zinsdeel-indeling
A. Indeling naar binnenbouw
1. Sommige beklemtoonbare zinsdelen kennen alleen groepsvorming door nevenschikking; dat zijn de ww's:
pv: (hij) (loopt en springt) de hele dag
ow: (hij) (wil) de hele dag {lopen en springen}
onweglaatbaar te + ow: (hij) (lijkt) de hele dag [te lopen en te springen}
2. Nog andere (eenlettergrepige) zinsdelen kennen geen enkele groepsvorming; de oorzaak ligt in een fonische beperking, nl. het feit dat alleen de sjwa de klinker kan zijn: [ən, zən] enz.
3. Andere zinsdelen kennen groepsvorming door neven- en door onderschikking (= patroonvorming), dat zijn de niet-ww resten.
Bij de onderschikking onderscheiden we ww-, zn-, bwbn-, vzaz-, vw-p's en vzaz + ww-p's.
a. ww-p's
α. ww-p's die beginnen met wie/wat
β. ww-p's die beginnen met als, of/dat
b. zn-p's
Platte en sommige schijnronde lijken sterk op mekaar doordat ze ond.. lv en niet-ww rest kunnen zijn:
(de koning) (is) [dood]
ik heb [van die leuke poppetjes]
α. platte/schijnronde |
zn-p's (d.w.z. zn-p's met een paradigmaloos vzaz) |
β. ronde |
zn-p's (d.w.z. zn-p's met een vzaz paradigma) |
Voorbeelden:
α. die mooie ronde tafel die daar staat, zo'n knecht; van de week, ik hoop op sukses, de gedachte aan kinderen
β. na |
de maaltijd |
onder je stoel |
voor |
|
bij |
tijdens |
|
naast |
|
op |
|
tegen |
c. bwbn-p's
heel erg bang van die leeuw
d. vzaz-p's
tot een meter voor de dijk
e. vw-p's
een uur voor je kwam
f. vzaz + ww-p's
naast wat je daar ziet staan