De vra. vn-bw's zijn waar bij, waar voor, waar tussen, waar door enz., althans als ze op bovengenoemde plaats staan.
We spreken van vra. vn-bw omdat waarbij, waarvoor enz. sterk lijken op groepen van vz + vra. vn: bij wat, voor wat enz.
74 Wat is een vra. bw?
74 Een vra. woord dat als antwoord een aanw.
bw kan krijgen:
De vra. bw's zijn hoe, wanneer en waar.
74a Wat is het verschil tussen het vw wanneer en het vra. bw wanneer?
74a Het vw
wanneer kunnen we door
als vervangen; we kunnen er ook geen
of achter zetten enz.:
75 Wat is een vra. tw?
75 Een vra. woord dat als antwoord een aanw.
tw kan krijgen:
De vra. tw's zijn hoeveel en hoeveelste.
76 Betr. woorden en vra. woorden hebben één ding gemeen: ze kunnen voorkomen binnen het eerste zinsdeel van een bv bijzin. Hoe onderscheiden we de twee woordsoorten nu?
76 Er zijn twee soorten bv bijzinnen: die met voorplaatsing en die met achterplaatsing van de pv (vgl. antwoord 46a):
Bij het eerste type zijn geen moeilijkheden: daar kan geen betr. woord voorkomen, wel een vra. woord. Bij het tweede zijn wel moeilijkheden; de eenvoudigste oplossing is deze: probeer achter het ‘moeilijke’ woord of in te voegen. Kan dat, dan hadden we te maken met een vra. woord, kan dat niet, dan was er een betr. woord.