20 january
's Morgens 11 uuren werd een publicaatie van het stadshuis door den secretaris I. Groen afgeleezen (hebbende een detaciment burgers voor hetzelve de wagt), hoofdzaaklijk behelzende dat, door het verlaaten van deze lande door Zijn Hoogheid en deszelfs Huis en het bemagtigen en overgeeven van verscheide Hollandsche steeden aan de Franschen, nevens de verwarringen die daardoor plaats hadden en nog ontstonden, het de zaak was van ieder burger, met voorbijgaan van voorige of tegenwoordige verschillende denkbeelden, de handen ineen te slaan om dus gezamentlijk persoonen en goederen te kunnen beschermen tegen eenieder, dat de burgerij ten dien einde de voorhanden zijnde geweeren kon afhaalen, daarmede na de Doelen gaan en zig zelve officieren en onderofficieren verkiezen. Een vrij algemeen ‘hoezee’ beantwoorden deze publicaatie en schoon daarin van geen nationaale cordes gesprooken werd, zag men tog al eenige dezelve dragen.
's Middags een uur op het Doelenplein gekoomen, formeerden de gewaapende burgers aldaar een kring in welks midden men zag als voorgangers de voorgenoemde Klaver, Fladderak, Verhoeven, W. Schut, P. van Dulken, mr. P. de Vries