Syntaktische-elementenlijst
(2014)–P.C. Paardekooper– Auteursrechtelijk beschermdA. de pv;B. de rest1. de ww en de gemengde rest (vd, ow)
2. de gemengde rest (onweglaatbaar te + ow, soms weglaatbaar te + ow (heeft staan (te) werken), en aan het + ow (is aan het werken));
3. de niet-ww rest: een groep zinsdelen die sterk verbonden zijn met het hoofdww, die vaak onweglaatbaar zijn, meestal in de niet-ww eindgroep staan (en waarvan het eerste meestal de groepsklemtoon heeft).
Twee types zijn meteen te herkennen:
a. scheidbare delen [op] {komen} {dagen} b. patronen met een az: (ik) (wou) [de tuin in] {lopen} Een aantal andere is gekenmerkt door de onweglaatbaarheid van een niet-ww rest; het gaat om blijven, duren, kosten, lijken, liggen, schijnen, wegen, zijn, zitten. |
|