat de leerlingen vandaag over dit onderwerp een stuk gaan schrijven.

Waar moet het stuk precies over gaan:

A.	Kies een beroep dat je later, als je groot bent, zou willen uitoefenen.
B.	Waarom kies je voor dat beroep?

Ze krijgen even de tijd om erover na te denken en moeten voor het eind van de les de vragen A en B beantwoord hebben.

[p. 6]

Dario denkt hardop na, wat wil hij later worden? Hij roept wel vaker dat hij marinier wil worden maar wil hij dat nou echt? Marinier zijn is best stoer want dan heeft hij zijn eigen geweer en loopt hij de hele dag in camouflage-kleding met stevige laarzen. Zullen de meiden vast wel cool vinden, toch? Hij is even stil...

[p. 7]

Maar aan de andere kant, dan staat hij wel elke dag in de hete zon.

Hij weet niet zo goed of hij daar wel zin in heeft. Misschien dan maar liever een kantoorbaan? Dan zit hij wel lekker in de airco.

Jharmal die naast Dario zit, zegt; ‘Wacht even, ik weet wel wat beters waarom wordt je niet politieagent?’

[p. 8]

Je hebt dan toch een stoere baan en je hoeft echt niet de hele dag in de zon te lopen’.

‘Oh ja! En dan heb ik toch een wapen!’ roept Dario.

‘De dieven hebben ook wapens’, zegt Shakyara die vlak naast hun zit.

‘Ze kunnen ook zo een kogel door je hoofd schieten!’

De andere leerlingen beginnen te lachen.

[p. 9]

De juf roept om orde in de klas. ‘Jullie mogen best met elkaar over de opdracht praten maar hou het rustig zodat iedereen op zijn gemak kan nadenken en aan de opdracht werken!’

Dario houdt zich stil en denkt: ‘Toch maar niet, zucht. Misschien dan manager?

Of een eigen zaak?’ Hij schrijft op: Eigen zaak/ de Baas!

[p. 10]

Marian, die een eindje verderop zit, afgezonderd van de rest, heeft geen idee wat ze later wilt worden. Er komen allerlei beroepen in haar op maar er is nog geen klik.

Lerares.. secretaresse.. douane..

[p. 11]

Clarita discussieert met Anna over wat nou echt een leuk beroep zou zijn.

Er is zoveel om uit te kiezen, waar begin je? ‘Ik ben helemaal in de war!’

Ze zou wel modeontwerpster, zangeres of zelfs danseres willen worden en dat laatste kan ze ook echt goed, vindt ze zelf. Of kapster dat lijkt haar ook prachtig, lekker bezig zijn met mensen mooi maken. Doet ze ook graag bij haar vriendinnen: aan hun haar zitten, wassen, drogen, vlechten etc.

Vroeger was ze ook al met de haren van haar poppen bezig.

Trouwens een kapster heeft ook altijd werk, hoewel, je moet dan wel een hele goede kapster zijn.

Anna zegt: ‘Neem je dat toch als je eerste keus!

Ik word toch eerst model, en daarna accountant of zoiets.’

[p. 12]

Isis en Sharon zitten samen aan tafel en dromen al van hun eigen kledingzaak.

‘We zullen verschillende bekende modemerken verkopen en kunnen achter in de winkel een naaiatelier hebben om zo ook onze eigen merk te verkopen’.

‘En hoe zal de zaak dan heten?’. Misschien iets met onze namen? Is-sha of zo?’.

‘En waarom niet Sha-Is?’ zegt Sharon geïrriteerd.

[p. 13]

Kendra zit met Shekar mee te denken.

‘Ik weet het echt niet hoor! Voel mij nog steeds veel te jong om nu al met zekerheid te zeggen wat ik later word.’ Shekar: ‘Nou ja, dan verzin je toch maar wat’. ‘Vind het best moeilijk’, antwoordt Kendra, ‘Ik kan wel wat verzinnen maar het voelt dan toch niet helemaal echt aan, snap je? Ik moet er toch met passie over kunnen schrijven.

Wat zeg je dan bijvoorbeeld bij bakker? Wat geef je op als reden bij vraag B?

Ik word bakker omdat...?’

[p. 14]

‘Hahahaha, dat is best makkelijk,’ antwoordt Shekar.

‘Omdat je lekker de hele dag gebakjes wil eten! Waar het hart van vol is loopt de mond van over! Hoe kom je anders op bakker uit?’

‘Nou ja, hou je mond, ik zeg ook maar wat’. Kendra is gelijk op haar teentjes getrapt.

Shekar droogt zijn ogen. Hij moest net zo hard lachen dat zijn ogen ervan gingen tranen.

Dan wordt hij weer serieus: ‘Ik houd echt van de natuur en van lekker buiten zijn.

Maar mijn opa verbouwt groenten en we eten er altijd lekker veel van, echt gezond.

Hij verdient ook best wel goed. Ik loop vaak met hem mee op het land en heb inmiddels al zoveel van hem geleerd.

Denk dat ik dan eerst wat doorstudeer om zakelijker sterker in mijn schoenen te staan, hoe noem je dat nou, marketing of zo? Dan kan ik met dat inzicht meer verbouwen en verhandelen. Zo komt er veel meer geld binnen.

Zal opa ook vast trots op mij zijn!

Ja! Ik word landbouwer en dan wel een hele rijke!’

[p. 15]

Marian denkt door, wat vindt ze nou echt leuk???

Misschien wel apothekersassistent zoals haar oom? Kan ze allerlei medicijnen mixen en zo.

Of misschien een baan als DJ bij de radio zoals haar neef Michael?

Of rechter? Jeetje, er is zo weinig leuks!’

[p. 16]

Aida: ‘Ik wil graag mensen helpen.

Dokter worden zou in dit geval het beste zijn, maar dan moet ik wel heel lang door studeren.

En ik wil zo snel mogelijk geld verdienen om mijn moeder alles te kunnen geven.

Ik denk dat ik de verpleging inga, de studie is korter en het is ook echt dankbaar werk.

Met het verplegen zal ik veel mensen beter maken.

Ik zit dan tussen allemaal dokters. Hopelijk wel hele knappe!

Trouw ik dan toch nog met een dokter, denkt ze met een glimlach op haar gezicht.

[p. 17]

Joshua weet het al heel lang, hij wordt dierenarts!

Ook al zegt papa dat hij dan beter voor mensendokter kan studeren.

Hij is zo gek op dieren en dierenartsen hebben ze hier nog niet veel van.

Het is dus een beroep dat echt hard nodig is. Net als mensen hebben ook dieren hulp en zorg nodig en daar gaat hij zeker voor zorgen.

[p. 18]

David heeft zijn handen voor zijn ogen maar hij ziet het al helemaal voor zich, zijn toekomst is zonnig! Hij heeft een bijzonder talent, hij kan heel goed voetballen en hoeft dus niet verder na te denken. Zijn voetballeraar zegt het ook altijd: als hij hard door traint, zou hij het heel ver kunnen schoppen.

[p. 19]

Zijn vader moedigt hem ook altijd aan en is altijd mee op training. Hij wil Suriname later tijdens de wereldkampioenschappen vertegenwoordigen, wanneer hij dan voor Ajax of Feyenoord speelt zal iedereen roepen: ‘Die David Durhan is the best! En hij komt uit Suriname.’ Ja, er is geen twijfel mogelijk, hij wordt profvoetballer!

[p. 20]

Marian ziet iedereen schrijven ze heeft zelf nog helemaal niets op papier staan.

‘Mama is huisvrouw en dat was oma ook al. Ik wil dat helemaal niet, het zijn meestal de mannen in de familie die het geld in net laadje brengen. Ik wil mijn eigen centjes verdienen, ik wil gaan en staan waar ik wil, maar wat word ik dan?

Ik ben altijd wel een dromer geweest en ik houd van avontuur, wil het liefst de wereld verkennen of nee, veel verder, het universum!’

Sterren kijken is wat ze in de avond het liefst doet. ‘Astronaut worden, dat zou gaaf zijn! Maar dadelijk lachen ze me uit. Piloot klinkt wat meegaander maar ik wil verder. Zou de juf mij uitlachen als ik Astronaut opschrijf?’

[p. 21]

‘Dan word ik kunstenares!’, roept Anna.

Anna is van kleins af aan altijd aan het tekenen en schilderen, volgens haar ouders doet ze niets anders. Het is ook haar grootste hobby. ‘Ik win altijd alle tekenwedstrijden, trouwens iedereen zegt het ook altijd, kind je hebt gewoon talent! Jij wordt de volgende Rembrandt! Ik ga straks naar de kunstacademie en open later mijn eigen galerie /atelier, dan reis ik de wereld rond om te exposeren.’

[p. 22]

Danny weet het eigenlijk ook al, hij is altijd aan het bouwen, knutselen, dingen in elkaar zetten, daarbij maakt hij gebruik van lego, stenen, zand, alles wat hij kan vinden, zelfs zijn moeders wasknijpers.

Hij kijkt ook altijd naar gebouwen en weet precies wat hij anders zou doen om ze aantrekkelijker te maken. Later zal hij prachtige gebouwen neerzetten en de hoogste wolkenkrabber van Suriname bouwen. Hij wordt architect! Zijn land verfraaien met ultramoderne gebouwen.

[p. 23]

Terug bij Marian, ze denkt na: ‘Blijft het astronaut of wordt het astronaute als je vrouw bent?

En bij vraag B, waarom wil ik dat zo graag? ‘Lekker avontuurlijk’ is niet echt een reden.

Even kijken...: nieuwe planeten ontdekken, op onderzoek uitgaan, bijvoorbeeld op zoek naar buitenaards leven, want daar geloof ik echt in!

Waarom zou God alleen de aarde hebben geschapen. Heeft ie daarna gewoon zitten chillen?

Nee, hij zal best flink bezig zijn geweest. Tegen de tijd dat ik groot ben en mijn beroep uitoefen, hebben we al zeker contact met buitenaardse levensvormen.

Ja, dat schrijf ik rustig op. Kan mij het schelen als ze me uitlachen, ze zullen later wel over mij lezen’.