Aan de kollega's
In dit boekje is een poging gedaan om zo beknopt, zo konsekwent, zo doorzichtig en zo voorzichtig mogelijk, een overzicht te geven van de syntaktische bouw van het ABN.
De beknoptheid en de doorzichtigheid zijn vereist voor het van buiten leren. De schoolse vraag- en antwoordvorm lijkt me voor de lagere klassen daarbij nog altijd de beste.
De definities van zinsdelen en woordsoorten zijn zoveel mogelijk zuiver syntaktisch; daarin ligt de konsekwentie waar ik naar gestreefd heb. Maar om praktische redenen moeten we daar bij het onderwijs soms van afwijken, omdat de voorzichtigheid dat eist. We hebben te maken met een biezonder sterke traditie bij termen en begrippen. De Lagere School heeft onze leerlingen gevormd in die traditie, en de spraakkunsten van de vreemde talen zijn erop ingespeeld. Daarom heb ik bijna alle traditionele termen gehandhaafd, en alleen een enkele keer daarnaast een nieuwe term en een nieuw begrip ingevoerd.
Bij kleine spraakkunstgroepen heb ik soms alle leden opgesomd na de definitie of in plaats daarvan. Dat kan bij het memoriseren een belangrijke steun zijn.
Iedere docent zal de spraakkunststof verdelen zoals het hem het beste lijkt. Persoonlijk heb ik een tijdlang gedacht dat een deel van dit boekje veel te moeilijk zou zijn voor een eerste klas VHMO. Maar de ervaring heeft me precies het tegenovergestelde geleerd, en veel kollega's bevestigen dat. De leeftijd voor de puberteit is bij uitstek geschikt om de moeilijkste spraakkunstproblemen te behandelen; de tweede klas geeft elk jaar opnieuw een vrij sterke afkeer te zien van alles wat ontleden betreft. Persoonlijk geef ik daarom in de eerste klas bij voorkeur zoveel mogelijk spraakkunst, in de tweede zo weinig mogelijk.
Taal- en redekundige ontleding vormen één geheel: ze leveren allebei typisch syntaktische kategorieën op. De zin is het centrum van de hele ontleding. Daarom heb ik konsekwent een notatiesysteem gevolgd dat die zin met z'n plaatskategorieën niet in stukken breekt, zoals het gebruikelijke systeem. Bijkomstige maar belangrijke voordelen zijn een grotere overzichtelijkheid en een belangrijke tijdwinst bij het werk zelf en bij de korrektie. De léérlingen zijn vlug aan de tekentjes gewend; docenten die er niet mee overweg kunnen, zijn ook hier natuurlijk helemaal vrij in de manier waarop ze het oefenwerk laten maken.
Kritische op- en aanmerkingen zullen ook nu erg welkom zijn.
P.C.P.