C. Vormverwantschap met het gebiedende az
Het az is weinig bestudeerd, ofschoon het een heel groot terrein beslaat. Ik noem enkele delen ervan:
1. groepen met met een/zonder:
met een jas aan
zonder muts
2. (half)vaste uitdrukkingen
het huis in en uit
tot drie keer toe
3. gevallen met heen die tegelijk een vz eisen:
door |
de sloot heen |
over |
de sloot heen |
ᴗ |
de sloot heen (uitg.) |
4. gesprekzinnen:
- wat moet die jongen met die ouders vol onbegrip?
- natuurlijk het huis uit
5. het gebiedende az:
er is met jou geen land te bezeilen; het huis uit
We beperken ons tot het laatste type, omdat het aansluit bij de ow-geb. wijs.
Omdat het huis uit enz. geen ww bevat, vervallen C2 en C3, en blijven alleen C5 en B over:
|
het huis uit, |
jij |
|
jij, |
het huis uit |
(C5) |
|
Ook hier is de betekenis gebiedend, en wel in hoge mate. ‘Verzachtende’ woorden zijn dan ook niet op hun plaats.