| |
| |
| |
[Moiboi. De verjaardag!]
Vandaag is een speciale dag.
MoiBoi is jarig.
Al heel vroeg in de middag kijkt hij opgewonden uit naar de komst van zijn familie en vriendjes. Mama heeft veel lekkers gemaakt voor zijn feestje.
MoiBoi heeft zijn verjaardagshoedje op. Het is van karton met franjes in verschillende kleuren. Een glitterende rode 7 staat er op geschreven. Wat voelt hij zich trots!
Hij tuurt uit het raam. De gasten komen maar niet. Ze zijn mij toch niet vergeten, denkt hij. Nee, dat kan niet!
| |
| |
Hij heeft iedereen persoonlijk één van zijn grappige uitnodigings-kaartjes gegeven. Kaartjes, die hij en mama helemaal zelf hebben gemaakt.
| |
| |
Hij kijkt nog eens uit het raam. Zelfs Marjoleen is niet te zien.
Achter in de tuin heeft papa een tentje opgezet en versierd met slingers en ballonnen. Vanuit de tent klinkt er muziek.
MoiBoi zucht. In zijn eentje kan hij er toch niet van genieten. Hij zet de televisie aan en gaat op de bank zitten. Na een tijdje dommelt hij in.
Als moeder even later langs loopt, ligt de jarige languit op de bank in slaap. Ze lacht en sluipt stilletjes weer weg.
| |
| |
Plotseling dringt een lawaai van stemmen tot Moiboi door. Hij schrikt wakker en knippert verdwaasd met zijn ogen.
Er staat een groep kinderen om hem heen. Ze zingen een vrolijk verjaardags-liedje: ‘Er is een jarige, die slaapt...hoera-ha-ha!’ Luid klappen ze in hun handen.
Een beetje versuft komt MoiBoi overeind. Zijn hoedje is gekreukeld en staat schuin op zijn hoofd.
De kinderen lachen hem uit en blazen in zijn gezicht. MoiBoi lacht nu ook. Blij springt hij op en laat zich
| |
| |
omhelzen en feliciteren. Met een stralend gezicht ontvangt hij de kadootjes.
Iedereen krijgt een verjaardagshoedje
| |
| |
Als laatste komt Marjoleen naar voren. Ze heeft een mooi rood pakje aan en glimmende zilveren sandaaltjes aan haar voeten. Ze geeft MoiBoi een dikke zoen op zijn wang.
Het gezicht van MoiBoi wordt bijna net zo rood als de jurk van Marjoleen. MoiBoi doet overdreven stoer. Met een macho gebaar trekt hij zijn schouder op en rolt zijn ogen.
De kinderen gieren van het lachen. Wat ziet hij er grappig uit! Mama haalt snel haar camera. Flits!... ja daar gaat ie op de foto, nog één en nog één.
| |
| |
‘MoiBoi breng je gasten naar de tent,’ zegt ma.
Haantje-de-voorste Chander trekt hem mee naar buiten. Joelend komen de anderen achter hen aan.
Vanuit de achterpoort komen er twee clowns aangedanst. Een lange magere en een korte dikke.
Verrast staan de kinderen even stil. Het volgende moment stormen ze op de clowns af. De kinderen lachen om hun grappige gezichten en gebaren. De lange clown grijpt naar MoiBoi, tilt hem hoog op en danst met hem in het rond. Al dansend neemt de korte
| |
| |
clown de jarige over en met een zwaai belandt MoiBoi op zijn schouder. De clown wankelt even en balanceert op één been. Hij doet alsof hij gaat vallen. Met een gespannen gezicht houdt MoiBoi de armen van de clown vast en roept met bange stem: ‘Wha-whaa-aa!?’
De kinderen kijken met grote ogen toe. De clown stapt stuntelig de tent in. Met een snelle handomdraai wordt MoiBoi op de grond gezet.
De ogen van MoiBoi worden zo groot als schoteltjes en zijn mond valt open van verbazing. Vóór hem staat
| |
| |
een grote man met een grijze snor, een hoge hoed en een lange zwarte jas.
‘Yes!’ roepen de kinderen en steken hun duimen omhoog. ‘De goochelaar!’ Gretig drommen ze om hem heen. Iedereen wil voorin staan.
De goochelaar begint gelijk met zijn trucjes. Hij goochelt eerst een duif uit zijn rechter zak. Daarna een bloem uit zijn linker zak. En uit zijn mond trekt hij een papieren slinger die oneindig lang lijkt. De kinderen juichen enthousiast.
| |
| |
Als laatste goochelt hij snoepjes en gooit die naar de kinderen toe.
Iedereen springt op en probeert wat te vangen. Ze graaien op de grond naar de snoepjes en vallen haast over elkaar.
Lachend, schiet moeder een paar kiekjes. Ze is blij dat iedereen zich amuseert. ‘Zo, kinderen het is tijd om te eten. Nemen jullie plaats?’ zegt moeder.
‘Ja hoor, ik heb honger,’ zegt Sjahied, die van eten houdt. Hij likt zijn lippen af en maakt smakkende geluidjes. Hij neemt als eerste plaats.
| |
| |
Er is van alles wat. Bruine bonen met rijst, nasie, geroosterde kip en patat. Er is limonade en stroop. Ook zijn er loempia's, kroketjes en karoebojo. Er wordt flink gesmuld, gebabbeld en gelachen.
Later, komt moeder met de verjaardags-taart. Iedereen zingt uit volle borst: ‘Adie mi jere ju ferjarie...,’ terwijl MoiBoi in één adem de zeven kaarsjes uitblaast.
‘Hiep,hiep,hoera!’
MoiBoi mag de taart aansnijden. Het eerste stukje is voor hem. Nog voordat hij een hap kan nemen, loopt
| |
| |
Urvan naar hem toe en...PATS! MoiBoi's gezicht zit onder de room.
De kinderen schateren het uit.
| |
| |
Het wordt al schemerig wanneer MoiBoi aan zijn kadootjes denkt. ‘Hee, komen jullie noh, mijn kadootjes...!’
Uitgelaten en nieuwsgierig volgen de kinderen hem naar de woonkamer. De kadootjes zijn op de bank gestapeld. MoiBoi graait naar het grootste. Haastig scheurt hij het mooie kadopapier eraf.
‘Jiechoe-oeoe ...!’ roept MoiBoi, hij springt in de lucht. De kinderen trekken aan zijn arm.’Mag ik zien? mag ik zien?’ roepen ze door elkaar. MoiBoi maakt de doos open.
| |
| |
‘Waa-auw! Dat is tof!’
Het is een grote Spider-man Robot.
Nu wil iedereen helpen om de pakjes open te maken. Ze rukken de wikkels van de andere kadootjes eraf. Een truitje met een Spider-man tekening, stickers en een masker van Spider-man. MoiBoi vindt ze allemaal mooi. Maar de Robot is zijn favoriet.
‘Hee-ee-ee, kijk eens, MoiBoi!’ roept Sjahied verrast. MoiBoi kijkt op.
‘Honderd!...’ juicht MoiBoi als hij het ziet. Een echte Spider-man pakje.
| |
| |
Van blijdschap rukt hij het pakje uit de handen van Sjahied.
‘Wacht!’ zegt hij. ‘Ik kom zo.’ Hij snelt naar zijn kamer.
‘TENG-TERRENG-TENG!!!’
Met zijn handen gespreid komt MoiBoi weer tevoorschijn. Hij is veranderd in ... Spider-man.
Er wordt gefloten en gejuicht. Iedereen geeft een applaus. MoiBoi lacht vergenoegd en maakt een buiging.
Kort daarna nemen de gasten afscheid. Het feest is afgelopen.
| |
| |
Voor MoiBoi is het bedtijd. Tevreden ligt hij even later onder zijn deken. Hij valt gauw in slaap en krijgt een heel mooie droom over de held van die dag. ‘Spider-man MoiBoi!’
|
|