pv-geb. wijs
A. Vormbeperkingen
De pv-geb. wijs heeft een stel vormbeperkingen:
1. in de pv zelf:
2. in het ond.: dat is per se tweede persoon, dus jij, jullie en een nul-ond. ‘je’ plus ‘u’; wel is hier een aanvulling met een type laten dat in de eerste hoofdvorm geen tweede pers. kent, maar alleen een eerste en een derde:
(laat) (ik) maar komen |
|
(laat) (ie) maar komen |
|
(laat) (jij) maar {komen} |
(uitg.) |
3. in verbindingen met een vd, een ow, aan het + ow en soms weglaatbaar te + ow; die zijn beperkt:
◻ |
○ |
|
(wees) |
(jij) |
maar {gekomen} (uitg.) |
(heb) |
(Ø) |
maar niet {gewandeld} (uitg.) |
(blijf) |
|
nog maar even {zitten} |
(ga) |
|
maar vlug [aan het] {werken} |
(wees) |
|
maar vlug [aan het] {werken} (uitg.) |
(zit) nou niet [te kletsen} (niet-woord is onmisbaar)