| |
| |
| |
| |
Register
Sterk beperkte syntagma's zijn ook terug te vinden onder de leden van hun kleinste par. of onder hun par.-loze element. Daarnaast meestal ook onder hun binnen- en buitenbouwnaam. Bijzins-eigenaardigheden staan zoveel mogelijk onder trefwoorden, gevormd met hun vw: omdat-zin, terwijl-zin enz. Onder elk trefwoord geven wijd gedrukte woorden een tweede alfabetische rangschikking aan. - De apostrof als spelling voor de sjwa volgt op de ij.
*Aan
genoeg hebben - 2.18.11.3.3, A1
ze hebben het - hun maag 2.14.1.2.1, B4b
huis - huis als niet-ww rest 5.4.6.3, 4
daar komen ze - wandelen 2.8.10
hoe komt het zo - 2.14.1.1.2
met (zonder) z'n nieuwe jas - 5.4.2
om-zinstype met - /naar/zo als eerste woord (- de lucht te zien) 2.18.11.1.7
- stukken gooien is tekst 2.14.2.6.1, D
ze vinden het heel erg - 2.14.2.5.5, 3h
ze vinden het heel erg - raken/blijven 2.14.2.5.5, 4d
wat heb je daar - aardigs 3.5.19.4.6, C
(zo) zachtjes - 4.4.2.2.3, F
zonder (met) z'n nieuwe jas - 5.4.2
aangaande
- kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
aangenaam
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D4 en 5
aan het
- + ow 2.10vv
bleek - zien is uitg. 2.14.1.3.2, B
- + ow is uitg. bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B6
plaatsbeperkingen van eenwoordige niet-ww resten bij - + ow 2.10.3.2v; 2.14.1.1.3
aanloop 2.3.4vv; 2.19.4; 11.1.2.3.1
- in zinnen met achter-pv 2.19.4, B; 2.19.4.4
- bij beperkte wijs 2.3.4.1.2, 1
vzaz + ww-p als bw bep. 2.19.4.3.2
ww-p als bw bep. is - 2.19.4.3.3
zn-p als bw bep. is - 2.19.4.3.1
bwbn-p en zn-p als - kunnen geen niet-woord bevatten 10.1.1.1, A en B
definitie van - 2.3.4
elementen die geen - kunnen zijn maar wel driehoekje 2.19.4.1
gelijkvlakkige patroondelen in - 2.19.4, A1, B1, C1 en D1
hoofdww + - beslissen over keus verwijswoord 2.14, G
patronen met met in de - 3.11.1.1, 5
bwbn-p en zn-p als - kunnen geen niet-woord bevatten 10.1.1.1, A en B
niet-ww rest + - beslissen over keus verwijswoord 2.14, G
noch ... noch ..., niet ... maar ... en niet zozeer ... als wel ... als - 10.1.1.1, D
- in om-zinnen 2.19.4, C
ondervlakkige patroondelen in - 2.19.4, A2, B2, C2 en D2
elementen in - kennen vrij zeker geen afgesplitst ook 7.4.4.2.1
- in ow-geb. wijs 2.19.4, D
zo verwijswoord, zo - 2.19.4.2; 2.19.4.3; 3.5.8.3.4, 1; 2.19.4.3.1vv
- zonder verwijswoord 2.3.4.1.3; 2.3.4
vn-bw-p als - is uitg. 2.13.1.3, A
voor een prof (bvg) als - is uitg. 2.14.2.6.10, A1
- in zinnen met voor-pv 2.19.4, vooral A
wie-zin in wie er ook komt, ik niet is beperkt tot - 3.5.21.2.1
ww-p met voor-pv als - of uitloop 2.2.3.2
zinsdeelstukken als - 2.3.4.1.2; 2.19.4.2
zn-p en bwbn-p als - kunnen geen niet-woord bevatten 10.1.1.1, D
aanloop-1v
als-zin als - 2.11.1.3, Bd
zo ... als- zin als - 2.11.1.3, Bc
aanloop-ond. 2.5.1; 2.5.2.8
als-zin als - 2.5.2.4, Bd
zo ... als- zin als - 2.5.2.4, Bc
aanloop-vv
plat zn-p als - 2.13.1; 2.19.4.2.7
aanmerking
in - genomen kent geen nevenschikking met de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B1
aannemen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
aansluiting
relatieve - 12.8
aansporen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
aanspreking
- of bijstelling ? 3.4, noot
benaderende definitie van de - 3.4
- kent een sterk beperkt die/dat-par. 3.5.20.3.1
par. van ond. bij pv-geb. wijs en van pers. vn als - 3.4.4
de types oom en oom Wim als - 3.5.6.8
onbeperkt pers. vn als - 3.4.3
par. pers. vn als - is vrijwel gelijk aan dat van ond. bij pv-geb. wijs 3.4.4
- en tu 3.4; 3.4.4
beperkt zn-p oom en oom Wim als - 3.5.6.8
beperkt zn-p lieve jongen dat je bent als - 3.4.2
beperkt zn-p schat van een kind als - 3.10.1.1, 2
onbeperkt zn-p als - 3.4.1
aanstaande
- in de maand maart - 3.5.16.5.2, D
aanvoerder
- Jansen 3.5.16.8
aanvulling 2.2.3.1, noot 2
- tussen al/alle en allemaal 3.5.7.1
- tussen ánders en ánder/ándere 3.5.7.1
- tussen bn's na een, geen zo'n enz. 3.5.8.1; 4.5.2
- tussen beperkte bw bep. met of en de of-zin als ond., lv, vv en niet-ww rest ? 7.2.7.2.1
- tussen par.-loos dat en bijna par.-loos het als verwijswoord (dat weet ik/ik weet het) ? 3.5.19.4.1, B4
- tussen de en het 3.5.8.1
definitie van - 7.2.7.2.1
- tussen deze en dit 3.5.8.1
- tussen die en dat 3.5.8.1
- tussen een en het nul-lw 3.5.8.2
- tussen elke en elk 3.5.8.1
meestal is er een - tussen hebben en zijn als hulpww van het vd 2.6.2.1; 2.6.2.2v
syntagmatische - tussen ik/mij enz. 2.5.2.6
misschien is er in zekere zin een - tussen kijken en zien 2.8.8
- tussen met en mee 3.5.19.9.1, B2
- tussen naar en heen 3.5.19.9.1, F3
- tussen de onbeperkte en de beperkte of-zin 7.2.7.2.1
- tussen de bw bep of het nou regent of niet en de of-zin als ond., lv, vv en niet-ww rest 7.2.7.2.1
- tussen ons en onze 3.5.8.1
- bij getalsaanduiding door de pv 2.5.2.7.1; 3.5.8.2
- tussen tot en toe 3.5.19.9.1, F1
- tussen wat voor ('n) en wat voor een 3.5.8.3.7
- tussen wees/weest/wezen in de pv-geb. wijs en ben/bent/zijn uit de andere ww-p's 2.2.3.1
- tussen welk en welke 3.5.8.1
- tussen zelden en zeldzaam (vrij zeker) 4.4.2.2.3, A4
- tussen zo'n en zo een 3.5.8.3.8
- tussen zo'n en zulk/zulke 3.5.8.1; 3.5.8.2; 3.5.8.3.8
- tussen z'n en d'r in het zn-p m'n vader z'n boek/m'n moeder d'r boek 3.5.8.3.2, D
aanw.-vn-bw-p
- en vzaz + aanw. vn dat/dit 3.5.19.9.2, B
aardig
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
aarzelen
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
ablativus absolutus 12.2
absolutedeelwoordkonstruktie 12.2; 12.2.1
abstrakt
- en konkreet patroon 2.2.1; 11
achten
het teksttype we - achten hem een voortreffelijke medewerker 2.14.2.3, noot
achter
- mekaar in twee betekenissen 3.5.19.4.3, D2a
- in het type met - een grote la 3.11.1.2.5
ik vind hem heel erg - met bvg 2.14.2.5.5, 3h
ik vind hem heel erg - blijven/raken met bvg
| |
| |
2.14.2.5.5, 4d
achterkant
aan de - in het type met aan de - een grote la 3.11.1.2.5
achternaam
- of voornaam in het type zuster Jansen 3.5.16.8
achter-pv 2.18.4vv
aanloop in zinnen met - 2.19.4, B
- met eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D1b
- + maar
2 2.15.9.3.2
plaats van - t.o.v. ow 2.8.1.1
- + pas 2.15.9.4.2, 3
plaats van - t.o.v. vd 2.6.1
ww-p + vergr. trap + als-groep 4.4.2.4.2
voor- en - bij zinstypologie 2.2.1.1
ww-p met - als zelfstandige taaluiting 2.2.11
achterste 4.5.2.1, 2
op ... na de/het - 3.5.1.5.3, B1e
achterzetsel, zie vzaz en az
adem
op -, buiten - 2.15.3.2.2
af
az - in van ... - 3.5.4
az - in trap op trap - 5.4.5
niet-ww rest - bij nadat + hoofdww-pv van hebben/zijn 2.16.5.1.2, A1a
niet-ww rest - in hoe komen die dingen zo vlug - 2.14.1.1.2
niet-ww rest - in met z'n hoed - 3.12
niet-ww rest - in op ... na - 3.5.1.5.3, C1b
niet-ww rest - bij vinden (ik vind het helemaal -) 2.14.2.5.5, 3h
afdeling
de - Zutfen 3.5.16.9vv
afgelopen
de - maand 3.5.16.5.2, D
afgezien
- daarvan enz. als vw bw 3.5.12, 7; 7.4.5
afhankelijk
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
afkerig
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
afkondigen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
afleiding 1.2.1
afsplitsing
- van allemaal, allebei enz. 9.2.3.1, 3
- van als-groep 9.2.3.2, 5
- van az 9.2.3.1, 5
- van betr. vn-bw 9.2.2.1.1
- van bv nabep. bij daadwoord, vergeleken met die van zn-p als lv 11.2.1.1.3
- van bv nabep. van het type met aan de zijkant een grote la 3.11.1.2.1
- van en-groep bij bwbn-p 9.2.3.2, 5
- van en-groep bij zn-p 9.2.3.1, 7
- van kopbep. van bwbn-p 9.2.3.2, 2
- van kopbep. van zn-p 9.2.3.1, 2
- van aan de zijkant in het type met aan de zijkant een grote la 3.11.1.2.3; 3.11.2.1
- van nabep. van bwbn-p 9.2.3.2, 4
- van nabep. van zn-p 9.2.3.1, 6
- van niet 9.2.3.1, 1; 9.2.3.2.1; 10.2.1
bij - van de tweede helft van een ond. met nevenschikking duidt de pv het getal van de eerste helft aan 2.5.2.7.1, F1c
- van staartbep. van zn-p 9.2.3.1, 4
- van uitr. woord bij bwbn-p 9.2.2.1.2
- van uitr. woord bij zn-p 9.2.2.1.1
- van voorbep. van bwbn-p 9.2.1.2; 9.2.3.2, 3
- van voorbep. van zn-p 9.2.1.1.3
- van vra. woord 9.2.2.1.1
- van vzaz-p + voorbep. van zn-p's 9.2.1.1.2
- van vzaz-p 9.2.1.1.1
afstand
op - 2.15.3.2.2
de - Mechelen-Brussel 3.5.16.7
afvragen
zich - als twijfel-woord bij ook maar iémand 3.5.2.2.2, A1
akelig
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
aksent
- op nevenschikkend of 7.2.7.1, Bc
- verhindert dubbelzinnigheden bij nevenschikking 7.1.2; 7.2.7.1, Ab; 7.1.3.1, 5
- bepaalt van welk element afgesplitst niet een deel is 10.2.1
- op nevenschikkend of 7.2.7.1, Bc
- bepaalt van welk element afgesplitst ook een deel is 3.5.2.1; 7.4.4.1
- en vv 2.13.2.1.3, B2 en 3
- en vzaz 3.5.8.3.9, 3
aksentverschillen
- bij aller- 4.2.2
- bij anders 4.4.2.2.2, 1
- bij toch 2.2.10.4, 3
- bij zeker 2.2.10.4, 3
- bij zo 4.4.4, 2
al
- /alle/allemaal vormen een aanvulling 3.5.7vv
- /alle/allemaal ... behalve2
3.5.1.2
- dan/of niet is beperkt tot indir. vraag 10.2.1, slot
- ‘reeds’ kan geen driehoekje of aanloop zijn 2.15.7.1.1; 11.1.2.3.1v
- is misbaar in de reeksvormer ... maar2 ... en ... (-) ... 2.15.9.3.2
- /alle/allemaal + mekaar 3.5.19.4.3, C3a en D2a
nadat - /alle/allemaal + zaten 2.16.5.1.2, A1a
- /alle/allemaal op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
- /alle/allemaal binnen nabep. bij echte overtr. trap van het bw 4.4.2.2.1, A6c
- als tegenpool van pas3
2.15.9.2.3
- + ww-p met wat + op ... na 3.5.1.3.2, Aa
- /alle/allemaal als zn-pd 3.5.7vv
zie ook al-zin
alfabet
letters van het - staan in of naast het par. vier in hoofdstuk vier 3.5.16.3
alle(n)
- vormt een aanvulling met al, en samen met al met allemaal 3.5.7vv
- behalve2
3.5.1.2
een van - 3.5.7.4
een van ons - 3.5.7.5
geen van - 3.5.7.4
geen van ons - 3.5.7.5
- + hoofdtw(-p) 3.5.7.3
met z'n - 3.5.17.4
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
- is een versmelting 3.5.7; 3.5.19.2
- ... wie dan ook 3.5.20.1.1, A
wie van ons - 3.5.7.6
- als zn-pd 3.5.7vv
zie ook al en allemaal
allebei
afgesplitst - 9.3.2.1, 3
vzaz + - 3.5.7.1.1
alleen
kopbep. - 3.5.2; 3.5.17.3
kopbep. - + hoeven 2.9.4.1, A
- maar 2.15.9.3.1vv
niet - ... maar ook ... 7.18vv
niet - ... maar ook ... bij bwbn-p's 7.3
niet - ... maar ook ... bij ww-p's 7.2.6
niet - ... maar ook ... bij zn-p's 7.1.8vv
staartbep. - 3.5.17.3
allemaal
kan geen aanspreking zijn 3.4.1
aanvulling tussen - en al/alle 3.5.7vv
afgesplitst - 9.2.3.1, 3
een van ons - 3.5.7.5
geen van ons - 3.5.7.5
van - als nabep. bij overtr. trap 3.5.7.1.1; 4.2.2
vzaz + - 3.5.7.1.1
wie van ons - 3.5.7.6
zie ook al en alle
allerachterste, allerbovenste enz., zie achterste, bovenste enz., en echte overtr. trap
allerbest
op z'n - als zn-pd 3.5.5
allerlei
- ... behalve2
3.5.1.2
- ... tenzij2
3.5.1.4
alles
- behalve2
3.5.1.2
- maakt mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a en D2a
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
van - als nabep. bij overtr. trap 4.2.2
- wat dan ook 3.5.20.1.1, A
- wat je ook wilt 3.5.21.1.1, C
als
afsplitsbaarheid van de bvg - dirigent in met een bekwame musikus - dirigent 3.11.2.1
ander/andere/ánders - 3.5.9; 4.5.2.2, 1
- in plat zn-p (zonder die/dat-par.) als bvg (- bakker) 3.5.3; 7.4.1, a
- in plat zn-p (met die/dat-par.) is bvg 3.5.3
- musikus als bvg (?) in met een bekwame musikus - dirigent 3.11.1.2.5v
afsplitsbaarheid van - dirigent als bvg (?) in met een bekwame musikus - dirigent 3.11.2.1
twijfelachtige nevenschikking tussen de bvg's - kapper en voor een prof 2.14.2.6.10, B1
bw bep. voorzichtig - ie is 2.18.4.1, 3
daadwoord + - + niet-betr. bijzin blokkeert soortgelijke zin als nw deel 2.18.7, B4c
- als lid van deelwoordgroep 12.6
dezelfde -/hetzelfde - enz. 3.5.9
evenmin ... - ... bij zn-p's 7.1.10
na even veel, even weinig, meer of minder kan - twee achter-pv's verbinden 2.4.2
na even veel, even weinig, meer of minder kan - twee vd's verbinden 2.6.1
- verbindt soms twee zn-p's zonder hoofdww-beperking 7.4.1, d; 7.4.1, schema
| |
| |
- verbindt soms twee zn-p's met hoofdww-beperking 7.4.1, c; 7.4.1, schema
(in) zover (-) zo goed -, zo lang -, voor zo ver (-), zo - + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A
meer ... - ... bij zn-p's 7.1.11vv
met een bekwame musikus - dirigent 3.11.1.2.5v
afsplitsbaarheid van - dirigent in met een bekwame musikus - dirigent 3.11.2.1
twijfelachtige nevenschikking tussen de bvg's - kapper en voor een prof 2.14.2.6.10, B1
- als deel van een rond zn-p (- in een wolk) als niet-ww rest 2.1.4
niet zozeer ... - wel ... bij ww-p's 7.2.7
niet zozeer ... - wel ... bij zn-p's 7.1.9
plat zn-p met - is nw deel 2.14.2.2
- + echte overtr. trap (als oudste) vereist geen lid van het die/dat-par. 4.5.2.1, 1
fakultatief - na tenzij3
3.5.1.4
dat/-/toen als vw in de bw bep. de dag ... ik slaag(de) 2.15.3.1.1, E1a en 3
het zn-p een kerel - een boom 3.10.2vv
plat zn-p met - maar zonder die/dat-par. (- bakker) als bvg 3.5.3; 7.4.1a
plat zn-p met - is bvg 3.5.3
plat zn-p met - is nw deel 2.14.2.2
rond zn-p met - (- in een wolk) is niet-ww rest 2.1.4
zo goed - (zo goed - nieuw) 4.6.2
zo goed -, zo lang -, (in) zo ver -, voor zo ver -, zo - + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A
zomin ... - ... bij zn-p's 7.1.10
zowel ... - ... bij ww-p's 7.2.7
zowel ... - ... bij zn-p's 7.1.10
zie ook als-groep, als-zin en zo ... als-zin
als-groep 4.4.2.4vv
afgesplitste - 9.2.3.2, 5
met hoeven blokkeert niet-woorden 2.9.3.1.1, 2c; 4.4.2.4.3, D3
- en nevenschikking 4.4.2.4, f
- met hoeven blokkeert niet-woorden 2.9.3.1.1, 2c; 4.4.2.4.3, D3
- blokkeert niet-, onjuist - en twijfel-woorden 3.5.2.2.2, E5
ook maar iémand als deel van een - 3.5.2.2.2, E5
- en groepen met op ... na 3.5.1.3.3, Ab
wie dan ook als deel van een - 3.5.20.1.3; 3.5.20.1.4, D
(als)of-zin 2.14.6.2.1
- als aanloop 2.19.4.3.3, A
- als bw bep. 2.14.6.2.1, C
- bij doen 2.14.6.2.1, E
- bij kijken 2.14.6.2.1, E
- bij lijken 2.14.6.2.1, F
- als vv bij lijken op 2.13.2.2, Bb, noot; 2.14.6.2.1, D
- bij schijnen 2.14.6.2.1, F
- als vv bij uitzien naar (?) 2.13.2.2, Bb, noot; 2.14.6.2.1, D
- bij zo 2.14.6.2.1, B; 4.4.2.1.6, A
- bij zijn 2.14.6.2.1, F
als-zin
- als aan- of uitloop-lv 2.11.1.3, Bd
- als aan- of uitloopond. 2.5.2.4, Be
- met bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A1
- + dan heel erg graag 2.15.1.2.1, B4, noot
- als halfzelfstandige taaluiting (als ik het niet dacht) 2.18.9, A; 2.18.10, A; 2.2.5.1
ook maar iémand als deel van een - als half-zelfstandige taaluiting 3.5.2.1
- kent imperfektief gebruikte ww's met een vd 2.14.1.5.1, B1
voor-pv in tweede helft van - met nevenschikking 2.18.9, B
voor + - als niet-ww rest 2.14.8, B1
- met het ‘vn’ nou als deel als lv en als ond. 2.16.5.1.3, B
- met het ‘vn’ nou als deel als ond. en als lv 2.16.5.1.3, B
- met ook maar iémand als deel is ond. 3.5.2.2.2, A4
van - als ond. kan wie dan ook enz. ook zonder iedereen enz. deel zijn 3.5.20.1.2
samentrekking tussen twee nevengeschikte -nen 7.5; 2.18.9, B3
samentrekking in de beperkte - als hij er komt, dan jij zeker 7.5; 7.5.10.3
voor + - als niet-ww rest 2.14.8, B1
- als vv 2.13.2.2, Bd; 2.18.9, B2; 2.18.10, B2
- als zn-pd 2.18.9, D
altijd
- behalve2
3.5.1.2
- en de ww-vorm-beperking tussen hoofd- en bijzin in de bw bep. de dag dat ik slaagde 2.15.3.1.1, A en E1a
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
- tenzij2
3.5.1.4
- wanneer je ook belt 3.5.21.1.1, C
alvleesklier
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
alvorens 2.l6.2, noot
al-zin
- als aanloop (als Δ uitg.) 2.19.4.3.2, B; 11.1.2.3.2, A
- als bv bep. 3.5.16.1.5, A
- als bw bep. 2.15.7.1vv
- als bw bep. met ook maar iémand 3.5.2.2.2, C4
- van het type al duurde het niet lang of ... 7.2.8.3.1, 2b t/m 7.2.8.13.2.1, 2b (behalve 7.2.8.11.1)
- als lv 2.11.1.3, Ab; 7.2.7.2.2
- met ook maar iémand als lv, ond. en vv 3.5.2.2.2, A4
- naast of het nou regent of dat het mooi weer is, wie er ook belt en zo groot als ie was 7.2.7.2.2
- als ond. 2.5.2.4, Ab; 7.2.7.2.2
- met ook maar iémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C4
reeksvormers zijn bij - vrijwel uitg. 2.15.7.1.1
samentrekking is bij - vrijwel uitg. 2.15.7.1.1; 7.5.10.1
- heeft geen verwijswoord, hoogstens een verwijzer 2.3.4.1
- als vv 7.2.7.2.2
nevenschikking tussen - en wie er ook belt enz. is uitg. 3.5.21.1.1, D
- en wie er ook belt enz. 3.5.21.3; 7.2.7.2.2
plaatsvaste - en wie er ook belt, ik niet 3.5.21.2
- en zo groot als ie was 7.2.7.2.2
amper
- + hoeven 2.9.4.1, A
ander
- /andere vormt een aanvulling met ánders 4.5.2.2, 1
een - of dezelfde/hetzelfde 3.5.9
- /andere/ánders + als-groep hebben dezelfde mogelijkheden als even + stell. trap + als-groep 4.4.2.4.2, A
andere
- in de bw bep. de ene dag ... de - dag ... 2.15.3.1.1
andermans
een - jas 3.5.8.3.3, D
ánders
- vormt een aanvulling met ander/andere 4.5.2.2, 1
ze dachten niet - of ... 7.2.8.10v
- + als-groep heeft ongeveer dezelfde mogelijkheden als even + stell. trap + als-groep 4.4.2.4.2, A
iemand -, niemand -, iets - wat -, niks - 3.5.19.9.2, E3a en 3b; 4.4.2.2.2; 4.9.2
het zal niet - kunnen of ... 7.2.8.6vv
iets/wat/niks - en het onbep. vn-bw-p 3.5.19.9.2, E3a en 3b
wie - en wat - 3.5.19.4.6, E
antecedent
- is plaatsaanduidend aanw. ‘vn’ 3.5.19.5, B
- is bak vn 3.5.19.7, 2
welke woorden kunnen - zijn bij een betr. vn ? 3.5.19.4.7
- en betr. woord beperken mekaar 3.5.19.9.2, D
- is steun van 1e schim van bv om-zin 2.18.11, CII; 2.18.11.2.1, A
- van bijzinnen met imperfektief gebruikt ww 2.14.1.5.2, A1
- is nul-lw 3.5.11.2.3
- is steun van 1e schim van bv om-zin 2.18.11, CII; 2.18.11.2.1, A
- is steun van 2e schim van betr. om-zin 2.18.11, CII
- is plaatsaanduidend onbep. ‘vn’ 3.5.19.5, B
- is hele zin 7.2.10.1, C2; 12.8
- is nooit ‘zn’ 3.5.19.9.2, D2, noot
zn-par. als ‘kern’ en als - 3.5.15.3
antipatiek
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
antwoord
- is onbruikbaar als vormkriterium voor indeling van vraagzinnen 2.2.10.3
antwoordzinnen 1.2.2.7, 2; 8
erg graag is erg frekwent in - 2.15.1.2.1, B4
- en nevenschikking 7.5.1
- en samentrekking 2.18; 7.5.1; 7.5.9
april
de maand 3.5.16.5vv
arm
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
as
de - Rome-Berlijn 3.5.16.7
attributief
- tegenover predikatief 3.5.16.11
augustus
de maand - 3.5.16.5vv
| |
| |
avond
de - dat ik tuis ben als bw bep. 2.15.3.1.1
de - van m'n komst als bw bep. 2.15.3.1.2
twee -en als bw bep. 2.15.3.1.3
bij - 2.15.3.2.2
avontuur
op - 2.15.3.2.2
az 5
afgesplitst - in de niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2; 9.2.3.1, 5
nadat + zn-p met - + hoofdww-pv 2.16.5.1.2, Ala
zn-p met - is meestal deel van de niet-ww eindgroep 2.19.2.2, 6
afgesplitst - in de niet-ww eindgroep 2.19.2.2, 6
- tegenover scheidbaar deel 2.19.2.2
vn + az is uitg. 5.1
zie ook vzas
az-par.
in het vn-bw-p zijn twee - 's 3.5.19.9
- als zn-pd kent minder afsplitsings-mogelijkheden als - als vn-bw-pd 3.5.19.9.4, 1
één - blokkeert een vz-par. 3.5.19.9.4, 1
*baanvak
het - Zwol-Deventer 3.5.16.7
-baar
door-bep. is uitg. bij bwbn's op - 2.2.6, A
baas
- Jansen 3.5.16.8
de klas de - 4.4.1.3.2
bad
in -, uit - 2.15.3.2.2
Bakel, Jan van 2.2.10.6, noot; 7.2.10.2.2, B
Bakker, D.M. blz. XXIV, noot; 2.3.4, noot; 4.4.2.4.3, C5f; 7.5, noten
bakker
- Jansen 3.5.16.8
bakstenen
het regent - 2.5.2.7.4, 6bα
Balk-Smit Duyzentkunst, F. 2.12, A, noot
bang
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
- als twijfel-woord bij ook maar iémand 3.5.2.2.2, E1
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
baron
- Jansen 3.5.16.8
Bech, Gunnar 2.5.2.2, noot; 2.11.1.2.2, 3, noot; 2.19.3, noot; 3.5.8.3.4, 5, noot; 3.5.11.2.3, noot; 3.5.11.2.4, noot
bed
in -, op -, onder -, uit - 2.15.3.2.2
bedragen
- + niet-ww rest 2.15.3.1, C
- + beperkt ond. en beperkte niet-ww rest 2.14.2.5.2, C noot
bedroefd
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
bedrijvende vorm, zie bvm
beetje
ook maar een - 3.5.2.1
- voor - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
begingroep 2.3.1; 2.19.1vv
beginnen
- + te + ow 2.7.1; 2.9.3
beginstuk
- voor als-groep 4.4.2.4.2; 4.4.2.4.5, A
behalve 7.4.1b, c en schema
alle ... -2
3.5.1.2v
-
3
3.5.1; 3.5.1.3
- en nevensch. vw' s 3.5.1.1
niks goeds - 4.9.1, A
onbep. woord + -
2
3.5.19.4
-
1 ... ook ... 3.5.1.1v
-
1 ... ook ... is geen reeksvormer 3.5.1
-
2
... is verwant met op ... na 3.5.1.3
behoorlijk
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
behulpzaam
- + ‘mv’ 4.4.1.1; 4.4.1.2.2
bekaf
- + ‘bw bep.’ 4.4.1.1.
bekend
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
- + ‘vv’ 4.4.1.1
beklagen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
beklemtonen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
beklemtoning
- en nevenschikking 7.0.0
- en vraag 2.2.10.4, 3; 2.2.10.5.3
belopen 3.5.11.1.3, b
benadrukken
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
benauwd
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
beneden
types met - 5.4.4; 5.4.4.1
het type met - een grote la 3.11.1.2.5
benen
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
benieuwen
het zal me - of ... 2.8.1, noot
benoemen
- tot 2.14.2.4.1
bep.
bv -, vergeleken met niet-ww rest 3.5.16.11
bv -en, onderling vergeleken 3.5.16.11
bv - uit het ond. e.d. kan uitloop zijn zonder verwijswoord 2.5.1, 1
het onderscheid tussen uitbreidende en beperkende bv- is meestal onspraakkunstig 3.5.16.1
uitbreidende bv - in het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, D2a en b
td-p als bv - 2.15.2.1, 2; 2.15.2.2.1v
bv -, ‘zelfstandig gebruikt’ 3.5.20vv
bw - 2.15vv
plaatsmogelijkheden van ond., lv, vv en bw - 2.14.7.1.2
bw - of lv ? 4.4.3
mekaar kan nooit kern zijn van platte bw - 3.5.19.4.3, C1
bw - of vv ? 2.15.3, slot
bw - of bvg ? 2.15.1: 1vv
vol bloemen als iets tussen bw - en bvg 2.14.7.1.2
het td-p als iets tussen bw - en bvg 2.15.2.1, 1; 2.15.2.2.1v
bw - is meestal onmisbaar in het type ik heb daar twee koeien lopen 2.8.6
niet-ww rest korrespondeert met bw - in verband-zinnen 2.14.8, A
sommige bw - maken hoofdww-pv + erg blij mogelijk 2.15.1.1.1, B4
indeling bwbn-p als bw - 2.15.1.1.1, A; 4.4.2
onderlinge volgorde van bwbn-p's als bw - 2.15.1.1.1, A
bwbn-p als bw - hoort niet uitsluitend bij het gezegde 2.15.1.1.1, A; 2.15.1.2.1, C; 4.4.2
bwbn-p met om-zin als deel is bw - 2.18.11.3.1, B
vinden + hulpww-lv + bwbn-p als bw - 2.14.2.5.5, 5 en 10
vinden + lv + bwbn-p als bw - + aan het + ow 2.14.2.5.5, 6 en 10
bwbn-p als bw - verhindert splitsing van wat voor moois 3.5.19.4.6, A2
bwbn-p als bw - verhindert splitsing van wat voor mensen 3.5.8.3: 7, 2
bwbn-p als bw - verhindert splitsing van wat 'n arbeiders 4.4.2.1.1, het tweede punt 2
genoeg om ... als bw - 2.18.11.3.3, A2
hard genoeg om ... als bw - 2.18.11.3.3, B2
het type met een jas over z'n arm als bw - 3.11.1.1
td-p als iets tussen bw - en bvg 2.15.2.1, 1; 2.15.2.2.1v
vd-p als bw - 2.6.3, A
vn-bw-p als bw - 2.15.5v
vzaz + ww-p als bw - 2.15.8
ww-p als bw - 2.15.7vv
om-zin als bw - 2.18.11.1.5v
wie er ook belt enz. als bw en als bv - 3.5.21.1.1, C
zn-p als bw - 2.15.3vv
bw - met door in de lvm 2.6, noot
overeenkomst tussen bw - met door in de lvm en het vv 2.6.2.4.2, slot
zn-p als bw - 2.15.3
zn-p als bw - van plaats maakt op het Δ getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1b
zn-p als bw - van plaats maakt op het Δ een lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2b
de dag als bw - is sterk beperkt t.o.v. de dag als ond. enz. 2.15.3.1, D
de dag van m'n slagen als bw - 2.15.3.1; 2.15.3.1.2
de dag dat ik slaag als bw - 2.15.3.1; 2.15.3.1.1
een dag als bw - 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.3
vinden + lv + rond zn-p als bw - 2.15.2.5.5, 1 en 10
vinden + lv + rond zn-p als bw - + ow 2.14.2.5.5, 2 en 10
‘zn’ - en ‘vn’ -p als bw - 2.15.4
restgroep als bw - 2.15.9vv
zichzelf als kern van een nabep. bij een daadwoord binnen bw - 3.5.19.4.2, E7
zichzelf als kern van een nabep. bij het zn-type boek binnen de bw - 3.5.19.4.2, D7
wie dan ook binnen een bw - 3.5.20.1.1, B
bw - die uitg. zijn in sommige bv om-zinnen 2.18.11.2.2, D2
sommige bw - veroorzaken hoofdvorm-beperkingen
| |
| |
2.16.5vv
invloed van bw - van de hoofdzin op hoofdvormkeus in indirekte rede 2.11.1.3.1, F2 en 6a
invloed van bw - van de bijzin op hoofdvormkeus in indirekte rede 2.11.1.3.1, F, vooral F4
zie ook ‘bw bep.’
- van gesteldheid, zie bvg
de verbonden - 2.6.3
bep.’
de ‘bw - 3.5.19.4.2, G
beperkingen bij de ‘bw - 3.5.19.4.2, G en H
ww-p als ‘bw - 3.5.16.1.5
‘bw - en bw bep. bij daderwoord 11.2.1.2.9
ww-p als ‘bw - bij daderwoord moet per se als-zin zijn 11.2.1.2.10, B1c
beperkend
- en uitbreidend bij bv bep. 3.5.16.1.1
beperkingen bij een syntagma 1.2.2.5
syntagmatische - van leden van de ww eindgroep 2.17.2.1.2
die zich en zichzelf veroorzaken in een pd-kern 3.5.19.4.2
bereid
- + ‘vv’ met tot 4.4.1.1
bereik (meerzinsdelig)
- van bw alsof-zinnen ? 2.14.6.2.1, C
- van het vw bw bovendien 7.4.5
- van graag 2.15.1.2.1, A
- van niet 7.4.4.2.2, A; 10.2.1
- van niet
1 i.v.m. de bouw van zinnen met laten enz. als deel 2.18.11.1.6, E
- van de kopbep. ook 3.5.1.1.1, A; 7.4.4.2.2, A7 en E
- van de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, A3b en C1 (schema)
Berg, B. van den 2.2.10.2, noot; 2.19.1.2.1, 2a, noot; 7.5.8.1, A2, noot
beroerd
ze heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
berusten
een vv in - op? 2.13.2.1.5
beschouwen
- als 2.14.2.4.1
beschuldigen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
besprekingen
de - Engeland-Spanje 3.5.16.7
best
z'n - enz. wijst als deel van zinstype II het ond. aan 2.2.6.2, A
z'n - enz. beperkt ond.- of lv-kern 2.5.2.7.6
z'n - als stell. trap 4.4.2.2.3, D5
betekenaar 1.1.1
grammatikaal en leksikologisch deel van - 1.1.2
betekenis 1.1.1
grammatikaal en leksikologisch deel van - 1.1.2
bij veel bwbn's met nabep. is de - beperkt tot mensen of dieren 4.4.1.2.5
betekenisopposities
- tussen ww-p is met voor- en met achter-pv 2.2.5.1
- tussen ww-p I en III en tussen de ondertypes van III (de wijzen) 2.2.5.2
- zie verder de inhoud
beter
op wat hoofdpijn na - 3.5.1.3.3, C1
betogen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
betreffende
- kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
betrekking
in - 2.15.3.2.2
de -en Rusland-Amerika 3.5.16.7
betr.-vn-bw-p
- en betr. vn dat/wat/wie 3.5.19.9.2, D
beu
- + ‘lv’ (?) 4.4.1.3.1
een ventje om vlug - te zijn 2.18.11.2.2, B
beweren
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
bewustzijn
bij -, buiten - 2.15.3.2.2
bez.-vn-p 3.5.8.3.2
bezorgd
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
bindvolgorde
blijken, lijken en schijnen + invoegbaar te zijn + vd in de - 2.6.4, 1
kunnen en moeten + invoegbaar worden + vd in de - 2.6.4, 2
om is een versmelting binnen de - 2.8.5.3
- en tijdvolgorde 2.3.2; 2.17; 2.17.2.1; 11.1.1, AI en II;
- en tijdvolgorde i.v.m. de bvg 2.14.5.2 11.1.2.2, 1 en 2
binnen
nadat + - + hoofdww-pv van hebben/zijn 2.16.5.1.2, A1a
-, buiten enz. als niet-ww rest 2.14.8, 1
types met vzaz - 5.4.4; 5.4.4.1
binnenbouw 1.2.2.3
bwbn-p-indeling naar - 4.2
- en buitenbouw bij schijnrond mv 2.12.2, A en B
- en buitenbouw bij leden van niet-ww eindgroep 2.19.2.2.3, C
patroonindeling naar - 1.2.2.6
vzaz-p-indeling naar - 5.2
ww-p-indeling naar - 2.2
- en buitenbouw als kriteria voor ww-p-indeling 2.2.11
zn-p-indeling naar - 3.2
binnenste 4.5.2.1, 2
de/het -op ... na 3.5.1.5.3, B
bisschop
- Jansen 3.5.16.8
blaas
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
blauw
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
ze zien bont en - 2.14.1.3vv
blazen
in stukken - 2.14.2.6.1, 4
bleek
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.4
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
bleekjes 4.4.2.2.3
iets - is uitg. 4.4.2.2.3, C1
te - is uitg. 4.4.2.2.4
blind
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
blindedarm
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
bloedvaten
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
blok
in -ken snijden 2.14.2.6.1, D
blokkering
- tussen bv bep. (bij een daadwoord) met een persoonswoord als kern 11.2.1.1.1
- van lv in de kleine zin binnen als-groep 4.4.2.4.3, C1a
- tussen ‘lv’ en ‘vv’ bij moe 4.4.1.3.3
- van ond. in de kleine zin binnen de als-groep 4.4.2.4.3, C
- tussen rangtw en overtr. trap 3.5.10.1
- van uitloopond. binnen de als-groep 4.4.2.4.3, C2a
- tussen vz en az 3.5.19.9, 4
blootshoofds
nevenschikking tussen - en het type met een jas over z'n arm 3.11.1.4.5
blij
plaats van erg - tussen de andere bwbn-p's als bw bep. 2.15.1.1.l, A
erg - als bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
erg - in de lvm 2.15.1.1.5
erg - is verwant met het td-p 2.15.2.1, 1
erg - + ‘vv’ met met 4.4.1.1
blijken
- + aan het + ow is uitg. 2.10.2.1.4
- mist de geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.2
- als hoofdww ? 2.8.5.4
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D3
- is verwant met het beperkte komen 2.14.1.1.5, B; 2.14.1.1.6; 2.14.1.1.8
- als koppelww 2.14, G
het par. - is in om-zinnen onrealiseerbaar 2.17.2.1.2, I
- + te + ow 2.9.1vv; 2.9.3
- + vd 2.6.4, 1
de groep -, lijken en schijnen is verwant met vinden: te + ow of dat-zin 2.14.2.5.5, 9
blijven
- + aan het + ow 2.10.1vv; 2.10.2.1.4
het koppelww - 2.10, G
- + ow 2.8.2
- + te + ow 2.9.1vv
vinden + lv + niet-ww rest + - 2.14.2.5.5, 4 en 10
iets zat - 4.4.1.3.4
zonder hulp - 10.8.1.1, A
bn
aanvulling tussen - 's van de types (een) klein/(een) kleine 3.5.8.1; 4.5.2
- + als-groep 4.4.2.4.2, noot
dagaanduidende - 's 3.5.14
genusaanduidende - 's 3.5.8.1; 3.5.14; 4.5.2
nageplaatste - 's in tekst 12.3
plaatsaanduidende - 's 3.5.14
stoffelijke - 's, zie stof-bn's
vd-achtige - 's 3.5.14
vd-achtige - 's, vergeleken met vd's bij het hulp-ww komen 2.14.1.4.4
bn-p
- tegenover bwbn-p 4.2.1
bn-pd
om-zin als - 2.18.11.3.2
| |
| |
boel
het zn-p een hele - is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
boer
- Jansen 3.5.16.8
bokswedstrijd
de - Brandsma-Willems 3.5.16.7
bont
ze zien - en blauw 2.14.1.3vv, vooral 2.14.1.3.2, C
boodschap
- + ‘lv’ met of 3.5.16.1.2
boord
aan -, over -, van - 2.15.3.2.2
boos
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
Bos, G.F. 2.12, A, noot; 2.14.4.1, noot; 7.2.8vv
boven
types met - 5.4.4; 5.4.4.1
- enz. in het type met - een grote la 3.11.1.2.5
bovendien
het vw bw - dat op de nulde zinsplaats kan staan 7.2.10; 7.4.5vv
bovenkant
aan de - in met aan de - een grote la 3.11.1.2.5
bovenstaand
- maakt die/dat - par. misbaar 3.5.8.2, noot
bovenste 4.5.2.1, 2
de/het - op ... na 3.5.1.3.3, B1e
bovenste beste 4.5.2.1, 6
branden
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
breed
- ‘breedte hebbend’ in hoe - enz. 4.4.2.2.3, G
een meter - 4.4.2.1.2
hij heeft het niet al te - 2.14.1.2.1, B4a
breken
in stukken - 2.14.2.6.1, E
brengen
- + hulpww-lv + aan het + cw 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
briefwisseling
de - van Eeden-Verweij 3.5.16.7
Brill, W.G. 7.2.8, noot
broeder
- Jansen 3.5.16.8
broer
- Jan 3.5.16.8
- en zus van mekaar 11.2.1.2.4
broers
m'n - jas 3.5.8.3.3
brok
in -ken bijten 2.14.2.6.1, D
bruin
ze ziet heel erg - 2.14.1.3vv
buiten
types met - 5.4.4v
nadat + - + hoofdww hebben/zijn 2.16.5.1, 2A1a
buitenbouw 1.2.2.4
binnenbouw en - van het schijnronde mv 2.12.2, 1vv
bwbn-p-indeling naar - 4.1
samenhang binnen - en - bij leden van de niet-ww eindgroep 2.19.2.2.3, C
patroonindeling naar - 1.2.2.7
vzaz-p-indeling naar - 5.1
ww-p-indeling naar - 2.1
- t.o. binnenbouw als kriterium voor ww-p-indeling 2.2.11
zn-p-indeling naar - 3.1
buitenste 4.5.2.1, 2
de/het - op ... na 3.5.1.3.3, B1e
bvg
- met als, zie als
bw bep. van vergelijking en - 2.14.2.4, noot
bw bep. en - 2.15.1.1v
plaatsmogelijkheden van verschillende types - 2.19.2.2.1, Ac
stuk voor stuk als - 5.4.6.2, 3; 5.4.6.3, 3; 5.4.6.4
td-p als iets tussen - en bw bep. 2.15.2.1, 1; 2.15.2.2.1v
vd-p als - 2.6.3, A
vinden + - 2.14.2.3v
vinden + lv + - 2.14.2.5.5, 3
vinden + of/dat-zin als lv + daadwoord in - 2.18.7, B4d
vol bloemen als - 2.14.7; 2.14.7.1.1
vol bloemen als iets tussen - en bw bep. 2.14.7.1.2
voor een prof als - 2.14.2.6.10
voor een prof als -, vergeleken met ‘mv's’ 2.14.2.6.10, C2
ww-p met voor-pv als - 2.14.6.1
zichzelf als kern van - zonder als enz. 3.5.19.4.2, D2
zichzelf als kern van bep. (type boek) binnen - 3.5.19.4.2, D2
plat zn-p zonder als als - 2.14.2.3
plat zn-p met als als - 2.14.2.4; 7.4.1, e en slot
plat zn-p met als als - beperkt ond. of lv 2.14.2.4.1
plat zn-p met als als -, vergeleken met de ‘bvg’ (?) als dirigent in met Jordans als dirigent 3.11.1.2.5; 3.11.2.1; 3.13
de manier van verbinden van als en tot in het platte zn-p als - 3.5.3; 7.4.1, d en e
‘bvg’ 3.5.19.4.2, G, slot
bvm 2.6.2vv
invloed gelijkzinsdelig hoofdww-vd + bw bep. op hoofdvormkeus (-) 2.11.1.3.1, F3b
- en lvm 2.6.2
- en lvm bij nadat 2.16.5.1.2, A1b en c
- en lvm in ik zag een muisje door de poes vangen/gevangen worden 2.6.2.7.3, B
- met hebben + vd is uitg. in sommige om-zinnen 2.18.11.2.2, D3
bw
vw - 1.2.2.7; 7.4.5vv
vw - en kopbep. 7.4.5
vw - en nevensch. vw 7.4.5
zie ook bwbn
bwbn
absoluut - 4.4.2.1.7
in een als-groep kan een - alleen niet-ww rest zijn als stell. trap zonder bep. 4.4.2.4.3, 3a
dicht als - in met alle ramen dicht 3.11.2.2.3, D
- + genoeg + ‘mv’ 2.12.1.1.2
- als genusaanduider 3.5.8.1; 3.5.14; 4.5.2
- in met alle ramen wijd open 3.11.2.2.3, D
op ... na + te + - (op een mm na te klein) 3.5.1.3.3, C
open als - in met alle ramen wijd open 3.11.2.2.3, D
te + - + ‘mv’ 2.12.1.1.2
- als ‘bw’ voorbep. 4.4.2.1.3
- als voorbep. bij beperkt zn-p 4.4.2.1.3
- als zn-pd 4.5.2
bwbn-par.
beperkingen binnen het - bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.2, C
- binnen een td-p als bw en bv bep. 2.15.2.2.2
bwbn-p
- als aanloop krijgt soms dat als verwijswoord (niet-ww rest) 2.14, G
abstrakt - 4.2.3; 11
- is vrijwel onmisbaar bij de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, vooral A3c
- binnen de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B2d
- als bw bep. 2.15.1; 4.4.2vv
indeling - als bw bep. 2.15.1.1.1, A; 4.4.2
- als bw bep. hoort niet uitsluitend bij gezegde 4.4.2; 2.15.1.1.1, A; 2.15.1.2.1, C
- als bw bep. kan ook met verwijswoord geen uitloop zijn 2.3.3, 4
vinden + hulpww-lv + - als bw bep. + ow + ow 2.14.5.5, 5b en 10
vinden + lv + - als bw bep. 2.14.2.5, 5 en 10
vinden + lv + - als bw bep. + aan het + ow 2.14.2.5.5, 6 en 10
onmisbaar - als bw bep. (?) bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5vv
onmisbaar - als bw bep. in het type ik vind hem heel goed fietsen 2.8.7
onderlinge volgorde - als bw bep. 2.11.1.1.1, A
- als bw bep. met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, C
- als bw bep. in de tweede helft van het type hoe die ook studeert, niet biezonder ijverig 3.5.21.2.1, Bb
- als bw bep. (?) binnen het type met z'n nieuwe jas heel triomfantelijk over z'n arm 3.11.2.1
- als bwbn-pd 4.4.2.1.4; 4.6
definitie van - 1.2.2.6, 3; 4.2.1
- + geleden 2.15.9.4
- in iets goeds enz. 4.9.1
indeling - naar binnenbouw 4.2vv
indeling - naar buitenbouw 4.1
als enigst gerealiseerd ww-pd is lv 2.11.1.3, Cb
nevenschikking tussen - 's 7.3
dubbelzinnigheden bij nevenschikking tussen - 's 7.1.2
nevenschikking tussen - en vd-p 2.6.3, A
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.2
nevenschikking tussen - en niet om te geniéten zo vervelend 2.18.11.1.4, A1
nevenschikking tussen - en vol plannen 2.14.7; 2.14.7.1.2
- als niet-ww rest 4.4.1vv
- kan als niet-ww rest met verwijswoord uitloop zijn 2.3.3, 4
- als niet-ww rest bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5vv
- als niet-ww rest bij hoe kom jij zo ... 2.14.1.1.1, B1
| |
| |
- als niet-ww rest bij duren, kosten, wegen enz. 2.14.2.5vv
- als niet-ww rest in zo vriendelijk willen zijn om ... 2.18.11.3.1, A6a
- als niet-ww rest (aan- of uitloop) krijgt soms dat/het als verwijswoord 2.14, G
vinden + lv + - als niet-ww rest + ow 2.14.2.5.5, 5a en 10
vinden + lv + - als niet-ww rest + hebben/worden + vd 2.14.2.5.5, 5c en 10
vinden + lv + - als niet-ww rest + zijn + aan het + ow 2.14.2.5.5, 5d en 10
vinden + lv + - als niet-ww rest + aan het + ow 2.14.2.5.5, 6 en 10
vinden + lv + - als niet-ww rest + onbeperkte ow 2.14.2.5.5, 7 en 10
- als deel van niet-ww rest in de tweede helft van het type waar ze ook gek op was, niet op een biertje 3.5.21.2.1, Bd
- kan vrij zeker nooit lv zijn 2.5.1; 4.4.3
- kan vrij zeker nooit ond. zijn 2.5.1; 2.5.2; 4.4.3
- als enigst gerealiseerd ww-pd is ons. 2.5.2.4, Cb
- + pas
4 2.15.9.2.4, 2
plaats van - als ww-pd 2.3.3, 4
- als ww-pd is niet. plaatsvast t.o.v. getalsond. 2.19.3
- als ww-pd is niet plaatsvast t.o.v. plat zn-p als lv en mv 2.19.3
- als uitloop (niet-ww rest) krijgt soms dat/het als verwijswoord 2.14, G
- als bw bep. kan ook met verwijswoord geen uitloop zijn 2.3.3, 4
- kan als niet-ww rest met verwijswoord uitloop zijn 2.3.3, 4
verwijswoord bij -: zie aanloop en uitloop hiervóór
vinden + -: zie bw bep. en niet-ww rest
- als vw-pd 6.1.1.1; 4.8
- als vzaz-pd 4.7; 5.0
- in wat voor goeds' enz. 3.5.19.4.6, A
- als ww-pd 2.15.1; 4.4vv
- als ‘zelfstandige taaluiting’ 4.3
- tegenover het zn-p 11.3
- als zn-pd 4.5vv
- als zn-pd bij daderwoord (een hele harde werker) 3.5.12.1; 4.2.1.1, 2
bwbn-pd
bwbn-p als - 4.4.2.1.4; 4.6
even als - 4.4.2.4
hoe als - 4.4.2.1.3
iets als - 4.4.2.1.5
knap als - 4.4.2.1.3
‘mv’ als - 2.12, A en B
‘mv’ als - (bij te + bwbn of genoeg + bwbn) 2.12.1.1.2
om -zinnen als - 2.18.11.3.1vv; 4.4.2.3
op ... na als - 3.5.1.3.3
tamelijk als - 4.4.2.1.2
vn-bw + ww-p als - 4.4.1.2.3vv
vzaz + ww-p als - 4.4.1.2.3, A
wat als - 4.4.2.1.1
ww-p als - 4.4.1.2.3, A
zichzelf als kern van een - 3.5.19.4.2, I
zn-p als - 3.7; 4.4.2.1.5
zo ... als als - 4.4.2.1.6
zo ... dat als - 4.4.2.1.6
zo ... tot als - 4.4.2.1.6
bwbn-pd kern
mekaar als - 3.5.19.4.3, E en G
zichzelf als - beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, I
bwbn-pd-splitsing 9.5
bwbn-p-indeling
- naar binnenbouw 4.2vv
- naar buitenbouw 4.1
bwbn-p-splitsing 9.2.1.2; 9.2.3.2
bw-p
- tegenover bwbn-p 4.2.1
bij
nadat + - + hoofdww-pv van zijn 2.16.5.1.2, A1a
tw-p heel dicht - de honderd 3.5.11.1, 3a
- zich hebben 3.5.19.4.2
bijna
- als par.-genoot van nauwelijks
1 7.2.8.12.1, 4A
bijstelling
aanspreking of - ? 3.4, noot
bijten
in stukken - 2.14.2.6.1, E
bijvoeglijk
de begrippen - en zelfstandig in de spraakkunsttraditie 12.9
bijwoord, zie bw
bijzin
beknopte - (ondertype vd-p) 2.6.3
beknopte -: zie verder om-zin
betr. - 3.5.16.1.6
betr. - is uitg. bij het type slager als niet-ww rest 2.14.2.1, A2
het onderscheid tussen uitbreidende en beperkende betr. - is meestal onspraakkunstig 3.5.16.1
betr. - met om 3.5.16.1.6
betr. - met om en met ook maar íémand 3.5.2.2.2, D2
bv - 3.5.16.1vv
bv - met vw dat 3.5.16.1.1
bv - met vw dat en + ook maar íémand 3.5.2.2.2, D2
bv - met (wie enz.) of 3.5.16.1.2
bv - met (wie enz.) of + ook maar íémand 3.5.2.2 2, D2
bv - met log. vw 3.5.16.1.5
bv - met indir. vra. woord 3.5.16.1.2
bv - die direkte rede zijn 3.5.16.1.3
bv - met vw om 3.5.16.1.4
bv - met betr. woord om 3.5.16.1.6
bv - met om (eenschimmig) + ook maar íémand 3.5.2.2.2, D1
bv om-zin als pendant van bw - 2.18.11.2.1, A
betekenisleer van bv - bij daadwoorden 2.18.11.2.1, E
bv - met dat/of/om is bij een daderwoord vrijwel uitg. 11.2.1.2.10, B1
parallel tussen gezegdezin en niet-betr. bv - 2.18.7, B4
bw - 2.18.9, B3; 2.18.10; B3
bw - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, D
‘bw’ - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E
definitie van - 2.1.1
plaats van - als bezetter van één ww-pp 2.19.5
samentrekking bij vra. woorden in - 7.5.9.3
bijzins-pv
vw enz. + - + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3
*Calcar, W.I.M. van 2.12, noot; 4.4.2.4, noot
Caron, W.J.B. 2.6.2.5, noot
Caspel, P.P.J. van 2.15.1.2.1, C, noot; 3.5.19.4.2, noot; 3.10.1, noot
cirkeltje 11.1.2.3.4
*daadwoord
bijzinnen bij - 3.5.16.1vv
betekenis van bijzinnen bij - 2.18.11.2.1, E
bijzinnen met gramm. vw bij - 2.18.7, D
bijzinnen met log. vw bij - 2.18.9, D
- tegenover daderwoord 11.2.1.2.1; 11.2.1.2.10, B
voorlopige definitie van - 3.5.19.4.2, Db; 11.2.1.1
- zonder die/dat-par. 11.2.1.1.2
- + mekaars/van mekaar enz. 3.5.19.4.3, D1
- als ond.-kern + dir. of indir. rede als nw deel 2.14.6.1
- als ond.-kern + om-zin als nw deel 2.18.11.1.4, E
niet-betr. bijzin bij - als ond.-kern blokkeert zo'n bijzin als nw deel 2.18.7, B4b
als + niet-betr. bijzin bij - als ond.-kern blokkeert soortgelijke zin als nw deel 2.18.7, B4c
om-zinnen die alleen bij - mogelijk zijn 2.18.11.2.1
om-zinnen met gister enz. als bep. bij - 2.16.5.2.1, B2; 2.16.5.2.2, B2
- als ond.-kern + dir. of indir. rede als nw deel 2.14.6.1
- als ond.-kern maakt mekaars in de nabep. mogelijk 3.5.19.4.3, D2b
- als ond.-kern + om-zin als nw deel 2.18.11.1.4, E
niet-betr. bijzin bij - als ond.-kern blokkeert soortgelijke zin als nw deel 2.18.7, B4b
als + niet-betr. bijzin bij - als ond.-kern blokkeert soortgelijke zin als nw deel 2.18.7, B4c
- tegenover staatwoord en tegenover overeenkomstíge ww-pd's 4.4.1.5
enkele types -en 11.2.1.1.2, A
vw + bijzins-pv (binnen bijzin bij -) + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, C
schijnbare vz-uitdrukkingen met - 5.3.4
beperkingen i.v.m. zichzelf enz. bij - 3.5.19.4.2, E en G
daags
- als vw-pd 6.1
- als vzaz-pd 5.0
daar (‘vn’) 3.5.19.5, B
- maakt op 1e of 3e zinsplaats (bij voor-pv) het plaatsond. er overbodig 2.5.2.2, D; 2.5.2.2.1, 2b
- maakt op 1e of 3e zinsplaats (bij voor-pv) een getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
- maakt op 1e of 3e zinsplaats (bij voor-pv) een lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
- als verwijswoord 2.19.4.3.1, B; 2.19.4.3.2
- als half aanw. vn-bw: zie vn-bw(-p)
- ... om (aanw. vn-bw) tegenover daarom (vw bw: onsplitsbaar) 3.5.19.9.1, E2
daardoor
dat-zin na - of erdoor als variant van doordat-zin 2.6.2.6, B2
| |
| |
daarentegen
- als ‘tussenwoord’ bij een nevenschikking 7.4.5.2
daarom
onsplitsbaar - (vw bw) tegenover splitsbaar aanw. vn-bw daar ... om 3.5.19.9.1, E2
- niet als verwijzer bij al-zinnen 2.15.7.1
daartoe 3.5.19.9.1, C1
daartussen
-, - in en - door in het type twee beelden met - een lampje 3.11.1.2.4
daderwoord
bv bijzin met dat/of/om bij - is vrijwel uitg. 11.2.1.2.10, B1
- tegenover daadwoord 11.2.1.2.1; 11.2.1.2.10, B
definitie van - 3.5.19.4.2, Dc
- + van mekaar 3.5.19.4.3, D1
- als pendant van de groep ond. + hoofdww 11.2.1.2.4
- tegenover relatiewoord 11.2.1.2.4
beperkingen in de voorbep. bij - 3.5.12.1
zn-p met - als kern tegenover wie zichzelf bestraft 11.2.1.2.10, A
beperkingen i.v.m. zichzelf enz. bij - 3.5.19.4.2, F en H
dag
een - achter mekaar 3.5.19.4.3, D2a
de - dat ik slaag als bv bep. 2.15.3.11, A
de - toen ik eksamen moest doen als bv bep. 3.5.16.1.5, A
de - van m'n slagen als bv bep. 2.15.3.1.1, A
de - dat ik slaag als bw bep. 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.1
de - van m'n slagen als bw bep. 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.2
vw + bijzins-pv + hoofdzins-pv bij de bw bep. de - dat ik slaag/de - toen ik slaagde 2.16.5.2.3, D
een - als bw bep. 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.3
twee -en als bw bep. 2.15.3.1.3
- in - uit 5.4.5, 2
- na - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
dagen: zie onpers. ww
dan 3.5.19.5
- + vra. wijs + hoeven 2.9.4.1, D
- + vraagwoordvraag + hoeven 2.9.4.1, C
- /toen vormen als verwijswoord een aanvulling 2.19.4.3.1, A
- /toen als verwijswoord na de aanloop de dag dat ik slaag(de)/de dag van m'n slagen (bw bep.) 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.1, A
- als verwijswoord na de aanloop kom je in de stad (bw bep.) 2.2.3.2
- pas 2.15.9.3.2, A
- dat-zin na te + bwbn (te klein - dat ...) 3.5.19.3.1; 4.5.3
- als vw bw 7.2.10; 7.4.5
wie - ook enz. als ww-pd 3.5.20.1
wie - ook als al-zinsdeel 3.5.20.1.2
wie - ook als deel van als-groep 3.5.20.1.3; 3.5.20.1.4, D
wie - ook is vrijwel zeker een beperkt ww-p 3.5.20.1.4, B
dat
het aanw. vn - vormt met die een aanvulling 3.5.8.1
onbeklemtoonbaar zelfstandig en bijvoeglijk aanw. vn die/ - 3.5.8.3.4, 2 en 4
plaatsmogelijkheden van aanw. vn - als lv 2.11.1.1, 2
aanw. vn. - als niet-ww rest 2.14.4.1
aanw. vn. - als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2, C
aanw. vn. - als niet-ww rest bij wegen 2.14.2.5.3, C
aanw. vn. - als ond. bij een meervoudige pv bij koppelww als hoofdww 2.14, B2
aanw. vn. - in het type die/- van jou 3.5.8.3.4, 3
vzaz + aanw. vn - is vrij zeldzaam 2.13.1.1
vzaz + aanw. vn - tegenover aanw.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, B
het verwijzende aanw. vn - in het (-) doen 7.5.13vv
het aanw. vn - in - komt: ik ben jarig 2.14.1.1.6
het par.-loze zelfstandige aanw. vn - als verwijswoord 3.5.8.3.4, 1
het aanw. vn - als afwijkend verwijswoord naar plat zn-p met die-woord als kern, naar wie-zin of naar bwbn-p als aanloop (bij koppelww's of bij vinden + lv + bvg) 2.14, G; 2.14.2.5.5, 3 a en b
in hoe komt - kan - geen verwijswoord zijn naar een aaan- of uitloop met een die-woord als kern, een wie-zin of een bwbn-p 2.14.1.1.1, A3
betr. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.7
betr. vn - en betr.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, D
betr. vn - binnen aanspreking (lieve jongen - je bent) 2.18.4.1, 4; 3.4.2
gramm. (verb.) vw - 2.16
gramm. vw - in vv-zin 2.13.3
gramm. vw - is par.-genoot (?) van of 7.2.7.1, A
weglaatbaar gramm. vw - 6.1.1.2
weglaatbaar gramm. vw - in de groep of dat 7.2.7.1, A
weglaatbaar gramm. vw - na tenzij
3 3.5.1.4
gramm. vw - in mooi - ie zingt 2.18.4vv
gramm. vw - in wie denk je - er komt 7.4.2.1
gramm. vw - in wat is er toch - je zo huilt 2.2.10.5.4
gramm. vw - in het regent - het giet enz. 2.5.2.7.4, 6a
gramm. vw - /als/toen in de bw bep. de dag - /als/ toen ik slaag(de) 2.15.3.1.1, E1a en 3
gramm. vw - is na vragen enkel mogelijk in gezelschap van een van-bep. (hij vraagt van me dat ik ...) 7.2.7.1b
gramm. vw - is in of het nou regent of - het mooi weer is enkel weglaatbaar als ook het tweede het afwezig is 7.2.7.1.3, A
en - als star geheel dat een zinsdeel door isolering benadrukt 7.5.11, 2
dat-Δ 2.18.4.2v
na - kan geen niet-woord volgen 2.9.4.1, E1
datgene
het bak vn - 3.5.19.9.4; 3.5.19.7, 2
datum
na - 2.15.3.2.2
datzelfde: zie zelfde
dat-zin
bv - 3.5.16.1.1
bv - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A3
bv - en - als bvg 2.18.7, B4d
bv - en - als niet-ww rest 2.18.7, B4
- na daardoor of erdoor als variant van doordat-zin 2.6.2.6, B2
- als ‘lv’ 4.4.1.3.1vv
- als niet-ww rest in het is dat je jarig bent, maar anders ... 2.14.6.2.2
- als ond. in als-groep 4.4.2.4.3, D4 en 5
- als ond., lv en vv met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A3
- als ‘vv’ 4.4.1.1, A
dauwen, zie onpers. ww
de
- /het vormen een aanvulling 3.5.8.1
namen van bergen en rivieren kunnen -/het enkel missen na zonder 3.5.15.2; 10.8.2.5
- /het eigen 3.5.8.9.3, A2
- /het binnen een getalsond. bij zijn enz. 2.5.2.3.2, B2
namen van bergen en rivieren kunnen -/het enkel missen na zonder 3.5.15.2; 10.8.2.5
het tekstgallicisme - hoed in - hand is verwant met met een hoed in z'n hand 3.11.3.2
het tw-p heel ver in - honderd 3.5.11.1.3
- /het kunnen niet zelfstandig voorkomen 3.5.8.3.9, 1, A2c
december
de maand - enz. 3.5.16.5vv
deel
nw -, zie koppelww, niet-ww rest, vinden en zijn
scheidbaar - met mekaar 3.5.19.4.3, C2b
deel
in -en verdelen 2.14.2.6.1, D
deelwoord
tegenwoordig -, zie td
voltooid -, zie vd
degene
het bak. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.7, 2
denkbare
de grootst - enz. als zn-pd 4.5.2.1, 4
het grootst - enz. is uitg. als ww-pd 4.4.2.2.1, A3
denken
hij zal niet anders - of ... 7.2.8.10vv
- jullie niet na een voorafgaande zin 10.4
... ook maar te - 3.5.2.1
- + te + ow 2.9.3
het beperkte par. van - in wie denk je dat er komt 7.4.2.1
des te
hoe fijner ... - betere ... 4.4.2.2.2, 6; 4.5.2.2, 6
- gezonder(e) 4.4.2.2.2, 7; 4.5.2.2, 7
deze
aanvulling tussen - /dit 3.5.8.1
dezelfde
- /hetzelfde + als-groep 4.4.2.4.2, A
zie ook zelfde
dicht
met alle ramen - 3.11.1.1; 3.11.2.2.3, D; 5.4.2
die
aanw. vn - /dat vormen een aanvulling 3.5.8.1
het onbeklemtoonbare zelfstandige en bijvoeglijke -/dat 3.5.8.3.4, 2 en 4
het -/dat-par. ontbreekt in het type bakker als nw deel. 2.14.2.1, A; 3.5.20.3.1, 2
| |
| |
het -/dat-par. ontbreekt in het bvg-type als bakker/tot bakker 2.14.2.4; 3.5.20.3.1, 2b
het -/dat-par. ontbreekt in het type op school 2.15.3.2.2
het -/dat-par. kan ontbreken bij een daadwoord 11.2.1.1.2
het -/dat-par. kan ontbreken in het type zonder jas 10.8.2.1; 3.5.20.3.1, 2
het -/dat-par is beperkt binnen het getalsond. 2.5.2.3.2, B2; 2.5.2.7.8
het -/dat-par is beperkt binnen het getalsond. en lv van die aardige poppetjes 2.5.2.3.2, E
het -/dat-par. is beperkt binnen de betr. om-zin 2.18.11.2.1, A; 2.18.11.2.2, A
het -/dat-par. is beperkt binnen het type -/dat van jullie 3.5.8.3.9, 1, A1b
het -/dat-par. is beperkt binnen het type -/dat van m'n vader 3.5.8.3.9, 1, A1b
het -/dat-par. is beperkt binnen het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1
het -/dat-par. is beperkt binnen het type hoofdstuk vier 3.5.16.3
het -/dat-par. is beperkt binnen uitloopond. of -lv 2.5.2.2, Ba
het -/dat-par. is beperkt bij zelfstandig gebruik 3.5.8.3.9
het -/dat-par. binnen het lv 2.11.1.2.2, 1; 2.11.1.2.3, 2 en 3
die is par.-loos in de ‘zelfstandige taaluiting’ die Kees 3.3.1
betr. vn - 3.5.19.3; 3.5.19.4.7, 2
diegene
het bak. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.7
dienen
- + te + ow 2.9.3
die/of-zin
- als ond. enz. is uitg. bij de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, A3a
diep
een meter - 4.4.2.1.2
dierbaar
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
dezelfde, zie zelfde
dik
een meter - 4.4.2.1.2
dikke
het tw-p een - honderd 3.5.11.1.2
dikwijls
- is wel bw maar geen bn 4.5.2.3
iets - is uitg. 4.9.1, C1
dinsdag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
dinsdagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
dinsdagen
de bw bep. twee - 2.15.3.1.3
dinsdags
het ‘zn’ - 3.5.19.5
diskussie
de - Schelfhout - Swierstra 3.5.16.7
dispuut
het - Schelfhout - Swierstra 3.5.16.7
dit
het aanw. vn - en deze vormen een aanvulling 3.5.8.1
het aanw. vn - en het aanw.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, B
- als ond. bij een meervoudige pv van zijn, schijnen enz. 2.14, B2
vzaz + - is vrij zeldzaam 2.13.1.1
doelman
- Jansen 3.5.16.8
doen ww
- binnen de als-groep 3.5.20.1.3, C; 4.4.2.4.1vv
- + wie dan ook binnen de als-groep 3.5.20.1.3, B
- + (als)of-zin 2.14.6.2.1, E
het/dat - + bv nabep. 7.5.13.1.8
het/dat - + ‘bw’ nabep. 7.5.13.1.9
- + ow die per se binnen het driehoekje moet staan 2.8, B; 3.5.21.2.1, Bcβ
ze - erg flauw 2.14.1.4vv
erg flauw - en erg flauw zijn 2.14.1.4.2
ze - er goed aan met/om/door ... 2.14.1.4.1
het verwijzende het/dat - 7.5.13vv
het/dat - + lv 7.5.13.1.4v
het/dat - (als vd) in de echte lvm 7.5.13.1.3
- jullie mee een potje kaarten 2.8.8
het/dat - + mv 7.5.13.1.5v
het/dat - als onpers. ww 7.5.13.1.1
- + ow die per se binnen het Δ moet staan 2.8, B; 3.5.21.2.1, Bcβ
vol - 2.14.7.1.1
het/dat - + vv 7.5.13.1.7
- + wie dan ook enz. binnen als-groep 3.5.20.1.3, B
het/dat - als wkd ww 7.5.13.1.2
doen zn
voor mijn - enz. 2.14.2.6.10, A
dokter
- Jansen 3.5.16.8
dol
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1; 2.18.11.3.1, A1
dominee
- Jansen 3.5.16.8
donderdag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
donderdagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
donderdagen
de bw bep. twee - 2.15.3.1.3
donderdags
het ‘zn’ - 3.5.19.5, A
dood
nadat + - + hoofdww-pv van zijn 2.16.5.1.2, A1a
dood-
absolute bwbn's met - 4.4.2.1.7
doodmoe
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
doodsbang
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
doodziek
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
doof
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
dooien
lvm bij niet-ww rest + - 2.6.2.2
zie verder onpers. ww
door vw
- en doordat vormen geen korrelatie 3.5.2.2.2, C3
- zo bleek te zien is uitg. 2.14.1.3.1
door vzaz
de bw en de bv bep. met - 11.2.1.1.1; 11.2.1.1.2
op drie stuks na - ... heen 3.5.1.3.3, C1b
door-bep. van de lvm
- is uitg. bij bwbn's op - baar 2.6.2.6, A
- is moeilijk begrensbaar en weinig frekwent 2.4.2, slot; 2.6, noot
de grens tussen de - en de doordat-zin en de speciale dat-zin 2.6.2.6, B2
- is soms beperkt bij erg graag 2.15.1.2.1, C
- bij hangen, liggen, staan of zitten + vd of schijn-vd 2.6.4, 3
- is uitg. bij imperfektief gebruikte ww's 2.6.2.6, A; 2.14.1.5.1, Aa
- in door welk lekje komt die plank zo nat (geen lvm) 2.14.1.1.1, A1
- en lv als deel van dezelfde zin 2.6.2.7.2; 2.6.1.7.3, A
- maakt in tekst het ond. misbaar 2.5.2.3. 1, B2c
- bij hangen, liggen, staan of zitten + vd of schijn-vd 2.6.4, 3
- en vv 2.6, noot; 2.6.2.4.2, slot; 2.6.2.6, B1; 2.13.5
doordat
- en het vw door vormen geen korrelatie 3.5.2.2.2, C3
doordat-zin
- als variant van dat-zin na daardoor of erdoor 2.6.2.6, B2
- tegenover door-bep. 2.6.2.6, B2
- na dat komt 2.14.1.1.6
- als niet-ww rest 2.14.6.2.3
- met ook maar íémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C3
doordringbaarheid
- van verbindende woorden die hoeven en ook maar íémand mogelijk maken 2.9.4.3, 2; 3.5.2.3.3
doornat regenen
- + lv 2.6.2.2
door-zin
- na ze doen er goed aan 2.14.1.4.1
doppen
die pinda's - erg moeilijk 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
dorp
het - Oegstgeest 3.5.16.6
draaglijk
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, C3a
draaien
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
dreef
op - als bwbn, stell. trap 2.15.3.3.2; 4.4.2.2.3, D5
drie
alle - enz. 3.5.7.3
hoofdstuk - (onderdelen) 3.5.16.3
Karel - (vorsten en pausen) 3.5.16.4
drieën
in met z'n - enz., zie tweeën
in - verdelen 2.14.2.6.1, D
wij -, jullie -, u -, zij - 3.5.19.4.1, F
driehoekje 2.2.1.1vv; 2.2.6.3; 2.2.10.5.2; 2.18vv; 2.18.4vv; 2.19.1.2.1vv; 11.1.2.3.2, B; 11.1.2.3.4
bw bep. als - 2.15.3.1; 2.15.3.2.1; 2.15.4; 2.15.5; 2.15.6; 2.15.7; 2.15.7.1; 2.15.9.1, 3
| |
| |
bij doen als hulpww staat de ow per se binnen het -2.8.1.2
een vage indeling in twee types - 2.19.1.2.2
of het nou regent of dat het mooi weer is kan geen - zijn 7.2.7
ond.-zin met vn-bw voorop is zelden - 2.5.2.4, Bf
elementen binnen het - die ook maar íémand mogelijk maken 3.5.2.3.1, a en b
ook als - is tekst 7.4.4.1, 1
splitsingen waarbij één helft per se - is 9.2.1vv
splitsingen waarbij geen enkele helft per se - is 9.2.2vv; 9.2.3vv
toch en zeker als - maken een zin niet vragend 2.2.10.4, 3 en 3d
vn-bw-p als - 2.13.1.3, B
vv-zin kan geen - zijn 2.13.2.1.1, 2; 4.4.1.2.3, A
‘vv’-zin kan geen - zijn 4.4.1.1, A
wie er ook belt (bw bep.) kan geen - zijn 3.5.21.1.1, A
ww-p als ‘bw’ nabep. kan geen - zijn 4.4.1.2.3, A
zeker en immers als - maken een zin niet vragend 2.2.10.4, 3 en 3d
beperkingen binnen het - in zinstype II 2.2.6.2, B en C
zie ook eerste ww-pp en eerste zinsplaats
drietjes
met z'n - 3.5.11.2, noot
drinken
die glazen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5, 2B
iets te - vinden 2.14.2.5.5, 8
Droste, F.G. 2.8.1
druk
hij heeft het erg - 2.14.1.2.1, B4a
drukken
- in stukken - 2.14.2.6.1, E
dubbelzinnigheid
- bij nevenschikking 7.1.2
duel
het - Jansen-Willems 3.5.16.7
duizenden
het tw-p enkele - 3.5.11.1.1
het tw-p in de - 3.5.11.1.3, b
dunken
het koppelww - 2.14, G
duren
- + bwbn-p als niet-ww rest 2.14.2.5.1, A
- + eer-/eerdat-/tot- of voor-zin als ond. 2.5.2.4, Be
het zal niet lang - of ... 7.2.8.3vv
- + niet-ww rest 2.14.2.5v
- + ond.-zin met eer/eerdat/tot/voor 2.5.2.4, Be
- + vn 's als niet-ww rest 2.14.2.5.1, C
- + zn-p als niet-ww rest 2.14.2.5.1, B
durven
- + soms afwezig te + ow 2.9.2, B
dus
het vw bw - 7.2.10; 7.4.5
duur
- als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2
dwaas
- + dat-zin 4.4.1.1, A
d'r
m'n moeder - boeken 3.5.8.3.2v
par.-loos - in met een jas over - arm 3.11.1.1.1, A
*-e
de fakultatieve - bij overtr. trap van bw's 4.4.2.2.1, A6b
echt
een onuitbreidbaar - maakt de bvg voor een prof mogelijk 2.14.2.6.10, A3cβ
een
een/nul-lv vormen een aanvulling (ev/mv van zn) 3.5.8.2; 3.5.8.3.5
bij de bvg voor een prof is -/nul-lw de frekwentste voorbep. 2.14.2.6.10, A3a en B2a
- eigen 3.5.8.9.3, A2
zn-p met -/nul-lw als lv 2.11.1.2.2, 3 en 4; 2.11.1.2.3, 1
- / nul-lw is uitg. binnen ond. van ww-p II 2.2.6.2, C
tw-p - dikke honderd 3.5.11.1.2
tw-p - ... of wat 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.3
tw-p - stuk of wat 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.2
zn-p met -/nul-lw is uitloopond. 2.5.2.2, Ba
-2 is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.5, b
één 3.5.8.3, B; 3.5.8.3.5; 3.5.11
de - na de ander in nevenschikking met stuk voor stuk als bvg 5.4.6.4, 3
hoofdstuk - (onderdelen) 3.5.16.3
- van alle (tweeën enz.) 3.5.7.4
- van die sinterklazen 3.5.11.2.1
- van ons 3.5.7.5
- van ons alle(maal) 3.5.7.5
- van ons tweeën enz. 3.5.7.5
Karel - (vorsten en pausen ) 3.5.16.4
eens
een vv in het - zijn over ? 2.13.2.1.5, noot
maar - 2.15.9.1.3
eenschimmig
-e om-zin 2.18.11, III2vv
eentje
- is altijd zelfstandig 3.5.11.2, noot; 3.5.17.4
in/op z'n - 2.5.2.7.6; 3.5.17.3v; 4.4.2.2.3, D5
in/op z'n - beperkt ond. of lv 2.5.2.7.6, noot
eenvlakkigheid 1.1.1; 1.2
eenzinsdeelproef 2.19.1.2.3
- slaagt meestal bij alle enz. ... behalve
2 ... 3.5.1.2.1, E
- slaagt een enkele keer bij alle enz. ... tenzij
2 ... 3.5.1.4.1, E
- mislukt bij behalve
1 ... ook ... 3.5.1.1; 3.5.1.1.1, E
eer(dat) (vw) - 2.16, 2
- + hoeven 2.9.4.2, B2
eer(dat)-zin
- als aanloop is moeilijk 2.19.4.3.3, A
- als bw bep. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
- als lv 2.11.1.3, Bf
- als lv en ond. is uitg. met het ‘vn’ nóú 2.16.5.1.3, B
- (als lv, ond. en vv) + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A2
- als niet-ww rest met het ‘vn’ nóü 2.16.5.1.3, C
- als ond. 2.5.2.4, Bf
eerst
- is geen overtr. trap of rangtw 3.5.10.1; 4.4.2.2.1, A1a
voor het - 4.4.2.2.1, A1d
eerste
- met onweglaatbare e 3.5.10.1; 4.4.2.2.1, A1b
- met weglaatbare e 3.5.10.1; 4.4.2.2.1, A1c
effen
- kan geen genusaanduider zijn 4.5.2, 1
eigen 3.5.9.8.3
bez. vn + - 3.5.8.9.3, A3
bez. vn + veroorzaken beperkingen 2.5.2.7.6, 1vv; 3.5.8.9.3, B; 11.2.1.1.1, B
lw + - veroorzaken beperkingen 3.5.8.9.3, A2; 3.5.8.5.3
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
vaste uitdrukkingen met - 3.5.8.9.3, A1
- met en zonder voorbep. 3.5.8.9.3, A1
eigenaardig
(wat) - dat ... 2.18.4.1, 1
eigennaam
- (bergen en rivieren) kan lw bij nevenschikking missen 3.5.16.6, D
‘echte’ - is uitg. in het zn-par. in de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B2f
‘echte’ - kent geen bv om-zin 2.18.11.2.2, Aa
- (rivieren en bergen) kan lw bij nevenschikking missen 3.5.16.6, D
zonder + - (bergen en rivieren) kan lw missen 10.8.2.5
eiland
het - Tessel 3.5.16.6, D
eind
sinds/tot/vanaf - maart 3.5.16.5; 3.5.16.5.2, E
eindgroep 2.3.2; 2.19.2
bwbn-p bij duren enz. als deel van de niet-ww - 2.14.2.5v
verschil niet-ww - en niet-ww rest 2.3.2.2
in eenschimmige om-zinnen is de ww - sterk beperkt 2.18.11.2.1, C
afgesplitst ook in ww - 7.4.4.1, 3vv; 7.4.4.2v
ow's in ww - 2.8.5
vd-p als deel van niet-ww - 2.6.3, A
vn-bw-p als deel van niet-ww - 2.13.1.3, C
in ww-p met gerealiseerde voor-pv en realiseerbare 1e pp moet één lid van - aanwezig zijn 2.2.8.1
in ww-p met realiseerbare voor-pv moet één lid van - aanwezig zijn 2.2.6.5
vzaz op één zinsplaats is deel van niet-ww - 2.18.11.4.3, A1
ww - 2.17.1vv
zinsdelen en zinsdeelstukken in de niet-ww - 2.19.2.2vv
zn-p bij duren enz. als deel van de niet-ww - 2.14.2.5; 2.14.2.5.1, B; 2.14.2.5.2, B; 2.14.2.5.3, B
eindgroep-ook 7.4.4.2vv
elementen
negatief polaire - 2.9.4
elk
aanvulling bij -/elke 3.5.8.1
- /elke behalve 3.5.1.2
- /elke op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
elkaar(s), zie mekaar(s)
elke, zie
| |
| |
en
- + bw bep. in de na-uitloop benadrukt dat zinsdeel 7.5.11
- dat ... als middel om een zinsdeel door isolering te benadrukken 7.5.11, 2
dubbelzinnigheden bij - en bij - ... - ... 7.1.2, A en Ea; 7.1.2, B en Ea
par.-loos - in de reeksvormer ... maar ... - ... al ... (hij hoeft maar te bellen en ze staan al ...) 2.15.9.3.2
- + bw bep. in de na-uitloop benadrukt dat zinsdeel 7.5.11
- verbindt pv's 2.4.2
nevenschikking met - in het ond. vereist bijna altijd meervoudige pv 2.5.2.7.1, 6
- verbindt vd's 2.6.1
- wat voer jij uit aan het begin van een gesprek 2.2.10.5.5; 7.2.2
- wel als middel om een zinsdeel door isolering te benadrukken 7.5.11, 3
- ... - ... verbindt ww-p's 7.2.2
- ... - ... verbindt zn-p's 7.1.3vv; 7.1.2.1
plaatsmogelijkheden van - ... - ... binnen zn'p's 7.1.3.1.1
zie ook nevenschikking, verbandvraag en ww-vormen
en /en/ 12.12.1
ene 3.5.11
- in de bw bep. de - dag ... de andere dag ... 2.15.3.1.1, C1a
- is een versmelting 3.5.19.6
enen
bij -, na -, over -, tegen - 3.5.17.4.1
en-groepen
afsplitsing van - 9.2.3.1, 7; 9.2.3.2, 5; 9.4, 4; 9.5
enigst(e) 4.5.2.1, 2 en 3
- + hoeven 2.9.3.1.l, 2b en 6b
de - mogelijke 4.5.2.1, 4
de - op ... na 3.5.1.3.3, B1e
enkel
- + hoeven 2.9.4.1, A; 2.9.4.2, D4
- maar 2.15.9.3.1vv
enkele
geen-op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
vzaz + geen (+ -) 10.6, D
- is mogelijk als deel van getalsond. 2.5.2.7.8, 2Ia
- is voor meervouden een versmelting 3.5.19.6 enkelvoud, zie ev
er
- als onrealiseerbaar plaatsond. in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.1, D1
- als bw bep. 2.5.2.3, B3; 2.5.2.3.1
- + hoofdtw enz. (als laatst gerealiseerde voor-bep.) 2.5.2.2, A2 en C slot; 2.5.2.3, B1; 2.5.2.3.1, A; 3.5.11.2v; 3.5.11.2.2v; 4.4.3
- als niet-ond. is beperkt tot 2e stuk begingroep 2.19.1.2.1; 2.19.1.3, A
- kan/moet als half vn-bw achterwege blijven in een ow-geb. wijs en in sommige om-zinnen 2.5.2.2, C2bα en β
- staat als half afgesplitst pers.-vn-bw soms in het 2e stuk van de begingroep 2.19.1.3, Ab
- als half pers.-vn-bw 2.5.2.3, A; 2.5.2.3.1, A
- als plaatsond. 2.5, B1 en D
- staat als plaatsond. per se op de 1e of 3e zinsplaats 2.19.1.2.1, 2c
- als plaatsond. in een lvm 2.5.2.2.1
- als onrealiseerbaar plaatsond. in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D1
samenval van twee of drie -'s 2.5.2.3.1, A
vijf soorten - 2.5.2.3v
- tegenover het als verwijswoord naar uitloopond. 2.5.2.3.1, C
weglaatbaarheid van - 2.5.2.3.1, B
zie ook schim-‘er’, schim-‘waar’ en pers.-vn-bw
eraan
hoe kom je - 2.14.1.1.7
erbij
hoe kom je - 2.14.1.1.7
erdoor
dat-zin na - of daardoor als variant van doordat-zin 2.6.2.6, B2
erg
- als bn-pd is soms genusaanduider 4.5.1, 1
heel - als bwbn-pd 4.4.2.1.4
hij heeft het heel - (?) 2.14.1.2.1, B4a
ergens
- anders 4.9.2, B en C
- als onbep. -vn-bw-pd, zie vn-bw-p
het onbep. ‘vn’ - 3.5.19.5, B
ook maar - 3.5.2vv
ergeren
zich - kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
eruit zien
- (als)of ... 2.14.1.3
goed/slecht - 2.14.1.3
Es, G.A. van 3.5.19.4.2, noot
eten
die bordjes - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
te - vinden 2.14.2.5.5, 8
etenstijd
met -, na -, onder -, tegen -, voor - 2.15.3.2.2
ev
bij nevenschikking binnen het ond. is de pv bijna altijd - 2.5.2.7.1, F11
- is uitg. in van die aardige poppetjes, behalve bij stof-zn's enz. 2.5.2.3.1
even
- + stell. trap + als-groep 4.4.2.4
- kan voorbep. zijn bij absoluut bwbn 4.4.2.1.7
- als bwbn-pd 4.4.2.4
- maar 2.15.9.3.1
- als par.-genoot van nauwelijks
2 7.2.8.12.1, 4B 4b
ook maar - 3.5.2.1
op ... na - + stell. trap 3.5.1.5.3, C2
evenmin
- ... als ... bij zn-p's 7.1.10
- + hoeven 2.9.4.1, A
eventjes
ook maar - 3.5.2.1
maar - 2.15.9.3.1
*familie
de - Jansen 3.5.16.6, D; 3.5.16.9vv
fantastisch
dat boek leest - 2.14.1.5.2, C1
fatsoenlijk
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
februari
de maand - 3.5.16.5vv
fietsen
- + lv (?) 2.14.2.5, 4b
die paadjes - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
filiaal
het - Naamsestraat 3.5.16.9vv
firma
de - Jansen 3.5.16.9vv
de - Jansen en van Zijp 3.5.16.6, D
flard
in -en scheuren 2.14.2.6.1
Fletcher, William H. 4.4.2.1.7
flets
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
fluisteren
ook maar - 3.5.2.1
foneemsyntaksis 1.2
fonetiek 1.2
foniek 1.2
fonolologie 1.2
fragment
in -en verdelen 2.14.2.6.1
fraktie
de - Kamerbeek 3.5.16.9vv
freule
- Jansen 3.5.16.8
fris
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
fijn
die boeken lezen erg - 2.14.1.5.2, C1
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
(wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
*gaan
- + aan het + ow 2.10.1, A; 2.10.5
het type - jullie mee fietsen 2.8.9
- + ow 2.8; 2.8.2
- + uit + ow 2.10.4
gal
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
gallicisme
-s in tekst 12.2.2; 12.3; 12.10
het - de hoed in de hand tegenover met een hoed in z'n hand 3.11.3.2
gang
op - als bwbn (stell. trap) 2.15.3.2.2; 4.4.2.2.3, D5
Garcia, Erica C. 11.2.1.1.2, A, noot
gebeten
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
gebeuren
- heeft geen geb. wijs 2.2.4.1, A
gebrand
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
gebroeders
de - Jansen (?) 3.5.16.9vv
gedachtenwisseling
de - Luns-Scheel 3.5.16.7
gedoe
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
geduldig
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
gedurende
- kan geen om-zinsdeel zijn 2.18.11.4.3, tweede B1
| |
| |
- kan geen deel zijn van ow-geb. wijs 2.18.11.4.3, tweede D2
- kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A; 2.18.11.4.3, tweede B1
geel
- ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
geen 10.6
- binnen een zn-p als aanloop 10.1.1.1, A
- ... als ... 4.5.2.2, 2
- ... behalve ... 3.5.1.2
- binnen een afgesplitste bv nabep. 10.1.1.3, B
- + hoeven 2.9.4.1, A
- ... maar ... 7.1.7vv
- ... meer 4.5.2.2, 3
met ... bestaat enkel in vaste uitdrukkingen 3.5.19.1, noot
- tegenover niet 3.5.8.3.6
- tegenover niet in die ring is niet van goud 2.14.2.6.2, D
- tussen de andere niet-woorden 10.9
- is uitg. in het ond. van zinstype II 2.2.6.2, C
- (enkele) op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
- binnen een zn-p als uitloop 10.1.1.2, A
- van ons 3.5.7.5
- van ons alle(maal) 3.5.7.5
- van ons tweeën enz. 3.5.7.5
- van tweeën, drieën enz., - van alle(n) 3.5.7.4
geeneen 3.5.8.3.6
geenszins
- (tekst) + hoeven 2.9.4.1, A
Geest, W.P.F. de 2.8.3, noot
gehecht
- + ‘vv’ met aan 4.4.1.1
geînteresseerd
- + ‘vv’ met in 4.4.1.1
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
gek
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.1
- + dat-zin 4.4.1.1, A
- dat ... als halfzelfstandige taaluiting 2.18.4.1, 1
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
- + ‘vv’ op dat kind blokkeert een om-zin als ‘vv’ 2.18.11.3.1, A1
de om-zin als ‘vv’ bij gek is eenschimmig 2.18.11.3.1, A, slot
gekant
- + ‘vv’ met tegen 4.4.1.1
gekloofdezinsproef
- bij het vv faalt 2.5.2.4, Bc; noot
geleden
het type een jaar - 2.15.9.4
gelegen
er is veel aan - om ... 2.18.11.1.3, C, noot
geleidelijk
- aan 4.4.2.2.3, F
geloven
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
gelukkig
- als bwbn en als bw 4.4.2.2.3, E
- in types als nauwelijks ... of ... 7.2.8.3vv
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
gelijk
- hebben kan vv krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
gelijkvlakkigheid
- tegenover ongelijkvlakkigheid bij hoofdvormbeperkingen 2.16.5vv
gemak
het beperkte zn-p op z'n - als bwbn (stell. trap) 3.5.19.3.1; 4.4.2.2.3, D5
het beperkte zn-p op z'n - beperkt het ond. of het lv 2.5.2.7.6, C
generaal
- Jansen 3.5.16.8
generlei
- (tekst) + hoeven 2.9.4.1, A
genitief
de oude subjekts- en objekts-- in teksten 11.2.1.1.1, noot
genitief-voorwerpen
- in teksten 2.13; 12.7
genoeg
hard - om ... als bw bep. 2.18.11.3.3, B2
genoeg om ... als bw bep. 2.18.11.3.3, A2
bwbn + - om ... + ‘mv’ 2.12.1.1.2
absolute bwbn's kennen - niet als bep. 4.4.2.1.7
bwbn-p met -, voldoende, veel, weinig enz. als kern is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
- s kan geen bwbn-pd zijn in iets groot -s 4.9.1, C3a
- om ... als bwbn-pd 4.6.1
hard - + ‘bw’ bijzin met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E3
- hebben + ‘vv’ met aan 2.18.11.3.3, A1
stom - om ... als niet-ww rest 2.18.11.3.1, A6b
hard - om ... als niet-ww rest 2.18.11.3.3, B1
- om ... als niet-ww rest 2.18.11.3.3, A1
- kind om ... als niet-ww rest 3.5.19.3.1
- op z'n gemak om ... als niet-ww rest 2.18.11.3.3, B3; 3.5.19.3.1
om-zin als bep. bij - 2.18.11.3.3
bwbn-p met -, voldoende, veel, weinig enz. als kern is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
- hebben + ‘vv’ met aan 2.18.11.3.3, A1
- om ... als zn-pd 2.18.11.3.3, C; 3.5.19.3.1
klein - om ... is uitg. als zn-pd 4.5.2.3
genusaanduider
bn's als - 3.5.14
plaatsaanduidende bn's als - 3.5.14
bwbn's als - 3.5.8.1; 4.5.2
erg als bwbn-pd is soms - 4.5.1, 1
heel als bwbn-pd is - 4.5.1, 1
meer is nooit - 4.5.2.2, 3
minder is soms geen - 4.5.2.2, 3
alleen mogelijk(e) is - in zo groot mogelijk(e) 4.5.2.1, 4
- door stof-bn's 3.5.14
tamelijk als bn-pd is soms - 4.5.1, 1
veel en weinig zijn nooit - 4.4.3
- bij verkleinwoorden van eigennamen 3.5.15.2, noot
vn's en lw's als - 3.5.19.4.7, 1
betr. vn's als - 3.5.19.4.7, 1
pers. vn's als - 3.5.19.4.1, E7
zulk/zulke als - bij stof-zn's e.d. 3.5.8.1
genuskongruentie
- tussen de twee zn's in het zn-p een schat van een kind enz. 3.10.1.2
geprikkeld
- als kern van bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
geringste
ook maar de - 3.5.2.1
geschikt
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
geschil
het - Spanje-Engeland 3.5.16.7
gespitst
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
gesprek
het - Luns-Scheel 3.5
gesprekszin 8
- met alsof 2.14.6.2.1, A
- erg graag is erg frekwent in sommige -nen 2.15.1.2.1, B4
gesteld
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
getal
wiskundig t.o. grammatikaal - 2.4.3.2.1
- van ond. 2.4.3.2.2, 1
- van pv's 2.4.3.2.2, 3; 2.5.2.7.1
tussen pv's met verschillend - is samentrekking mogelijk 7.5.7
- van zn's is als indelingskriterium slechts bruikbaar 3.5.15.2
getalsaanduiding
van het antecedent door het betr. vn 3.5.19.4.7, 1
van het kern-zn door z'n in de bv. bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.2.4
van het kern-zn door net betr. vn 3.5.19.4.7, 1
van de lv-kern of de ond.-kern door z'n in de bw bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, B en D
van de niet-ww rest door de pv 2.14.2.1, A3
van het ond. door de pv 2.4.3.2vv; 2.5.2.7.1
bij nevenschikking binnen het ond. vóór de pv 2.5.2.7.1, F1a enz.
bij nevenschikking binnen het ond. na de pv 2.5.2.7.1, F1b enz.
bij nevenschikking binnen een afgesplitst ond. 2.5.2.7.1, F1c enz.
binnen ond.-kern of lv-kern door z'n in de bw bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, B en D
van de voorbep. door z'n/d'r en m'n vader z'n boeken 3.5.8.3.2, D
getalsbeperking
paradigmatische bij het laatste zn in het zn-p een kist andijvie 3.6.1
paradigmatische - bij het zn in een kist of wat 3.5.19.3.3, B
paradigmatische - bij het laatste zn in een stuk of wat kisten 3.5.19.3.2, B
paradigmatische - bij het zn in vol kisten 2.14.7vv
syntagmatische - tussen kernen van bvg en ond./lv 2.14.2.4.1
syntagmatische - binnen het type met een bekwame musikus als dirigent 3.11.1.2
syntagmatische - tussen nw deel en ond. 2.14.2.1, B
getalskongruentie
- of getalsaanduiding bij de pv ? 2.4.3.2.2, 3
wel of geen - tussen gewone pv en pv van als-groep 4.4.2.4.3, D2, 3 en 4
- tussen de zn's van een schat van een kind 3.10.1.2
- tussen de zn's van een citroen als een knol 3.10.2.2
| |
| |
getalsond. 2.5, B1 en D; 2.5.2.2, A5
binnenbouw-beperkingen bij - 2.5.2.7.8; 3.5.8.3, 1
binnenbouw-beperkingen van - bij er als plaats-ond. 2.5.2.3.2, B
binnenbouw-beperkingen van - als er geen plaats-ond. is 2.5.2.3.2, C
- is uitg. bij de bvg voor een prof enz. 2.14.2.6.10, A3a
- zonder er maar met daar, hier, waar in de tuin enz. 2.4.2.3.1, B
- bij lvm 2.5.2.2.1, 2
- is typisch middengroepselement 2.3.3, 3; 2.5.2.3.2, A
- heeft geen plaatsvastheid t.o.v. bwbn's, maar wel t.o.v. plat zn-p als lv en mv 2.19.3
kern van - beperkt pv-par. 2.5.2.7.1, 4
in het regent verwijten lijkt verwijten sterk op - 2.5.2.7.4, 6bβ
geval
in elk/geen - als verwijzer naar aanloop 2.19.4.2.4
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
in elk/geen - als verwijzer naar de bw bep. of het regent of dat het mooi weer is 7.2.7
in elk/geen - als verwijzer naar de bw bep. wie er ook belt 3.5.21.1.1, A
in elk/geen - als verwijzer naar de plaatsvaste bw bep. in wie er ook belt, ik in geen geval 3.5.21.2.1, A
het - Veenstra 3.5.16.9vv
gevechten
de - Indië-Pakistan 3.5.16.7
gevoelig
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
gevolge
de vz-uitdrukking ten - van 5.3.1vv
geweest
- als mogelijk tweede vd in een lvm 2.6.4, 5
gewenst
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
geworden
- kan nooit tweede vd zijn in lvm 2.6.4, 5
gezegde
bwbn-p als bw bep. hoort soms niet uitsluitend bij het - 2.15.1.1.1, A; 2.15.1.2.1, C; 4.4.2
niet-ww rest van het - 2.14vv
vv's bij een - 2.13.2.1.2
opsomming van -s met vv-zin 2.13.2.1.5
ww rest van het -, zie vd, ow, aan het + ow, te + ow en uit + ow
gezegdezin 2.16.4
- met betr. woord zonder antecedent 2.14.6.3
- (?) met direkte en indirekte rede 2.14.6.1
parallel tussen - en niet-betr. bv bijzin in ond. 2.18.7, B4
om-zin als - 2.18.11.1.4
- met vw 2.14.6.2
gezellig
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
gezien
- z'n grote ijver kent nevenschikking met de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B1
gezind
goed (slecht, gunstig enz.) + ‘mv’ 4.4.1.2.2
gezusters
de - Jansen (?) 3.5.16.9vv
gieten
in vijf blokken - (?) 2.14.2.6.1, E
- is zonder lv en met misbare bw bep. onpers. ww 2.5.2.7.4
vol - 2.14.7.1.1
ginds
het ‘vn’ - 3.5.19.5, B
gister
- enz. als bv bep. met bovenvlakkige hoofdww-pv 2.2.3.2, A en B1
- enz. + bijzins-pv (2e h) + hoofdzins-pv (1e h) 2.16.5.3
- enz. als bw bep. veroorzaakt soms hoofdvormbeperkingen 2.16.5vv
- enz. + 1e h 2.4.3.1.1, B
- enz. als bw bep. in nauwelijks ... of ... 7.2.8vv
- enz. als bw bep. + 1e h in nauwelijks ... of ... is uitg. 7.2.8.3vv
- enz. als om-zinsdeel met bovenvlakkige hoofdww-pv 2.16.5.2.1
- enz. als om-zinsdeel met bovenvlakkig hoofdww-vd 2.16.5.2.1
- enz. als bw bep. is uitg. in de wens. wijs met hoofdww-pv 2.2.3.2, A en B1
- enz. als zn-pd met bovenvlakkige hoofdww-pv 2.2.3.2, A en B1
goed
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
(wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
ze doen er - aan om/met/door ... 2.14.1.4.1
- gezind + ‘mv’ 4.4.1.2.2
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
die boeken lezen erg - 2.14.1.5.2, C1
(wat) - dat ie 2.18.4.1, 1
zo - als nieuw 4.6.2
goeie
een - honderd 3.5.11.2; 3.5.12
gooien
uit mekaar - 2.14.2.6.1, A
vol - 2.14.7.1.1
graaf
- Jansen 3.5.16.8
graag
erg - is erg frekwent in sommige antwoordzinnen 2.15.1.2.1, B4
bereik van erg - 2.15.1.2.1, A
als - groepsvorming kent, is het bwbn, anders niet 2.15.1.2vv
plaats van erg - tussen andere bwbn-p's als bw bep. 2.15.1.1.1, A
erg - beperkt soms de door-bep. van de lvm 2.15.1.2.1, C
we hebben - dat je komt 2.15.1.2.5
iemand erg - hebben ‘houden van’ 2.15.1.2.5
niet - kunnen worden naar (vv) is negatief polaire uitdrukking 2.15.1.2.1
erg - beperkt het hoofdww 2.15.1.2.1, D
erg - beperkt soms hulpww's 2.15.1.2.1, E
erg - is uitg. in één type laten, in pv- en ow-geb. wijs 2.15.1.2.1, B
liever en liefst als vergr. en overtr. trap van - 2.15.1.2.4
iemand - mogen 2.15.1.2.1, E, noot
erg - kent nevenschikking met met tegenzin, tegen m'n zin enz. 2.15.1.2.2
botsingen tussen erg - en niet-woorden 2.15.1.2.1, A
erg - binnen niet-ww rest 2.15.1.2.1
erg - is uitg. in sommige om-zinnen 2.15.1.2.1, B3
erg - beperkt het ond. in de bvm 2.15.1.2.1, C
erg - in ond.-zinnen met eer enz. 2.15.1.2.1, B2
- ‘alstublieft’ bij ow-geb. wijs en andere instrukties 2.15.1.2
plaats van erg - tussen andere bwbn-p's als bw bep. 2.15.1.1.1, A
plaatsbeperkingen van erg - 2.15.1.2.1, A
erg - is uitg. in pv- en ow-geb. wijs en in het type met laten 2.15.1.2.1, B1
erg - is uitg. na tijd-vw's 2.15.1.2.1, B2 en 3
grappig
(wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
grauw
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.4
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
gravin
- Jansen 2.5.16.8
grazen
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
grens
de - Spanje-Portugal 3.5.16.7
grensgeschil
het - Spanje-Portugal 3.5.16.7
groeien
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
groen
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
ze zien - en geel 2.14.1.3vv
groep
in -en verdelen 2.14.2.6.1
de - Jansen 3.5.16.9vv
groot
een - schrijver (‘figuurlijk’) 4.5.2
- (‘grootte hebbend’) in hoe - enz. 4.4.2.1.2; 4.4.2.2.3, G
van stuk 4.4.1.2, B; 4.4.1.4.1, A
Groot, A.W. de 1.2.1, noot; 2.4.3.2.2, 3b, noot; 2.5.2.5, noot; 2.14.2.1, noot; 3.4, noot; 4.4.2.2.3, G, noot
grootmoeders
- jas 3.5.8.3.3
grootvaders
- jas 3.5.8.3.3
gruis
in - vallen 2.14.2.6.1, D
gruzelementen
in - vallen 2.14.2.6.1, D
gunstig
- gezind + ‘mv’ 4.4.1.2.2
*had
- + vd of + twee of meer ow's en zonder ond. 2.18.2
- (den) als hulpww van het vd dat geen pendant heb(ben) kent 2.6.2, C
Haeringen, C.B. van 2.2.10.4; 2.2.10.5.2, noot; 2.2.10.5.3; 2.4.3.1.2, 2; 8.1.2.2, noot; 10.3
| |
| |
hagelen
lvm bij niet-ww rest + - 2.6.2.2
zie ook onpers. ww
hakken
in stukken - 2.14.2.6.1, E
half jaar
de bw bep. het - dat ik vrij ben 2.15.3.1.1
de bw bep. het - van m'n reis 2.15.3.1.2
halfstok 5.4.2, noot
handje vol
een - mensen, vergeleken met een vaas vol bloemen 2.14.7.2
handvol 3.5.16
hangen
hebben + niet-ww rest (+ rond zn-p) + - 2.8.6
- + te + ow 2.7.2.1; 2.9.2
- + vd of schijn-vd ? 2.6.4, 3
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
de bomen - vol kersen 2.14.7.1.1
haplologie
- in op op é én plekje na 3.5.1.3.2, Aa β
hard
- bij daderwoord (een -e werker) 3.5.12.1
- bij indirekt gebruikte ww' s (dat bed ligt erg -) 2.14.1.5.2, C1
hare
de/het - (zelfst. bez. vn) 3.5.19.7.1
hart
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
heb
pv-geb. wijs met - + vd is uitg. 2.2.3.2, B1
hebben (hoofdww)
het/dat doen verwijst nooit naar - of naar zijn 7.5.13.2.1, lv
gelijk - kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
geen lvm-pendant bij - + niet-ww rest 2.11, A
zinnen met - tegenover met een jas over z 'n arm 3.11.3.1
- in ze - het warm 2.14.1.2.1, B2
- in ze - het aan hun hart 2.14.1.2.1, B4b
beperkingen in de pv-geb. wijs bij - 2.2.4.2, B
afwezigheid van pv-geb. wijs bij - 2.2.3.2, B1; 2.18.1, 4
hebben (hulpww)
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- + niet-ww rest + ow (we - daar twee koeien lopen) 2.8.6
- + ow in om-zin (koeien om in je wei te - lopen) 2.18. 11.2.2b, noot
- + twee of meer ow's 2.7v
de keus tussen - en zijn voor twee ow's 2.7.1
- + ow + te + ow 2.7.2v
de keus tussen - en zijn voor een vd 2.6.2.1; 2.6.2.2
de verhouding tussen -/zijn/worden voor een vd 2.6.2.4.1
dubbelzinnigheid bij - + vd in ik heb nou al drie kiezen getrokken 3.11, noot
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + - + vd (ik vind Jan erg leuk gespeeld -) 2.14.2.5.5, 5c en 10
willen + hulpww-lv + door-bep. + - + vd (we willen dat boek door Jan weggebracht -) 2.6.2.7.4
heel
- anders 4.9.2, C
- is als bwbn-pd soms genusaanduider 4.5.1, 1
- + iets goeds 4.9.1, B
- maakt mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, D2a
zie ook hele
heen
naar / - vormen een aanvulling 3.5.19.9.1, F3
- als vzaz-pd 3.5.6
heerlijk
die stoel zit - 2.14.1.5.2, C1
heerom
- Jan 3.5.16.8
heet
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
helaas
- bij het type nauwelijks ... of ... 7.2.8.3vv
- is uitg. in tweede helft van het type nauwelijks ... of ... 7.2.8vv
hele
de/het - ... behalve
2 3.5.1.2
de/het - ... op ... na 3.5.1.3.2, Aa α
helft
in twee -en verdelen 2.14.2.6.1
her-
de klemtoon, de morfologie en de syntaksis bij enkele samenstellingen met - 2.10.2.1, 4, noot
herinneren
in hoever is - zonder zich identiek met - met zich ? 2.17.2.4
zich - + lv kent geen omzetting in de lvm 2.11, A
hertog
- Jan 3.5.16.8
Hertog, C.H. den 2.2.10; 2.12, A, noot; 2.13; 3.5.16.1.7, B; 3.5.16.2.1; 3.5.19.4.7b, noot; 7.2.8.11.1; 7.2.8.18.1; 7.2.10.1, C en D; 7.5, noot
het (bep. lw)
de/ - vormen een aanvulling 3.5.8.1
de/ - kan niet zelfstandig voorkomen 3.5.8.9, 1, A2c en 2e
het (pers. vn) 3.5.19.4.1, B4
in hoe komt - kan - geen verwijswoord zijn naar een uitloop met een die-woord als kern (zn-p), met een wie-zin (ww-p) of met een bwbn-p 2.14.1.1.1, A3
par.-loos - 2.5.2.7.4, A
par.-loos - in ik heb - heel erg warm/ik heb - aan m'n maag 2.14.1.2
par.-loos - als ond. in - zit hier heel erg prettig 2.14.1.5.3, A1
par.-loos - als ond. in - is hier erg prettig zitten 2.14.1.5.3, A2
par.-loos - als ond. in - leest erg vlot in die boeken/ - is erg vlot lezen in die boeken 2.14.1.5.3, A
- en pers.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, A
- als verwijswoord naar een uitloop 2.5.2.2, Bb; 2.5.2.3.1, C
- tegenover er als verwijswoord naar een uitloop 2.5.2.3.l, C
het verwijzende -/dat doen 7.5.13vv
vzaz + - is uitg. 2.13.1.1
het (voorbep. bij echte overtr. trap) 4.4.2.2.1, A6a en b
heten
- mist de geb. wijs 2.2.4.5; 2.18.3.2.2
het koppelww - 2.14, G
hetzelfde, zie zelfde
hetzij
de reeksvormer - ... - ... 2.18.5, 2; 2.18.6, 2; 7.4.3
de reeksvormer - ... of ... 7.4.3
- en tenzij 7.4.3
hier (‘vn’) 3.5.19.5, B
- op 1e of 3e zinsplaats maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
- op 1e of 3e zinsplaats maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
- op 1e of 3e zinsplaats maakt er als plaatsond. overbodig 2.5.2.2, D; 2.5.2.2.1, 2b
hing (en)
nadat + hoofdww-pv - 2.16.5.1.2, A1a
hoe
- dan ook als bw bep. 3.5.20.1.1, B
- langer hoe vlugger als bn 4.5.2.2, 5
- vlugger ... hoe eerder ... 2.18.5, 1; 2.18.6, 1; 4.5.2.2, 6; 7.2.9
- vlugger ... hoe eerder ...: vergr. trappen ? 4.4.2.2.2, 5; 4.4.2.2, 6
- + iets goeds 4.9.1, B
- komen jullie zo nat 2.14.1.1
- vlugger ... - eerder + nauwelijks ... of ... 7.2.8.1.3, 2
- ook als bw bep. 3.5.21
- + stell. trap 4.4.2.1.3
- + stell. trap binnen vw-p (?) .8 vergr. trap in - vlugger ... - eerder ... ? 4.4.2.2, 6; 4.4.2.2.2, 5
vra. vn - 3.5.19.5, B
hoede
heel erg op z'n - om ... 2.18.11.3.1, A, slot
hoef-zin 2.9.4.4
hoe'n 4.5.1, 3
hoeveel
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3, B
hoeveelheidsaanduiders 3.5.11.2.4
hoeveelste
- is een versmelting 3.5.19.3
hoevelen
met z'n - en in 3.5.17.4.1
hoeven 2.9.3vv
als- groepen met - blokkeren niet-woorden 3.5.2.2.2, E5
- als bijzinsdeel (behalve de direkte rede) 2.9.4.2
kan - hoofdww zijn ? 2.9.4, A2
- als hoofdzinsdeel (of als deel van een direkte rede) 2.9.4.1
- + maar
1 2.15.9.3.1v
- en moeten 2.9.4, A1
+ nauwelijks ... of ... 7.2.8.3vv; 2.9.4.1, E3
- + niet-woorden 2.9.4, Bvv
als-groepen met - blokkeren niet-woorden 3.5.2.2.2, E5
bijzinnen met - bij een echte overtr. trap + zn blokkeren niet-woorden 4.5.2.1, 6b; 2.9.3.1.2, 6
- + niet-ww rest 2.9.4, A2b; 2.14.7.1.1; 2.14.2.6.6, vooral C
te + stell. trap maakt - mogelijk in een ‘bw’ om-zin 3.5.2.2.2, E2
| |
| |
genoeg + stell. trap maakt - niet mogelijk in een ‘bw’ om-zin 3.5.2.2.2, E3
bijzinnen met - bij een echte overtr. trap + zn blokkeren niet-woorden 4.5.2.1, 6b; 2.9.3.1.2, 6
- + pas
3 2.15.9.2.3
- als hulpww van soms weglaatbaar te + ow 2.9.4, A1v
niet vol blaadjes - 2.9.4, A2b
- in vraagwoordvragen 2.9.4.1, C
- in de vra. wijs 2.9.4.1, D
- + weinig 2.9.4.1, E1v
hoewel 2.16, 2
- + bwbn in teksten 12.5
- tussen bwbn's in teksten 12.4
- als lid van een deelwoordgroep in teksten 12.5
hoewel-zin
- kan geen aanloop zijn 2.18.4.3.3
homoniemen 1.1.1; 1.1.2
honderden
het tw-p enkele - 3.5.11.1.1; 3.5.11.2.4
het tw-p in de - 3.5.11.1.3b
hoofd
hij heeft iets aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b, noot
hoofdtw 3.5.11
bep. - als laatste voorbep. zonder zn vereist er 2.5.2.3, B1; 2.5.2.3.1, A
bep. - in hoofdstuk één 3.5.16.3
bep. - in Karel één 3.5.16.4
onbep. - al 3.5.7; 3.5.19.2
bep. - + overtr. trap 3.5.10.1, noot
bep. - + overtr. trap (type van de leukste) 3.5.11.2.2
pas3 + bep. - of bep. rangtw (pas drie/pas de derde) 2.15.9.2.3, D
bep. - zonder zn, in verband met samentrekking 7.5.2
bep. - + van zulke leuke poppetjes 2.5.2.3.1; 3.5.11.2.1
bep. - + van de leukste 3.5.11.2.2
bep. - is verwant met zn 3.5.11.1, slot
hoofdtw-er 2.5.2.3, B1
- bij ‘samenval’ van er's 2.5.2.3.1, A
hoofdtw-p, zie tw-p
hoofdvorm(en) van de pv 2.4.3.1vv
1e - van hoofdww-pv + gister enz. als bw bep. (gister loop ik op straat) 2.4.3.1.1, B
tussen hoofdww-pv's met verschillende - is samentrekking uitg. 7.5.7
1e - van worden + vd + gister enz. als bw bep. (gister word ik ineens omvergelopen door Jan) 2.4.3.1.1, B
hoofdvormbeperking
- in de beperkte wijs 2.2.3.2
- tussen hoofdzin en bv bijzin in de bw bep. de dag dat ik slaag(de) 2.15.3.1.1, A en E1a
- tussen hoofdzin en bw bijzin met als/toen 2.15.3.1.1, E1a
- door gelijk- en ongelijkvlakkige elementen: vw's enz., pv's enz. en gister enz. 2.16.5
- tussen hoofdzin en indirekte rede 2.11.1.3.1, D, slot en F
- bij het type nauwelijks ... of ... 7.2.8.2
- door gelijk- en ongelijkvlakkige elementen: vw's enz., pv's enz. en gister enz. 2.16.5
- bij het vw toen 2.4.3.1.1, A
- door gelijk- en ongelijkvlakkige elementen: vw's enz., pv's enz. en gister enz. 2.16.5
hoofdww
- kan ontbreken binnen eindstuk binnen als-groep 4.4.2.4.1, C
- en hulpww's als plaatskategorieën in de bind-volgorde 2.17.2.1.1
bvg-achtige zinsdelen (erg blij, erg graag enz.) beperken - 2.15.1.1.1, D1; 2.15.1.2.1, D
bwbn-p beperkt soms - 4.4.1
daadwoorden lijken op - 11.2.1.1
daderwoorden lijken op ond. + - 11.2.1.2.4
definitie van - 2.17.2.1
graag als zinsdeel beperkt het - 2.15.1.2.1, D
imperfektief gebruikte -'s hebben een beperkt par. 2.14.1.5.2, B
indeling van de -'s 2.17.2.1.4vv
ond., lv, vv en bw bep. beperken soms het - 2.13.4.1.2
- + aanloop beslissen soms samen over keus verwijswoord 2.14, G
zie ook ‘hoofdww’
‘hoofdww’
‘ond.’ en - lijken op ond. en hoofdww bij daadwoord 11.2.1.1
‘ond.’ + - samen vormen het daderwoord 11.2.1.2.4
hoofdww-lv 3.5.19.4.2, C2
zichzelf als kern van een nabep. bij een daadwoord binnen het - 3.5.19.4.2, E4
zichzelf als kern van een nabep. bij een zn (type boek) binnen het - 3.5.19.4.2, D4
hoofdww-ow
wijsbeperking bij een - na een ow 2.2.3.2, B
hoofdww-pv
gister enz. als zn-pd met bovenvlakkige - 2.16.5.2.4
hoofdvormbeperkingen bij - 2.16.5vv
nadat sluit een - bijna helemaal uit 2.16.5.1.2, A1a
bovenvlakkige - bij om-zin met gister enz. als deel 2.16.5.2.1
wijsbeperkingen bij - 2.2.3.2, A
hoofdww-vd
hoofdvormbeperkingen bij - 2.16.5vv
invloed gelijkzinsdelig - + bw bep. op hoofdvormkeus (bvm) 2.11.1.3.1, F3b
invloed gelijkzinsdelig - + bw bep. op hoofdvormkeus (lvm) 2.11.1.3.1, F3c
bovenvlakkig - bij om-zin met gister enz. als bw bep. 2.16.5.2.2
wijsbeperking bij - 2.2.3.2, B
hoofdzin
definitie van - 2.1.1
hoofdzins-pv
vw enz. + - enz. + bijzins-pv 2.16.5.2.3
hoog
- ‘hoogte hebbend’ in hoe - enz. 4.4.2.2.3, G
- ‘hoogte hebbend’ in een meter - enz. 4.4.2.1.2
hoogstens
- + hoeven 2.9.4.1, A
hoor
- + hulpww-lv (- het es regenen) 2.8.8
ja - (tu) 10.5
nee - (tu) 10.5
- + ond. + ow (- hij es zingen) 2.8.8
hopen
- + te + ow 2.9.3
horen (hoofdww)
parallel tussen - + dat-zin en hulpww - (zien/voelen en vinden) + hulpww-lv 2.14.2.5.5, 9
- + weglaatbare dat-zin in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D2
horen (hulpww)
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1B
- + ow 2.8, 2; 2.8.3
- + ow in als-zin 4.4.2.4.3, 2, noot
parallel tussen - + hulpww-lv + ow en hoofdww horen/zien/voelen en vinden + dat-zin als lv 2.14.2.5.5, 9
bij - enz. + ow beperken zich, z'n eigen enz., mekaar, mekaars, op z'n gemak enz. de kern van het hulpww-lv 2.5.2.7.5, 2; 2.5.2.7.6, 2; 3.5.19.4.2, BII, BIV en D
in een om-zin met - + ow is een onpers, ww mogelijk 2.5.2.7.4, A4
in een zin met - + ow beperkt een onpers. ww het hulpww-lv tot het 2.5.2.7.4, A2
- + te + ow 2.9.3
zie ook hoor
houden (+ niet-ww rest/hulpww-lv)
- + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- kent geen parallel in de lvm 2.11, A
- + ow (ik hou daar voorlopig nog drie schapen lopen) 2.8.6
beperkingen bij - in de pv-geb. wijs 2.2.4.2, B
huilen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
huis
aan -, bij -, in -, naar -, uit -, van - 2.15.3.2.2 - aan - als niet-ww rest 5.4.6.3, 4
hulpww
hoofd- en - als plaatskategorieën in de bindvolgorde 2.17.2.1.1
definitie van - 2.17.2.1
- en hoofdww 2.17.2.1; 2.17.2.1.1
indeling van -'s 2.17.2.1.3
samentrekking tussen - van vd en - van twee of meer ow's 7.5.7
verhouding tussen -'s van het vd 2.6.2.1vv
- bij vd + niet-ww rest 2.6.2.2
hulpww-lv 2.8.3
zichzelf als kern van nabep. bij daadwoord binnen het - 3.5.19.4.2, E3
definitie van - 2.17.2.1
zichzelf als kern van nabep. bij zn (type boek) binnen het - 3.5.19.4.2, D3
ond., - en schim-ond. heten samen ond.-achtigen 2.18.11.1.6, E
hulpww-par.
beperkingen binnen - in pv-geb. wijs 2.2.4.3
humeur
het beperkte zn-p in (uit) z'n - als bwbn (stell. trap) 2.5.2.7.6; 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
hun, zie allemaal
hunne
het zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.7, 1
*idioot (bwbn)
- + dat-zin 4.4.1.1, A
ie 3.5.19.4.1, B3
- kan hoogstens op de derde zinsplaats staan 2.5.2. 1, A; 2.5.2.1.1, B; 3.5.19.4.1
| |
| |
ieder(e)
- behalve 3.5.1.2
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaα
iedereen
- behalve 3.5.1.2
nadat - zat 2.16.5.1.2, A1aβ
-op ... na 3.5.1.3.2, Aa
- wie dan ook 3.5.20.1.1, A; 3.5.20.1.4, A en B
- wie er ook belt 3.5.21.1.1, C
ieders
- jas 3.5.8.3.3, D
iemand (onbep. vn) 3.5.19.4; 3.5.19.4.4
- anders 3.5.19.4; 3.5.19.4.4; 4.9.2, B en C
- (anders) + om-zin 2.18.11.2, B
- als kern van getalsond. 2.5.2
- (anders) + om-zin 2.18.11.2, B
ook maar - 3.5.2v
wat voor - 2.5.19.4.6, B
-, wie dan ook 3.5.20.1.1, A
iemands
- jas 3.5.8.3, D
iets (onbep. vn) 3.5.19.4; 3.5.19.4.4
- anders + om-zin 2.18.11.2, B
met - anders tegenover ergens anders mee 3.5.19.9.2, E, 3a en 3b
- + bwbn-p + om-zin 2.18.11.2, B2
- als bwbn-pd 4.4.2.2.2
- als kern van getalsond. 2.5.2.3.2, B2b
- als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5.1, C
- als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2, C
- als niet-ww rest (?) bij wegen 2.14.2.5.3, C
- + om-zin 2.18.11.2, B2
- anders + om-zin 2.18.11.2, B
- goeds + om-zin 2.18.11.2, B2
- tegenover onbep.-vn-p 3.5.19.9.2, E
onbep. -vn-p - anders 3.5.19.4.4; 4.9.2
onbep. -vn-p - goeds 4.9.1
- is uitg. als ond. in het warm hebben enz. 2.14.1.2.1, B
ook maar - 3.5.2vv
wat voor - 3.5.19.4.6, B
-, wat dan ook 3.5.20.1.1, A
ik (pers. vn) 3.5.19.4.1, B2
betekenisleer van - 3.5.19.4.1, E1
immers 2.2.10.4, 3; 2.2.10.5.4; 2.2.10.5.5
- in het type kletsnat komen 2.14.1.1.1, A1
- in het type dat komt: hij is de oudste 2.14.1.1.6
- in types met nauwelijks ... of ... 7.2.8.3.1 enz., onderdeel 6a
plaatsbeperking van - 2.2.10.4, 3; 11.1.2.3.1v
- is uitg. in verbandvraag die met en begint 2.2.10.5.5, c
- is uitg. in het type wat is er toch dat je zo huilt 2.2.10.5.4
imperfektief
- gebruikte ww's 2.14.1.5vv
in (vzaz)
- in de bw bep. de dagen - de vakantie dat het mooi weer is 2.15.3.1.2, D
beperkte types als dag - dag uit, deur - deur uit 5.4.5
- m'n eentje 3.5.17.3
- stukken gooien 2.14.2.6.1
- het honderd lopen 3.5.11.1.3, b, noot
- (‘tijd’) kan geen om-zinsdeel zijn 2.18.11.4.3, B3
- (‘tijd’) kan geen deel zijn van een zin met owgeb. wijs 2.18.11.4.3, D2
tw-p ver - de honderd 3.5.11.1.3, a en c
- zich 3.5.19.4.2, B1
in (geen vzaz)
met dat gebit - 5.4.2
- zover als eerste bijzinsdeel 4.4.4.4
informeren
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, A1
ingenomen
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
ingesteld
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
in geval
de vw-uitdrukking - 6.1.2
in geval-zin
- met ook maar íémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C1
voor-pv in tweede helft van nevenschikking binnen - 2.18.9, B
ingewanden
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
initiatief
het - Jansen 3.5.16.9vv
inliggend
- maakt par. die/dat misbaar 3.5.8.2, noot
in plaats dat
de vw uitdrukking - 6.12
in plaats dat-zin
- kan geen aanloop zijn 2.19.4.3.3
- met ook maar íémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C1
in plaats van
de vw-uitdrukking - 6.1.2
in-plaats-van-zin
- kan geen aanloop zijn 2.19.4.3.3
- als bv bep. 2.18.11.2.1, C
- als bw bep. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C2
- als ‘bw bep.’ 2.18.11.2.1, A
insinueren
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
in staat
- + om-zin 2.18.11.2, C
integratie
de - Noord-Zuid 3.5.16.7
intonatie
- is als vormkriterium van tussenzinnen onbruikbaar 7.2.10.1, D
- is als vormkriterium van vraagzinnen onbruikbaar 2.2.10.2
inversie 2.2.2, noot
inversievraag 2.2.10.4, 2
invloed
onder - 2.15.3.2.2
in zover-zin
- met ook maar íémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C1
in zover als-zin
- kan geen bv bep. zijn 3.5.16.1.5, B
*ja
-/nee in gesprekzinnen 8.1.2vv
- hoor 10.5
- als gesuggereerd antwoord na zinnen met immers, onbeklemtoond toch of onbeklemtoond zeker 2.2.10.4, 3d
- maar 10.5
- /nee als antwoord na vra. wijs 2.2.10.5.3
- zeg 10.5
jaar
een - achter mekaar 3.5.19.4.3, D2a
het - dat ik afwezig ben als bw bep. 2.15.3.1.1
dit - als nabep. bij maart enz. 3.5.16.5.2, D
- in - uit 5.4.5, 2
- na - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
het - van m'n afwezigheid als bw bep. 2.15.3.1.2
vorig - als nabep. bij maart enz. 3.5.16.5.2, D
jaartallen
- in het type maart 1971 3.5.16.5.1; 3.5.16.5.2, D
jacht
op - 2.15.3.2.2
jaloers
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
jammer
- in - genoeg 4.6.1, 3, noot
- genoeg bij de types nauwelijks ... of ... enz. 7.2.8vv
Janssen, Theo A.M.J. 3.11.3.1, noten
januari
- de maand - enz. 3.5.16.5vv
jaren
- achter mekaar 3.5.19.4.3, D2a
je
bez. vn - 3.5.19.4.1, A1
- ‘men’ in om-zinnen 2.18.11.1.14; 2.18.11.2.1, B; 2.18.11.3.4
- ‘men’ in de veronderst. wijs 2.18.1, 5
betekenis-oppositie tussen - ‘men’ en ze ‘men’ 3.5.19.4.1, E4
pers. vn - 3.5.19.4.1, vooral B1, D en E4
Jespersen, Otto, 2.6.2.5.1, noot
jezelf 3.5.19.4.2, A
jong
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
jonkheer
- Jansen 3.5.16.8
jonkvrouw
- Jansen 3.5.16.8
jou
invloed van als ik - was op hoofdvormkeus van indirekte rede 2.11.1.3.1, F1d
jouwe
het zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.7, 1
juffrouw
- Jansen 3.5.16.8
juli
de maand - 3.5.16.5vv
jullie
betekenisoppositie tussen het pers. vn. u en jij/ - /je 3.5.19.4.1, E5
pers. vn - in het type - mannen 3.5.19.4.1, E
pers. vn - in het type - tweeën 3.5.19.4.1, F
- is als wkd. vn uitg. 3.5.19.4.2, noot zie verder allemaal
juni
het type de maand - 3.5.16.5vv
jij
betekenisleer van de oppositie -/je 3.5.19.4.1, E3
| |
| |
*kaal
- op één plekje na 3.5.1.5.3, C1
kaap
- de Goede Hoop 3.5.16.6, D
kabinet
het - de Jong 3.5.16.9vv
kado
een boek om - te krijgen 2.18.11.2.2, B
kalm
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
- aan 4.4.2.2.3, F
kalmpjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C
kanaal
het - Amsterdam-Den Helder 3.5.16.7
kantoor
naar -, op -, van - 2.15.3.2.2
kanunnik
- Jansen 3.5.16.8
kapelaan
- Jansen 3.5.16.8
kapot
- gooien 2.14.2.6.1, B
- + lv + hagelen 2.6.2.2
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
kas
bij - 2.15.3.2.2
kauwen
in stukjes - 2.14.2.6.1
keel
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
keer
de - dat ik hem gezien heb als bw bep. 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.1, D1
twee - als bw bep. 2.15.3.1.3, D
- op - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
kennis
bij -, buiten - 2.15.3.2.2
kern
- als kriterium voor bwbn-p-indeling 4.2.2
definitie (?) van - 3.5.15.1; 3.5.15.3
zn-par. als - en als antecedent 3.5.15.3
- als kriterium voor zn-p-indeling 3.2.2
woordgroep als - van zn-p 3.5.16
kern-zn
de bv bep. met een jas over z'n arm beperkt het - in getal en sekse 3.11.1.2.4
kiezen
- + vv met tussen ? 5.4.3
kilo
zn-p drie - als ond. beperkt pv-par. niet 2.5.2.7.1, 2
zn-p drie - is als voorbep. versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, A; 3.5.19.8
zn-p drie - als bv voorbep. 3.6.1
kind
de niet-ww rest van het type - als bwbn (stell. trap) 3.5.19.3.1
kist
het beperkte zn-p een - andijvie 3.6.1; 3.10.1.1, 4 3.5.19.3.2, 2; 3.5.19.3.3, 2
klaar
op één bladzij na - 3.5.1.3.3, C
klankleer 1.1
kledingstukken
(delen van) - in het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, A, B en D
klein
- + ‘bw bep.’ met van (van stuk, van gestalte) 4.4.1.2; 4.4.1.2.1, A
ook maar een - 3.5.2.1
kleine
het tw-p een - honderd 3.5.11.1.2
kleintje
het beperkte type een tamelijk - 4.5.2.3.1
is er splitsing bij een - 9.2.1.1.3
kleintjes 4.4.2.2.3
iets - is uitg. 4.9.1, C1
klemtoon
bij groepen van bv bep. bij daadwoorden (type lopen) 3.5.15.2.1
- bepaalt van welk patroon niet of kopbep. deel zijn 3.5.2.1; 10.2.1
bij het verwijzende doen (lopen dóét ie) valt er één - binnen het Δ en meestal één na de voor-pv 2.8.1.2, C2
als het/dat doen verwijst naar moeten + hebben/ zijn + niet-ww rest, heeft doen de - 7.5.13.1.9; 7.5.13.2.3
- op hoofdww maakt erg blij enz. onmogelijk 2.15.1.1.1, B7
íémand, wie dan ook heeft soms - nodig 3.5.20.1.1, A
- bij geleding van sommige nevenschikkingen 7.1.3.1, slot
- bepaalt van welk patroon niet en sommige kopbep. deel zijn 3.5.2.1; 10.2.1
- en syntaksis 3.5.8.3.5, noot
zie ook aksent
kliederen
vol - 2.14.7.1.1
Klooster, W.G. 2.6.2.5, noot; 2.12, A, noot
knabbelen
in stukjes - 2.14.2.6.1, E
knagen
in stukjes - 2.14.2.6.1, E
knap
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.2.1, B
- als voorbep. bij een bwbn 4.4.2.1.3
knippen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
knollentuin
het beperkte zn-p in z'n - als bwbn (stell. trap) 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
in z'n - beperkt ond. of lv 2.5.2.7.6
knus
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
knijpen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
Koelmans, L. 2.5.2.2, noot; 2.19.1.2.2, noot; 10.2. 1, noot
komen
- + aan + ow (daar - ze aan lopen) 2.8.10
- + aan het + ow (ze komen nog wel aan het werken) 2.10.1vv
- door ...: vv ? 2.13.2.1.5
dat zal wel - doordat/omdat ... 2.14.1.1.6
hoe + - zij zo nat 2.14.1.1.1vv
hoe + - ze zonder jas 10.8.1.1, A
hoe + - + te + ow + vd 2.14.1.1.5, A2
hoe + - + te + ow + ow 2.14.1.1.5, A2
hoe + - + te + ow + (soms weglaatbaar) te + ow 2.14.1.1.5, A2
hoe + - + vd (enkel de ondergroep met zijn) 2.14.1.1.4
- + ow 2.8; 2.8.2
- + ow en - + onweglaatbaar te + ow 2.9.3.3; 2.14.1.1
- + onweglaatbaar te + ow en - + ow 2.9.3.3; 2.14.1.1
- + vol kersen 2.14.7.1.1
- door ...: vv ? 2.13.2.1.5
komende
de - maand 3.5.16.5.2, D
komisch
het type wat - dat ie ... 2.18.4.1, 1
kommissie
de - Heemskerk 3.5.16.9vv
konflikt
het - werkgevers-werknemers 3.5.16.7
koning
- Jan 3.5.16.8
koningin
- Sofie 3.5.16.8
konkreet
de begrippen overgankelijk en onovergankelijk als eigenschappen van -e of abstrakte elementen 2.6.5.2.1, B
abstrakt en - patroon 2.2.1; 11
konstruktie
absolute - 12.2; 12.2.1
de verwantschap tussen de absolute - en het type met een jas over z'n arm 3.11.3.2
kontakt
het - ouders-kinderen 3.5.16.7
Kooiman, K. 3.5.16.4, noot
kopbep. 3.5.1, 1; 3.5.2; 3.5.3; 7.4.1, c (en schema); 7.4.4vv
behalve ... - ... 3.5.1.1
afgesplitste - als bwbn-pd 7.4.4.2.2, C; 9.2.3.2, 2
definitie - 3.5.2
- kan samenstellend deel zijn van ond. en lv 2.5.1
- kan in om-zin deel zijn van ond. 2.18.11, A; 2.18.11.4.1, A
- en vw bw 7.4.5
afgesplitste - als ww-pd 7.4.4.2.2, B
afgesplitste - als zn-pd 7.4.4.2.2, A; 9.2.3.1, 2
plaats van - tussen de verbindende zn-pd's 7.4. 1c en schema
zie ook ook en zelfs
koppelww 2.14; 2.14.2vv; 2.14.8; 2.17.2.1, slot
- is niet te definiëren als ‘ww dat samen met de aanloop beslist over keus verwijswoord 2.14, G
de meeste -'s hebben geen geb. wijs 2.2.4.1, B
kort
- geleden 2.15.9.4
- als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5.1, A
op een meter na te - 3.5.1.3.3, C
kosten
- + bwbn-p als niet-ww rest 2.14.2.5; 2.14.2.5.2, A
- + niet-ww rest 2.14.2.5; 2.14.2.5.2
- + ond.- zin met eer/eerdat/tot/voor 2.5.2.4, Be
- + vn's als niet-ww rest 2.14.2.5.2, B
| |
| |
- + ww-p als niet-ww rest 2.14.2.5.2, D
- + zn-p als niet-ww rest 2.14.2.5.2, B
koud
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
Kraak, A. 2.5.2.2, Ba, noot; 7.4.4.2.2, noot; 2.6.2.5, noot; 2.11.1.2.2, noot; 2.12, A, noot; 3.5.8.3.5, noot; 8.1.2.2, noot; 10.1, noot
kribbig
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
krioelen
- beperkt het ond. tot de derde persoon 2.5.2.7.4, B
- heeft geen geb. wijs 2.2.4.1, A
kruidenier
- Jansen 3.5.16.8
krijgen
- + hulpww-lv + aan het + ow (ik krijg hem aan het lachen) 2.10. 1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
ze - het warm 2.14.1.2.1, B2
- mist lvm 2.11, A
- + niet-ww rest (ze - het warm) 2.14.1.2.1, B2
- + zn-p als niet-ww rest heeft geen pendant in de lvm 2.11, A
- heeft beperkingen bij de niet-ww rest in de pv-geb. wijs 2.2.4.2, B
- + hulpww-lv + ow (ik krijg daar honderd kippen lopen) 2.8.8
- + schijn-vd (we willen dat boek door Jan tuisbezorgd -) 2.6.2.7.4
- + te + ow (ik krijg daar veel te doen) 2.9
- + te verduren 2.9.3.2, C
- + hulpww-lv + uit + ow (ik krijg haar wel uit werken) 2.10.4v
kunnen
- + aan het + ow 2.10.1vv
- als schijnbaar hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, C2a en b en D3
we zullen denken waaraan we - 2.8.1
het/dat doen verwijst soms naar - + hebben/zijn + niet-ww rest 7.5.13.2.3
had - blijven enz. is soms uitg. in de (pv-) geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
- mist de geb. wijs 2.2.4.3; 2.18.3.2.1
hoe - die dingen zo vuil komen 2.14.1.1.1, B8
iets aan iemand kwijt - 4.4.1.3.2
- schelen + mv 2.12.1.1.3, noot
het zal niet anders - of ... 7.2.8.6vv
- + niet-ww rest 2.14.2.6.6
- + niet-ww rest (rond zn-p: in de kast -) 2.14.2.6.6
- + niet-ww rest (vol water) 2.14.2.6.6
- + niet-ww rest (zonder jas) 10.8.1.1, A
- + ow 2.8.1v
- + ow bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
- + ow schelen + mv 2.12.1.1.3, noot
- + uit + ow 2.10.4
- + vd 2.6.4, 2
- + vol water 2.14.2.6.6
- + rond zn-p (in de kast) 2.14.2.6.6
- + zonder jas 10.8.1.1, A
kwaad
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
het heel erg te - hebben + ‘vv’ met met 2.14.1.2.1, B4a, noot
kwijt
- + ‘lv’ (?) 4.4.1.3.2
een dingetje om vlug - te zijn 2.18.11.2.2, B
dat wil ik - zijn 4.4.1.3.2, slot
kwijtraken 4.4.1.3.2, slot
kijk
- + ond. 2.8.8
- + ond. + ow 2.8.8
kijken
er is min of meer een soort aanvulling tussen - en zien 2.8.8
- + (als)of-zin 2.14.6.2.1, E
scheel - 2.14.1.3.2, C
*laat
de bw bep. vorige week vrijdagavond - 3.5.19.5.1
op een sekonde na te - 3.5.1.3.3, C
laatst
- is soms geen overtr. trap of rangtw. 3.5.10.1; 4.4.2.2.1, A1c
voor het - 4.4.2.2.1, A1d
laatste
het - met onweglaatbare e 4.4.2.2.1, A1b
het - met weglaatbare e 4.4.2.2.1, A1c
lag(en)
nadat + hoofdww-pv - 2.16.5.1.2, A1a
Lambooy, J.H.Th. 2.7.2.1, noot; 2.8, noot; 2.8.1, noot; 2.8.2, noot; 2.8.3, noot; 2.8.4, noot; 2.8.6, noot; 2.8.7, noot; 2.8.8, noot; 2.8.10, noot
land
aan -, van - 2.15.3.2.2
landen
namen van - in het type de grens Spanje-Portugal 3.5.16.7
Landman, Fred 3.5. 1, noot
lang
de bw bep. twee uur - 4.4.2.1.2; 2.15.3.1.3
- als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5.1, A
- geleden 2.15.9.4
hoe - enz. (‘lengte hebbend’) 4.4.2.2.3, G
- als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5.1, A
zo - als ..., zo - dat ... en zo - tot ... 4.4.2.1.6
zo - tot ook maar íémand ... 3.5.2.2.2, E4
langer
hoe - hoe kleiner enz. als bn-p 4.5.2.2, 5
vergr. trap in hoe - hoe vlugger enz. 4.4.2.2.2, 5 en 6
langzaam
- aan 4.4.2.2.3, F
langzaampjes
- aan 4.4.2.2.3, F
iets -s is uitg. 4.9.1, C
lastig
hij heeft het erg - 2.14.1.2.1, B4a
laten
aan het - + ow 2.10.2.1.3
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- + ow binnen als-groep 4.4.2.4.3, 2D, noot
- ze maar oppassen enz. tegenover geb. wijs 2.5.2.7, 3; 2.8.4; 2.18.3vv
erg graag is uitg. bij één type - 2.15.1.2.1, B1
- zien + mv + lv 2.12.1.2
- + hulpww-lv kent geen lvm-pendant 2.11
onpers, ww beperkt bij - ‘maken dat’ hulpww-lv tot het 2.5.2.7.4, 3
onpers. ww kan om-zinsdeel zijn bij - ‘maken dat’ 2.5.2.7.2, 4
- + ow 2.8.4
- + ow binnen als-groep 4.4.2.4.3, 2D, noot
de pan vol water - 2.14.7.1.1
zich, z'n eigen, mekaar mekaars en z'n best beperken soms de kern van het hulpww-lv in zinnen met - ‘maken dat’ 2.5.2.7.5, A2: 2.5.2.7.6, 2; 2.18.11.1.6
later
als - nabep. kan zijn is het geen bwbn 4.5.2.2, 4
als - uitloop kan zijn is het geen bwbn 4.4.2.2.2, 4
latinismes
- in teksten 12.1; 12.2.1; 12.8
leeg
op een druppeltje na - 3.5.1.3.3, C1
leemtevraag 2.2.3.2; 2.2.10.4, 1
- en twijfelvraag hebben leemte-element binnen het Δ gemeen 2.2.10.5.2
leggen
de kast vol boeken - 2.14.7.1.1
lekker
dat boek leest - 2.14.1.5.2, C1
leraar
de - geschiedenis 3.5.16.9vv
lettergreep 1.1.1
leuk
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
leven
een vv in - van ? 2.13.2.1.5, noot
levend
betekenisonderscheid - (‘mens of dier’) t.o. levenloos (‘niet mens of dier’) (binnen ond. bij bepaalde hoofdww's) 2.5.2.7.4, B en C; (binnen ond. in het warm hebben) 2.14.1.2.2, B1 en 4; (binnen het kern-zn bij met aan de zijkant een grote la) 3.11.1.2.4; 3.11.1.2.6
lever
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
lezen
die verhalen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
lichaamsdelen
de/het past soms niet voor namen van - in het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, A1 en D
een past soms niet voor namen van - in het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, A2 en D
nul-lw past soms niet voor namen van - in het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, A2 en D
licht
op een ons na te - 3.5.1.3.3, C
- enz. als niet-ww rest bij wegen 2.14.2.5.3, A
liefst
(het) - als overtr. trap van graag 2.15.1.2.4
- is soms geen overtr. trap 4.4.2.2.1, A1a
liever
- als vergr. trap van graag 2.15.1.2.4
ik heb - van wel 2.15.1.2.5
liggen
- + vv (?) met aan (dat ligt eraan of ...) 2.13.2.1.5
| |
| |
- kent als eindpunt in de bindvolgorde geen pv-geb. wijs 2.2.4.2, A1 en 2
- + (soms weglaatbaar) te + ow kent alleen samen met een niet-woord een geb. wijs 2.18.3.1, E
hebben + niet-ww rest (+ rond zn-p) + - (ik heb die bal in de tuin -) 2.8.6
imperfektief gebruikt - (die bedden - erg prettig) 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
- kent als eindpunt in de bindvolgorde geen pv-geb. wijs 2.2.4.2, A1 en 2
- + te + ow kent alleen samen met een niet-woord een pv- en ow-geb. wijs 2.18.3.1, E
- + (soms weglaatbaar) te + ow 2.9.2
- + (soms weglaatbaar) te + ow kent alleen samen met een niet-woord een geb. wijs 2.18.3.1, E
- + vd of schijn-vd ? 2.6.4, 3
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.b, 2
de planken - vol boeken 2.14.7.1.1
links
- boven enz. 5.4.4.1
met - een grote la 3.11.1.2.5
linksbinnen
- Jansen 3.5.16.8
liter
- is als singulare tantum een versmelting 3.5.19.3, A; 3.5.19.8
longen
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
lopen
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - (ik heb drie koeien in de wei -) 2.8.6
imperfektief gebruikt - (die paadjes - erg prettig) 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
- + lv (?) 2.14.2.5.4, B
- + (soms weglaatbaar) te + ow 2.9.2
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - (ik vond die koeien in de wei -) 2.14.2.5.5, 2
die flessen - vol water 2.14.7.1.1
Lubbe, H.F.A. van der 7.1.1, noot
luitenant
- Jansen 3.5.16.8
lv
eenwoordig, een- of tweeplaatsig - (niet-ww rest) bij aan het + ow 2.10.2.1.2; 2.10.3
aanw. vn als - (plaatsmogelijkheden) 2.11.1.1, 2; 2.19.3
zn-p als bvg beperkt ond. of - 2.14.2.4.1
bvg-achtige bw bep. (erg blij) beperkt ond. of - tot ‘menselijke wezens’ 2.15.1.1.1, B5 en D2
td-p als bvg-achtige bw bep. beperkt het - soms 2.15.2.1, 1
met een jas over z'n arm als bw bep. beperkt het - soms in persoon, getal en/of sekse 3.11.1.1.1, C2e en D
- of bw bep. ? 4.4.3
verwantschap tussen -, vv en bw bep. 2.13.4.1.1
het/dat doen + - 7.5.13.1.4v
- en door-bep. als deel van dezelfde zin 2.6.2.7.2; 2.6.2.7.3, A
bij imperfektief gebruikte ww's is - geblokkeerd in dat boek leest erg vlot 2.14.1.5vv
weglaatbaarheid van zn-p als -, vergeleken met die van zn-p als ‘lv’ 11.2.1.1.3
zn-p als - en als ‘lv’ in de uitloop 11.2.1.1.3
- en lvm 2.11.2
mekaar beperkt kern van - 3.5.19.4.3, C2a en 3b, D1b en 2b en G
met een jas over z'n arm als - 3.11.1.1
met een jas over z'n arm als bw bep. beperkt het - soms in persoon, getal en/of sekse 3.11.1.1.1, C2e en D
- of mv ? 2.6.2.5; 2.11.1.1.3, slot
plat mv staat voor - binnen de middengroep 2.3.3.3, 1 en 2
plat mv staat voor - binnen de als-groep 4.4.2.4.1, A
niet-ww rest tegenover - bij aan het + ow 2.10.2.1.2; 2.10.3
niet-ww rest tegenover - bij uit + ow 2.10.4
om-zin als - 2.18.11.1.2
verwantschap tussen ond., - en vv 2.18.11.4.2
plaats - tegenover mv binnen middengroep 2.3.3, 1 en 2
plaats - tegenover mv binnen als-groep 4.4.2.4.1, A
plaats van zn-p als - is vóór vd-p binnen middengroep 2.6.3
plaats van zn-p als - is vóór zn-p als vv binben middengroep 2.13.1
plaatsmogelijkheden van -, vv, ond. en bw bep. 2.13.4.1.1
plaatsmogelijkheden van aanw. vn - 2.11.1.1, 2; 2.19.3
eenwoordig, eenplaatsig - (niet-ww rest) bij uit + ow 2.10.4
vd-p kan niet vóór - binnen middengroep 2.6.3
vinden + - of hulpww-lv enz. 2.14.2.5.5
ww's met - en vv 2.13.2.1.4; 2.18.11.1.3, C
zn-p als - en als vv hebben die onderlinge volgorde binnen de middengroep 2.13.1
verwantschap tussen -, ond. en vv 2.18.11.4.2
verwantschap tussen -, vv en bw 2.13.4.1.1vv
ww-p als - is meestal aanloop, Δ of uitloop 2.11.1.3
zichzelf enz. binnen een - veroorzaakt beperkingen in pd-kernen 3.5.19.4.2
zn-p als lv kan zonder verwijswoord (eventueel een nul-verwijswoord) geen uitloop zijn 2.11.1.2; 2.11.1.2.3, D
zie ook aanloop-lv, hulpww-lv, ‘lv’, ‘lv’, niet-ww rest en uitloop-lv
‘lv’ (?) 4.4.1.3.1
‘lv’ 3.5.19.4.2, G en H
- met mekaar 3.5.19.4.3, D1a
ww-p als - 3.5.16.1.1
ww-p als - + daadwoord blokkeren soortgelijke zin als nw deel 2.18.7, B4
ww-p als - is uitg. bij daderwoord 11.2.1.2.10, B1a
lvm
- is uitg. in het type aan z'n neus te zien 2.18.11.1.7vv
- met aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B
plaatsbeperking van het hoofdww-lv (niet-ww rest) t.o.v. aan het + ow in de - 2.10.3.2
echte - zonder ond. of met weglaatbare ond.-zin binnen als-groep 4.4.2.4.3, D1
bvm en - 2.6.2vv
types tussen bvm en - 2.6.2.7vv
net/dat doen in vd-vorm in de echte - 7.5.13.1.3
echte en onechte - 2.6.2.4vv
er als ond. in de - 2.5.2.2.1
- is uitg. bij de geb. wijs 2.18.1
invloed gelijkzinsdelig hoofdww-vd + bw bep. op hoofdvormkeus in 2.11.1.3.1, F3c
imperfektief gebruikte ww's lijken sterk op - (dat boek leest vlot) 2.14.1.5.1, Aa
- is uitg. bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B2
betrekkingen tussen lv en - 2.11.2
types - + mv of vv + om-zin als bw bep. 2.18.11.1.5, B
- met zijn + vd is uitg. in sommige bv om-zinnen 2.18.11.2.2, D3
- in eenschimmige bv om-zin (een rotvloer om betegeld te worden) 2.18.11.2.3
- in tweeschimmige bv om-zin 2.18.11.2.2, B
echte en onechte - in bv om-zin 2.18.11.1.2, B
echte - in eenschimmige bv om-zin 2.18.11, CII, 1 en 2a 2a
- in eenschimmige bw om-zin 2.18.11.1.5, B; 2.18.11.1.6, IIA; 2.18.11.1.7vv
- in tweeschimmige bw om-zin 2.18.11.1.5, A
bw om-zin binnen echte - 2.18.11.1.5, B1, 2 en 3 en C
bw om-zin binnen onechte - 2.18.11.1.5, B4 en C
- in ‘bw’ om-zin 2.18.11.3.1, A en B
echte - in om-zin als lv 2.18.11.1.2
- in om-zin als niet-ww rest 2.18.11.1.4, D2
echte - in om-zin als ond. 2.18.11.1.1
- in om-zin als vv 2.18.11.1.3, C en D
om-zin als vv binnen echte - 2.18.11.1.3, B en E
om-zin als vv binnen onechte - 2.18.11.1.3, B en E
echte - als deel van om-zin 2.18.11.4.4, BI
om-zin als deel van echte - 2.18.11.4.4, AI
om-zin als deel van onechte - 2.18.11.4.4, AII
onechte - kan geen om-zinsdeel zijn 2.18.11.4.4, BII
er als ond. in een - 2.5.2.2.1
ond. in - tegenover ond. bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.2, A
- zonder ond. 2.5.2.3.1, B2
ond. in - en bvm, vergeleken met ‘ond.’ bij daadwoorden 11.2.1.1.1, noot
‘ond.’ bij daadwoorden, vergeleken met ond. in - en bvm 11.2.1.1.1, noot
ond.-komplikaties in de - 2.5, D
een type zijn + onweglaatbaar te + ow (dat is wel te doen) lijkt sterk op - 2.9.1.1
- in de veronderstellende wijs 2.18.1; 2.2.3.2, B2
types - + mv of vv + om-zin als bw bep. 2.18.11.1.5, B
-in de wens. wijs 2.2.3.2, B2
ww eindgroep in de - is syntagmatisch beperkt 2.17.2.1.2, J
lv-zin
beknopte - 2.18.11.1.2
- met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A
zo slecht als jij werkt als - 2.11.1.3, Bc; 4.4.4.2
‘lv-zin’
om-zin als - 2.18.11.2.1, B
lw
bep. - 3.5.8.1; 3.5.8.3; 3.5.8.3.5
bep. - en onbeklemtoond die/dat 3.5.8.3.4, 4
| |
| |
- past soms niet voor namen van lichaamsdelen enz. in met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, A1 en D
onbep. - 3.5.8.2; 3.5.8.3; 3.5.8.3.5
onbep. - voor mv is nul-lw 3.5.8.2; 3.5.8.3; 3.5.11.2.3
ontkennend -, zie geen
lijdende vorm, zie lvm
lijkbleek
ze zien - 2.14.1.3vv
lijken
- als hoofdww binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D3
het kan (erop) - (als)of ...:vv of niet-ww rest ? 2.13.2.2, Bb, noot; 2.14.6.2.1, D en F
- heeft geen geb. wijs 2.2.4; 2.18.3.2.2
- en het koppelww komen (hoe komt...) 2.14.1.1. 5, Bv; 2.14.1.1.8
- als koppelww 2.14, G; 2.14.2.6.2, B
- + onweglaatbaar te + ow 2.9.3
die ringen - me van goud 2.14.2.6.2, B
- + vd 2.6.4, 1
- + vv ? 2.13.2.2, Bb, noot; 2.14.6.2.1, D en F
*ma
- Jansen 3.5.16.8
maag
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
maand
de bw bep. de - dat ik. slaag 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n eksamen 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
- in - uit 5.4.5, 2
- na - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
de - + naam van de maand (de - maart) 3.5.16.5vv
maandagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
maandagen
de bw bep. twee - 2.15.3.1.3
maanden
namen van - in het type de maand maart 3.5.16.5vv
maar
- als kern van de groep alleen - 2.15.9.3.1; 2.15.9.3.2; 2.15.9.3.3
geen ... - ... 7.1.7vv
- + hoeven 2.9.4.1, A; 2.15.9.3.1; 2.15.9.3.2
- t hoofdtw enz. (- drie) 2.15.9.3.1
het antwoord op vraagzinnen met - + hoofdtw (- drie) 8.1.2.2
indeling in zes types 2.15.9.3
ja - 10.5
nee - 10.5
- tussen de andere niet-woorden 10.9
- als kern van de groep nog - 2.15.9.3.1; 2.15.9.3.2; 2.15.9.3.3
ook - + onbep. woord is verwant met wie dan ook enz. 3.5.20.1.4, E
ook - íémand enz. 3.5.2vv
- en pas1
zijn onvervangbaar 2.15.9.3.1
pv is per se enkelvoud bij ond. met niet ... - ... of niet alleen ... - ook ... 2.5.2.7.1, 6
reeksvormer wel ... - niet ... 7.1.6.1, 4
reeksvormer ... - ... en ... (al) ... (je hoefde maar te kikken en ze stonden al bij je bed) 2.15.9.3.2
- legt soms situatieverband 7.2.5, slot
antwoord op vraagzinnen met - drie enz. 8.1.2.2
in vra. wijs kan - geen zinsdeel zijn 2.2.3.2, A
vw - kan enkel als halve reeksvormer (niet ... - ...) staan tussen pv's, vd's en ow's 2.4.2
bij wat 'n kinderen buiten het Δ is - onmisbaar 3.5.19.3.5, b; 4.4.2.1.1, 2 en 3
bij wat hard buiten het Δ is - onmisbaar 4.4.2.1.1, 2
wens. wijs + onweglaatbaar - 2.2.3.2, A en B1; 2.15.9.3.1; 2.15.9.3.3
niet ... - ... bij ww-p's 7.2.5
niet alleen ... - ook ... bijww-p's 7.2.6
niet ... - ... bij ww-vormen 10.2.2; 10.2.3; 10.2.4
niet ... - ... bij zn-p's 7.1.6vv; 7.1.2.1
niet alleen ... - ook ... bij zn-p's 7.1.8vv; 7.1.2.1
maart
de maand - enz. 3.5.16.5vv
is - een zn en een de-woord ? 3.5.16.5.1
majoor
- Jansen 3.5.16.8
makelaar
- Jansen 3.5.16.8
maken
- + lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- is vrij zeker geen par.-genoot van hebben in ze hebben het warm 2.14.1.2.1, B2
dubbeltjes van nikkel - 2.14.2.6.2, B
vol - 2.14.7.1.1
makkelijk
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
-bij imperfektief gebruikte ww's (die tekst tikt erg -) 2.14.1.5.2, C1
maksimaal
- (bw) + hoeven 2.9.4.1, A
- als zn-pd 3.5.5
maksimum
- maakt bijzin met hoeven mogelijk 2.9.4.2, C2
mama's
- jas 3.5.8.3.3
man
- nen is geen par.-genoot van tweeën in wij tweeën 3.5.19.4.1, F
twee - als versmelting 3.5.19.8
massa
een hele - is als voorbep. een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
Mattens, W.H.M. 2.4.3.2.2, noot
me
- kan alleen in - dunkt dat ... Δ zijn 2.19.1.2.1, 2b
par.-loos - als niet-ww rest (mv-achtig) 2.12.1.1.1; 2.19.1.1, 1a
par.-loos - als niet-ww rest (mv-achtig) kan tussen voor-pv en ond. 2.12.1.1.1
mee
aanvulling tussen met en mee 3.5.19.9.1, F2
ga je - fietsen 2.8.8
meedelen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
meer
- ... als ... bij zn-p's 7.1.11v
- is ook bij stof-zn's nooit genusaanduider 4.5.2.2, 3
- als nabep. bij niet-woord 4.4.2.2.2, 3a; 4.5.2.2, 3; 10.7.3
- als vergr. trap 4.4.2.2.2, 3b; 4.4.3
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3, B
meervoud
bij nevenschikking binnen het ond. is de pv in de meeste types geen - 2.5.2.7.1, F11
- is verwant met stof-zn's 3.5.15.2
het zn in van die aardige poppetjes is - of stofzn enz. 2.5.2.3.2, E
meeste
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3
meester
- Jansen 3.5.16.8
de toestand - 4.4.1.3.2
meewarig
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
mei
de maand - 3.5.16.5vv
mekaar 3.5.19.4.3
- als bwbn-pd-kern 3.5.19.4.3, E en G
- beperkt daderwoord tot mv als het kern is van een bv bep. daarbij 3.5.19.4.2, H
- als ‘lv’ bij nevenschikking tussen daderwoorden, vergeleken met - als lv 11.2.1.2.4.
- beperkt als ww-pd de kern(en) van ond. of hulpww-lv 2.5.2.7.5; 3.5.19.4.3, C1 en G; 2.18.11vv
- als hulpww-lv-kern 3.5.19.4.3, C1
- als lv, vergeleken met - als ‘lv’ bij nevenschikking tussen daderwoorden 11.2.1.2.4
- is uitg. in het type met - tegenover zich 3.11.2.2.2, A
vzaz + - in het type met naast - twee grote bedden 3.11.2.2.3, C
beperkingen bij nevenschikking waarbij - of zichzelf de kern van één helft zijn 3.5.19.4.2, J en K2; 11.2.1.2.4
- wijst als kern van ww-p II het ond. aan 2.2.6.2, A
- beperkt als ww-pd de kern (en) van ond. of hulpww-lv 2.5.2.7.5; 3.5.19.4.3, C1 en G; 2.18.11vv
- kan geen ond.-kern zijn 2.5.2.7.5, A; 3.5.19.4.3, C1
van - als nabep. bij relatiewoorden (mv of nevenschikking tussen ev) 3.5.19.4.3, F1b; 11.2.1.2.4
vzaz + - 3.5.19.4.3
vzaz + - in met naast - twee grote bedden 3.11.2.2.3, C
- als ww-pd-kern 3.5.19.4.3, C en G
ww-pd-kern met -, vergeleken met zn-pd-kern met - 11.2.1.1.1, B
- als zn-pd-kern 3.5.19.4.3, D en G
mekaars 3.5.19.4.3
- heeft het betekenis-element ‘bepaaldheid’ tegenover mekaar 3.5.19.4.3, F
- kan nooit voorbep. zijn van een ond.-kern 3.5.19.4.3, D1 en 2
- beperkt als zinsdeelstuk waarschijnlijk op de manier van mekaar als zinsdeel 2.5.2.7.6
meneer
- Jansen 3.5.16.8
- Jansen tegenover Jansen enz. 3.5.19.4.1, noot
| |
| |
menen
- + te + ow 2.9.3
meningsverschil
het - progressieven-konservatieven 3.5.16.7
Merckens, P.J. 2.14.4.1, noot
merkwaardig
(wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
met
aanvulling tussen - en mee 3.5.19.8.1, F2
- z'n handen in z'n zak als aanloop 2.19.4.3.1, D
zn-p met - kan ww-p als bv nabep. bij diegene enz. soms vervangen 3.5.19.7, noot
- een jas over z'n arm als bwbn-pd 3.11.1.2.3
- geen bestaat enkel in vaste uitdrukkingen 3.5.19.1, noot
ze doen er goed aan - 2.14.1.4.1
nevenschikking tussen - d'r hoed op en het type erg blij 2.15.1.1.2
nevenschikking tussen vol (-) bloemen en een zn-p met - 2.14.7.1.2
- als eventueel vw in om-zinnen 2.14.6
bij - als verbindend woord binnen het ond. is de pv ev of mv (Jan met z'n broertje) 2.5.2.7.1, F10
samen - 3.5.17.2.2
samen - als versmelting binnen het zn-p 3.5.19.1
vinden + lv + - een jas over z'n arm als bvg 2.14.2.5.5, 3g
vol - water tegenover vol water 2.14.7.1.1
- als eventueel vw in om-zinnen 2.14.6
- een jas over z'n arm als ww-pd 3.11.1.1
z'n tweeën enz. 3.5.17.4
- een jas over z'n arm als zn-pd 3.11.1.2
met dat al
- als vw bw 7.2.10; 7.4.5
meter
- is als singulare tantum een versmelting 3.5.19.8
met-groep
definitie - 3.11
metode
de - Jansen 3.5.16.9vv
metselen
vol ... - 2.14.1.4.1
mevrouw
- Jansen 3.5.16.8
mezelf 3.5.19.4.2, A
Michels, L.C. 2.6.4.4, noot
middag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n eksamen 2.15.3.1.2
de bw bep. twee - en 2.15.3.1.3
middelste 4.5.2.1, 2
- + op ... na 3.5.1.3.3, B1e
midden
- in die kist 5.4.4; 5.4.4.1
het type met in het - een grote la 3.6.2.l
middengroep 2.3.3; 2.19.3
immers, onbeklemtoond toch en onbeklemtoond zeker in de - maken een zin vragend 2.2.10.4, 3 en 3d
wie/wat-zin kan in de - staan 2.11.1.3
middengroep-element
immers als - 2.2.10.4, 3 en 3d
maar (bw) als - 2.15.9.3.1
ook (kopbep.) als - 7.4.4.1, 2; 7.4.4.2.2, D
pas als - 2.15.9.2.5
onbeklemtoond toch als - 2.2.10.4, 3 en 3d
onbeklemtoond zeker als - 2.2.10.4, 3 en 3d
middengroep-ook 7.4.4.1, 2; 7.4.4.2.2, A, slot en D, slot; 7.4.4.2.3, slot
middenin
met - een grote la 3.11.1.2.5
miezeren, zie onpers. ww's
miljoenen
het tw-p enkele - 3.5.11.1.1
het tw-p in de - 3.5.11.1.3, b
minder
- als zn-pd is soms geen genusaanduider 4.5.2.2, 3
- + hoeven 2.19.4.1, A en E2
- is vergr. trap 4.4.2.2.2, 3b
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3, B
minimaal
- maakt als bw hoeven niet mogelijk 2.9.4.1; 3.5.5
- maakt bv. bijzin met hoeven mogelijk 2.9.4.2, C2
minimum
- maakt bijzin met hoeven mogelijk 2.9.4.2, C2
ook maar een - 3.5.2.1
minister
- Jansen 3.5.16.8
minst
het - (bw) + hoeven 2.9.4.1, A
minste
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3, B
minstens
- als zn-pd 3.5.5
minuut
de bw bep. de - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
ook maar een - 3.5.2.1
mis
hij heeft het - 2.14.1.2.1, B4a, noot
misselijk
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
missen
het kan niet - of ... 7.2.8.5vv
modaal
- betekenis-element in zinnen met ook maar íémand enz. 3.5.2.3.2
modaliteit
- binnen als-groepen 4.4.2.4.1, A
tijd en - bij hoofdvormen 2.4.3.1.2; 2.11.1.3.1, F, vooral F6b
verband tussen - en verbindende woorden 2.2.10.6
moe
- +, ‘lv’ 4.4.1.3.3
blokkering van ‘lv’ en ‘vv’ bij - 4.4.1.3.3
- + ‘vv’ 4.4.1.1
moeder
- Jansen 3.5.16.8
moeders
- jas 3.5.8.3.3
(m'n) - is lid van het par. die/dat 3.5.8.3, A1C
moeilijk
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
moeizaam
die tekst tikt erg - 2.14.1.5.2, C1
Moerdijk, Ieke 3.5.1, noot
moeten
- + aan het + ow 2.10.1vv
- als hoofdww (?) binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, C2a en b en D3
het/dat doen verwijst soms naar - + hebben/zijn + niet-ww rest 7.5.13.1.9; 7.5.13.2.3
- mist de geb. wijs 2.2.4.3; 2.18.3.2.1
- + ow bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
- + niet-ww rest 2.14.2.6.6
- + ow 2.8, Ba; 2.8.1
- + ow bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
had - blijven is soms uitg. in de pv-geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
- + uit + ow 2.10.4v
- + vd 2.6.4, 2
- + vol melk 2.14.2.6.6
had - blijven is soms uitg. in de pv-geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
mogelijk(e)
absolute bwbn's kennen zo ... mogelijk niet als bep. 4.4.2.1.7
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
de/het + overtr. trap + - (de grootst -) 4.5.2.1, 4
zo groot - als ww-pd 4.4.2.2.3, B
het grootst - is uitg. als ww-pd 4.4.2.2.1, A3
zo groot - als zn-pd 4.5.2.1, 4
de/het + overtr. trap + - (de grootst -) als zn-pd 4.5.2.1, 4
mogen
- + aan het + ow 2.10.1vv
- als hoofdww (?) binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, C2a en b en D3
het/dat doen verwijst soms naar - + hebben/zijn + niet-ww rest 7.5.13.2.3
- mist de geb. wijs 2.2.4.3; 2.18.3.2.1
iemand graag - 2.15.1.2.1, noot
- + ow bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
- + niet-ww rest 2.14.2.6.6
- + ow 2.8, BA
- + ow bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
had - blijven is soms uitg. in de pv-geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
- + uit + ow 2.10.4v
- + vd 2.6.4, 2
- + vol water 2.14.2.6.6
had - blijven enz. is soms uitg. in de pv-geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
- + zonder jas 10.8.1.1, A
moment
de bw bep. het - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. het - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en (?) 2.15.3.1.3
monseigneur
- Jansen 3.5.16.8
morfeem 1.1.1; 1.2
morfeemsyntaksis 1.2; 1.2.1
morfologie 1.2; 1.2.1
morgen
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n eksamen 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -s 2.15.3.1.3
de bw bep. van het type - in het type
| |
| |
nauwelijks ... of ... 7.2.8vv
- pas 2.15.9.2.3, A en C
motregenen, zie onpersoonlijke ww's
mv 2.12vv
aanw. vn als - (plaatsmogelijkheden) 2.11.1.1; 2.19.3
binnen als-groep eerst plat -, dan lv 4.4.2.4.1, A
zichzelf enz. binnen een nabep., bij een daadwoord binnen een - 3.5.19.4.2, E5
het/dat doen + - 7.5.13.1.5v
binnen middengroep eerst plat -, dan lv 2.3.3, 1 en 2
binnen als-groep eerst plat -, dan lv 4.4.2.4.1, A
ww's met - en lv 2.12.1.2
- of lv ? 2.6.2.5; 2.12.1.1.3, slot
vergelijking naar binnenbouw tussen -, lv, ond. en bw bep. 2.13.4.2
par.-loos me is geen - 2.12.1.1.1
mekaar beperkt kern van - 3.5.19.4.3, C3b, D1b en 2b en G
plaats aanw. vn als - 2.11.1.1, 2; 2.19.3
plaats binnen middengroep: eerst plat -, dan lv 2.3.3, 1 en 2
plaats binnen als-groep: eerst plat -, dan lv 4.4.2.4.1, A
plaats - dat geen lv naast zich kent: eerst voor-pv, dan mv, dan ond. 2.19.1.1.1b
plat - 2.12; 2.12.1v
plat - lijkt sterk op lv 2.3.3, 1 en 2
binnen middengroep eerst plat -, dan lv 2.3.3, 1 en 2
binnen als-groep eerst plat -, dan lv 4.4.2.4.1, A
schijnrond - bestaat niet bij ww's met enkel - (dat laat me koud enz.) 2.12.1.1.3
schijnrond - lijkt op vv 2.3.3, 1 en 2
schijnrond - kent geen vzaz-p 5.1.1
schijnrond - lijkt op vv 2.3.3, 1 en 2
- of vv ? 2.12.2.1.5, noot
vergelijking naar binnenbouw tussen -, lv, vv, ond. en bw bep. 2.13.4.2
vzaz + ww-p als - 2.13.4.2
ww's met enkel - 2.12.1.1.3
ww-p als - is enkel wie/wat-zin 2.13.4.2
zichzelf enz. binnen een nabep., bij een daad-woord binnen het - 3.5.19.4.2, E5
zichzelf enz. binnen een nabep. bij een zn (type boek) binnen - 3.5.19.4.2, D5
zn-p als -, zie plat en schijnrond zn-p ‘mv’ 4.4.1.2vv
- bij genoeg + bwbn en bij te + bwbn 2.12.1.2.2
- als mogelijkheid bij indirekt gebruikte ww's (die boeken lezen mij een beetje ál te moeilijk) 2.14.1.5.2, C1
verwantschap tussen het - in die soep is me ál te zout en het ond. in ik vind die soep ál te zout 2.14.2.5.5, 10, tweede C
‘mv’
beperkingen bij - 3.5.19.4.2, G en H
- bij daderwoord 11.2.1.2.7
- met mekaar - 3.5.19.4.3, D1a
mv-zin
- met ook maar íémand 3.5.2.2.2, B
de kombinatie - en vv is bijna uitg. 2.13.2.1.4, noot
mijne
het zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.7, 1
m'n 3.5.8.3.1vv
in vaste uitdrukkingen zoals - best doen in om- zinnen als vv of bw bep. beperkt het bez. vn het hoofdzinsond. in getal en persoon 2.5.2.7.6, 3
in vaste uitdrukkingen zoals - best doen beperkt het bez. vn het hulpww-lv in getal en persoon 2.5.2.7.6, 2
in vaste uitdrukkingen zoals - best doen beperkt het bez. vn het ond. in getal en persoon als er geen hulpww-lv is 2.5.2.7.6, 1
zie ook m'n eigen
*na
uur - uur als bw bep. 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
boek - boek enz. als door-bep. 5.4.6.2, 1.5.4.6.3, 1; 5.4.6.4, 1
boek - boek enz. als lv 5.4.6.2, 1; 5.4.6.3, 1; 5.4.6.4, 1
boek - boek enz. als ond. 5.4.6.2, 1; 5.4.6.3, 1; 5.4.6.4, 1
op ... - bevat geen vzaz 3.5.1.5vv
het vw - vereist bijna altijd een vd met hebben/zijn (niet met worden) of twee of meer ow's 2.16.5.1.2, A2
het vw - kent geen verbinding met erg graag 2.15.1.2.1, B3
het vzaz - heeft als vn-bw-pd een plaatsbeperking 3.5.19.9.1, B3
het vzaz - in de bw bep. de dag - m'n eksamen 2.15.3.2.1, D
naaien
een rok vol knopen - 2.14.7.1.1
naamvallen
- bij betr. vn's 2.5.2.6
- bij bwbn's (kleins/kleine + klein) enz. ? 4.9. 1, D
- bij pers. vn's 2.5.2.6
- bij zn's en enkele onbep. vn's 3.5.8.3.3, D
naamwoord
bijvoeglijk -, zie bn en bwbn
zelfstandig -, zie zn
naar
het bwbn - in hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
aanvulling tussen vzaz - en heen 3.5.19.9.1, F3
om-zinstype met vzaz - of aan als eerste woord (naar de lucht te oordelen) 2.18.11.1.7
naargelang
de vw-uitdrukking - 6.1.2
naarmate
de vw-uitdrukking - 2.16, 2; 4.5.2.2, 7; 6.1.2
nabep. (bv) 3.5.16vv
- als aanloop 2.19.4.2
afgesplitste - 9.2.3.1, 6
afgesplitste - bij daadwoord, vergeleken met zn-p als uitloop-lv 11.2.1.1.3
het/dat doen + - 7.5.13.1.8
schijnbare - 3.5.11.2.1v
- als uitloop 2.19.5
- tegenover bv voorbep. 3.5.16.11
weglaatbaarheid van bv -, vergeleken met die van zn-p als lv 11.2.1.1.3
ww-p als - 3.5.16.1vv
nabep. ( ‘bw’)
afgesplitste - 9.2.3.2, 4
- bij bn 4.5.3
- is uitg. bij bvg-achtige bw bep. erg blij enz. 2.15.1.1.3
- bij bwbn 4.4.1.2vv
het/dat doen + - 7.5.13.1.9
- bij echte overtr. trap van het bw 4.4.2.2.1, A6c
ww-p als - 4.4.1.3.5
zn-p als - 4.4.1.3.5
nacht
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n hartaanval 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
nadat
de bw bep. de dag - ik eksamen gedaan had 2.15.3.1.1, E1b en 3
- vereist meestal hebben/zijn + vd of + twee of meer ow's 2.16.5.1.2, A1
- als kern van vw-p 6. 1
naderhand
- is geen par.-genoot van geleden 2.15.9.4
namelijk
als deel van een soort tussenzin als bv bep. 3.5.16.1.1
na-uitloop 7.2.2, 3; 7.5.11
nauwelijks
het antwoord op vraagzinnen met - 8.1.2.2; 10.1
-
1 hoeven 2.9.4.1, A
-
1 meer 4.4.2.2.2, 3a
-
2
als niet-woord 7.2.8.12.1, 4a; 10. 1
- tussen de andere niet-woorden 10.9
-
2 ... of ... 7.2.8.12vv
- ...
2 of ... maakt hoeven niet mogelijk 2.9.4.1, E3
- tenzij2
3.5.1.4
-
2 zo ... of ... 7.2.8.18.1
nee 10.1
ja/ - als antwoord op vragen 2.2.10.5.3
ja/ - in gesprekzinnen 8.1.2vv
- hoor 10.5
- maar 10.5
- zeg 10.5
neef
- Jan 3.5.16.8
m'n - Jan 3.5.16.6, D
- en nicht van mekaar 11.2.1.2.4
negatief
- polaire elementen 2.9.4
nergens (onbep. ‘vn’) 3.5.19.5, B
- als ... 4.4.2.2.2, 2
- anders 4.9.2, B en C
- behalve2
... 3.5.1.2
- + hoeven 2.9.4.1, A
- meer 4.4.2.2.2, 3a
- tussen de andere niet-woorden 10.9
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
- als vn-bw-pd, zie vn-bw-p
- + zo + stell. trap + of ... 7.2.8.18.1
net
- ... als ... 4.4.7
- ... (als)of, zie (als)of-zin
antwoord op vraagzinnen met - 8.1.2.2
- (voor hoofdtw) + hoeven 2.9.4.1, A
- /straks als hoofdzinsdeel beinvloeden hoofdvormkeus in indirekte rede weinig 2.11.1.3.1, F1a, b en c
| |
| |
- als par.-genoot van nauwelijks 7.2.8.12.1, 4A en B
netjes 4.4.2.2.3
iets - is uitg. 4.9.1.C1
nevenschikking 7
- en abstrakt patroon 11.1.1, C
- tussen als-groepen 4.4.2.4.5, B
- tussen beginstukken vóór als-groep 4.4.2.4.5, B
vergelijking tussen - en als-groepen 4.4.2.4, 2
- en beklemtoning 7.0.0
- is uitg. tussen de nabep. van de bw bep. de dag dat ik slaag en de dag van m'n eksamen 2.15.3.1.2, A1
- tussen bwbn-p's 7.3
- is uitg. tussen bv bijzin met vw en betr. bijzin 2.18.11.2.2A en B
- bij daadwoorden (type lopen) 3.5.15.2.1 definitie van - 7.0.0
dubbelzinnigheden bij - 7.1.2
- in gesprekzinnen 8.0.2
- tussen gesprekzinnen 8.1vv
beperkingen bij mekaar en bij van mekaar bij - tussen twee enkelvoudige elementen 11.2.1.2.4
- bij met aan de zijkant een grote la als bw bep. 3.11.1.4vv
- bij met aan de zijkant een grote la als bv bep. 3.11.1.2.2
- tussen of het nou regent of niet en wie er ook belt 3.5.21.1.1, D
- is verplicht binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.7.2; 7.1.3
- tussen bwbn-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, D
- tussen twee groepen patronen binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, F
- tussen tw-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, D
- tussen vw-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, D
- tussen vzaz-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, D
- tussen ww-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, B en C
- tussen ww-vormen binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, E
- tussen zn-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, D
- is uitg. tussen de betr. om-zin en die met vw 2.18.11.2.2, A en B
- bij ow's 2.8.1.1
- tussen twee ow's en vd 2.6
- ‘vertaalt’ par. in syntagma 1.2.2.2
- bij pv's 2.4.2
pv duidt getal aan van ond. met - 2.4.3.2.2, 3a
bij - binnen pv duidt elke vorm getal aan van ond.-kern(en) 2.4.3.2.2, 3a
samentrekking bij - 7.5vv
- bij vd's 2.6
- tussen vd en twee of meer ow's 2.6
- met wie dan ook 3.5.20.2
- tussen wie er ook belt en of het nou regent of niet 3.5.21.1.1, D
- tussen wie er ook belt en al regent het ook pijpestelen is uitg. 3.5.21.1.1, D
- tussen ww-p's 7.2
- tussen ww-p's binnen de bw bep. of het nou regent of dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, B en C
- tussen ww-vormen 2.2.6.5, noot
- tussen zn-p's 7.1
- en onderschikking bij zn-p's 7.1.13
nicht
m'n - Sofie 3.5.16.8
neef en - van mekaar 11.2.1.2.4
niemand (onbep. vn) 3.5.19.4; 3.5.19.4.4
- als ... 4.4.2.2.2, 2
- anders 3.5.19.4; 3.5.19.4.4; 4.9.2, B en C
- anders + om-zin 2.18.11.2, B2
- behalve2
... 3.5.1.2
- binnen afgesplitste ‘bw’ nabep. 10.1.1.4, B
- als kern van getalsond. 2.5.2.3.2, B2b
- + hoeven 2.9.4.1, A
- meer 4.4.2.2.2, 3a
- als niet-woord 10.9
- + om-zin 2.18.11.2, B
- anders + om-zin 2.18.11.2, B2
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
- wie dan ook 3.5.20.1.1, A
- + zo + stell. trap + of ... 7.2.8.18.1
niemands
- binnen een zn-p als aanloop 10.1.1.1, A
- als bv voorbep. 3.5.8.3.3, D; 10.1.1.1, A
nieren
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
niet 10
- binnen een bwbn-p als aanloop 10.1.1.1, B
- ... maar ... als aanloop 10.1.1.1, D
- zozeer ... als wel ... als aanloop 10.1.1.1, D
- alleen ... maar ook ... bij ww-p's 7.2.6
- alleen ... maar ook ... bij zn-p's 7.1.8vv
bevat een ond. de reeksvormer - alleen ... maar ook ... dan is de pv ev 2.5.2.7.1, 6
de reeksvormers - alleen ... maar ook ... en - ... maar ... bij vd's 2.6.1
antwoord op vraagzinnen met - enz. 8.1.2.2
- behalve 3.5.1.2
beklemtoonbaar -
1
dat niet aan vraagzinnen gebonden is 10.2
van wel/van - als bv bijzin (?) 3.5.16.1.7
zijn wel en - ooit bw bep. ? 2.15.9.1
afgesplitst - als bwbn-pd 9.2.3.2, 1
- dat ... maar wel ... 2.18.4.1, 2; 7.2.5.1
denk je - 10.4
- kan in z'n eentje het driehoekje niet bezetten 2.19.1.2.1, 1
- tegenover geen 3.5.8.3.6
- + hoeven 2.9.4.1, A
- is onmisbaar in het type (zonder hoe enz.) door zo'n lekje komt die boel toch/immers - zo kletsnat 2.14.1.1.1, A1
- ik heb lieven van wel/van - 2.15.1.2.5
- een kind enz. als lv 2.11.1.2.2, 2 en 4
- ... maar ... bij ww-vormen 10.2.2; 10.2.3; 10.2.4
- ... maar ... bij ww-p's 7.2.5
- ... maar ... bij zn-p's 7.1.6vv
- ... maar ... als aanloop 10.1.1.1, D
- ... maar ... als uitloop 10.1.1.2, D
- ... maar ... en - alleen ... maar ook ... bij vd's 2.6.1
- meer als niet-w-p 4.4.2.2.2, 3a
- als niet-woord 10.9
- volgt in een dubbele ontkenning altijd op het andere niet-woord 12.12.2
het niet-woord-p - meer 4.4.2.2.2, 3a
- ... of ... 7.2.8.15vv
of wel/of - als halve nevenschikking binnen de bw bep. of het nou regent of - 7.2.7.1.3, G
of wel/of - is uitg. binnen bijzinnen die niet met of beginnen 7.2.7.2.1
- om te genieten zo vervelend 2.18.11.1.4, A
- om te snijden zo taai als eventuele bv bijzin 2.18.11.2.2, D1
bevat een ond. de reeksvormer - alleen ... maar ook ..., dan is de pv ev 2.5.2.7.1, 6
plaatsbeperking van -
1
als ww-pd 2.15.9.1, 2; 7.1.6.2; 10.1.1
- te snijden zo taai 2.18.11.1.4, C
- ... maar ... als uitloop 10.1.1.2, D
- zozeer ... als wel ... als uitloop 10.1.1.2, D
van wel/van - als uitloop-lv 2.11.1.3, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van wel/van - als uitloopond. 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van wel/van - als uitloop-vv 2.13.2.2, D
van wel/van - als bv bijzin (?) 3.5.16.1.7
van wel/van - als uitloop-lv 2.11.1.3, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van wel/van - als uitloopond. 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van wel/van - als uitloop-vv 2.13.2.2, D
- ... maar ... en - alleen ... maar ook ... bij vd's 2.6.1
ik vind van wel/van - 2.14.2.5.5, 9 en 10
vind je - 10.4
het vragende -
4
na bevestigende of vragende zinnen 10.4
wel - 10.3
afgesplitst - als zn-pd 9.2.3.1, 1
zo + stell. trap. - of ... (hij was zo goed - of ...) 7.2.8.18.1
- zozeer ... als wel ... bij ww-p's 7.2.7
- zozeer ... als wel ... bij zn-p's 7.1.9
- zozeer ... als wel ... als aanloop 10.1.1.1, D
- zozeer ... als wel ... als uitloop 10.1.1.2, D
niets
- (tekst) + hoeven 2.9.4.1, A
zie ook niks
niettegenstaande
aanloop kan niet beginnen met vw - 2.19.4.3.3
aanloop kan niet beginnen met vzaz - 2.19.4.3.1
niettemin (vw bw) 7.2.10; 7.4.5
niet waar 10.4
niet-werkelijkheid
- als betekenis-element in zinnen met ook maar íémand enz. 3.5.2vv
niet-woord
- kan geen aanloop zijn 11.1.2.3.1
- + als-groep 4.4.2.4.2, A
- is in bijna alle als-groepen uitg. 3.5.2.2.2, E5; 4.4.2.4.3, B
| |
| |
- is mogelijk in beginstuk vóór als-groep 4.4.2.4.2, 5
- als gesuggereerd antwoord op vraagwoordvraag + immers of onbeklemtoond toch 2.2.10.4, 3d
- ... behalve2
3.5.1.2
- is na dat-Δ uitg. 2.9.4.1, E1
definitie - 2.9.3.1.1
botsingen tussen graag en -en 2.15.1.2.1, A
- + hoeven 2.9.4.1v
- als gesuggereerd antwoord na vraagwoordvraag + immers of onbeklemtoond toch 2.2.10.4, 3d
- en zijn uitg. in hoe komen jullie zo nat 2.14.1.1.1, A2
- is onmisbaar in een geb. wijs van liggen, staan en zitten + te + ow 2.2.4; 2.18.3.1, F
- + par.-loze nabep. meer ( niet-woord-p) 4.4.2.2.2, 3a
- binnen het type met nooit es een bordje soep voor het eten 3.11.2.1
- + of ... in beperkte zinstypes 7.2.8vv
- in dubbele ontkenning in teksten 12.12vv
- is bijna uitg. iri bijzin bij een echte overtr. trap 2.9.3.1.1, 2b; 4.5.2.1, 6b
plaatsbeperkingen van -en 10.1.1vv
- is onmisbaar in een geb. wijs van liggen, staan en zitten + te + ow 2.2.4; 2.18.3.1, F
- als korrelaat van tenzij2
3.5.1.4
- als gesuggereerd antwoord na vraagwoordvraag + immers of onbeklemtoond toch 2.2.10.4, 3d
- is verwant met vergr. trap 4.4.2.2.2, 2
vormbasis van - 10.1
- als gesuggereerd antwoord na vraagwoordvraag + immers of onbeklemtoond toch 2.2.10.4, 3d
een ‘vv’ vereist soms een -, een vra. wijs of een onjuist-woord 4.4.1.1, A, slot
- is erg zeldzaam in het type wie er ook belt als bw bep. 3.5.21.1.2
- is onmisbaar in een geb. wijs van liggen, staan en zitten + te + ow 2.2.4; 2.18.3.1, E
- + vw zonder 10.7.2
- + vzaz zonder 10.8.2.7
- + vw zonder dat 10.7.2
niet-woord-p 4.4.2.2.2, 3a; 4.5.2.2, 3
niet-ww rest 2.14vv
tweeplaatsige - bij aan het + ow 2.14.1.1.3v
- als aanloop met dat als verwijswoord 2.14, G2a
-, vergeleken met bv bep. 3.5.16.11
bwbn-p als - 2.14.1vv; 4.2.3; 4.4.1vv
bwbn-p als - bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5vv
dat als - 2.14.4.1v
direkte rede als - 2.14.6.1
doen + - 2.14.1.4vv
duren + - 2.14.2.5.1; 2.14.2.5.4
fietsen + - 2.14.2.6.8
genoeg om ... als - 2.18.11.3.3, A1
hard genoeg om ... als - 2.18.11.3.3, B1
genoeg op z'n gemak om ... als - 2.18.11.3.3, C
getalsaanduiding door de pv van de - 2.14.2.1, A3 en B
graag binnen de - 2.15.1.2.1
hebben + - 2.14.1.2; 2.14.2.6.7
hoe + komen + - 2.14.1.1vv
imperfektief gebruikte ww's + - 2.14.1.5v
in stukken snijden enz. als - 2.14.2.6.1
- maakt hoofdww-pv + erg blij mogelijk 2.15.1.1.1, B3
komen + - 2.14.1vv
kosten + - 2.14.2.5.2; 2.14.2.5.4
kunnen + - 2.14.2.6.6
leggen + - 2.14.2.6.4
liggen + - 2.14.2.6.5
met een jas over z'n arm als - 3.11.1.1
om - zin als - 2.18.11.1.4; 2.18.11.3.1, A
om - zin als - bij daadwoord als ond.-kern 2.18.11.1.4, E
om - zin als - en als bv nabep. 2.18.11.2.1, C
snijden enz. + in ... als - 2.14.2.6.1
vinden + - 2.14.2.5.5
vn-bw-p als - 2.14.5
vn-p als - 2.14.4
‘vn’-p als - 2.14.3
vol bloemen als - 2.14.7vv
vzaz-p ww-p als - 2.14.8
ww-p als - 2.14.6
ww-p als - en als bv nabep. 3.5.16.1.7, A
zo als - 2.14.4.1v
zichzelf als kern van - 3.5.19.4.2, D2
zichzelf als kern van nabep. binnen - 3.5.19.4.2, D1
zichzelf als kern van nabep. bij daadwoord binnen - 3.5.19.4.2, E2
zichzelf als kern van nabep. bij daderwoord binnen - 3.5.19.4.2, F
zien + - 2.14.1.3vv
zn-p als - 2.14.2vv
‘zn’-p als - 2.14.3
zie ook bvg, koppelww en nw deel
‘niet-ww rest’
- en niet-ww rest 11.2.1.2.8
nieuws
iets - en het - 4.9vv
nieuwsgierig
- + ‘vv’ met naar 4.4.1.1
niks (onbep. vn) 3.5.19.4; 3.5.19.4.4
- als goeds enz. 4.9.3
- als ... 4.4.2.2.2, 2
- anders en onbep.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, F2
- anders + om-zin 2.18.11.2, B
- behalve2
3.5.1.2
- + bwbn op - s (niks goeds) 4.9vv
- en - + bwbn-p + om-zin 2.18.11.2, B2
- als kern van getalsond. 2.5.2.3.2, B2b
- + hoeven 2.9.4.1, A
- als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2, C
- meer 4.4.2.2.2.2, 3a
- tussen de andere niet-woorden 10.9
- of ... 7.2.8.14vv
- kan geen ond. zijn in het type ... heeft het warm 2.14.1.2.1, B
- op ... na2
3.5.1.3.2, Aaβ
- wat dan ook 3.5.20.1.1, A
noch
- ... - ... als aanloop 10.1.1.1, D
- ... - ... als bv nabep. 10.1.1.3, A
- + hoeven 2.9.4.1, A
nevenschikking met - in het ond. geeft een enkelof meervoudige pv 2.5.2.7.1, 6
- ... - ... in het ond. geeft bijna altijd een enkelvoudige pv 2.5.2.7.1, 6
- ... - ... als uitloop 10.1.1.2, D
- tussen vd's 2.6.1
- ... - ... bij ww-p's 7.2.4
- ... - ... bij zn-p's 7.1.5
nodig
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
nog
- + vra. wijs + hoeven 2.9.4.1, D
- + vraagwoordvraag + hoeven 2.9.4.1, C
- maar 2.15.9.3.1; 2.15.9.3.3
nooit (‘vn’) 3.5.19.5, B
- ... als 4.4.2.2.2, 2
- behalve 3.5.1.2
- + hoeven 2.9.4.1, A
- meer 4.4.2.2.2, 3a
- of ... 7.2.8.17vv
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
- + zo + stell. trap + of ... 7.2.8.18.1
- tussen de andere niet-woorden 10.9
nopjes
het beperkte zn-p in z'n - als bwbn (stell. trap) 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
nou (‘vn’) 3.5.19.5
- + vra. wijs + hoeven 2.9.4.1, D
- + vraagwoordvraag + hoeven 2.9.4.1, C
- beperkt de hoofdww-pv soms 2.16.5.1.2, A3
- kent geen gelijkvlakkig tijd-vw 2.16.5.1.3
- en het vw nou 2.16.1
nou (vw) 2.16
- beperkt de hoofdww-pv soms 2.16.5.1.2, A3
- en ‘vn’ nou 2.16.1
november
de maand - 3.5.16.5vv
nu (‘vn’) 3.5.19.5
zie ook nou
nul-lv 2.11.1.2.3, D
nul-lw
een/ - is uitg. binnen aanspreking 3.4.1, noot
een/ - vormen een aanvulling 3.5.8.2, slot; 3.5.11.2.3
een/ - als antecedent 3.5.11.2.3
een/ - past in met een jas over z'n arm niet voor namen van sommige lichaamsdelen 3.11.1.1.1, A2 en 3
een/ - veroorzaakt soms dubbelzinnigheden bij nevenschikking 7.1.2
nul-ond.
- in de pv-geb. wijs 2.2.3.2; 2.2.4.4
nul-ow
zijn als mogelijke - 2.14.2.5.5, 3c en 10
nul- te + ow
te zijn als mogelijk - in types met hoe komt ... 2.14.1.1.5, B
nul-td
is het type erg blij een eendelig gerealiseerd td-p met een - ? 2.15.1.2, 1
nulteken
- voor daadwoorden in ( na)
bestraffing van Jan 11.2.1.1.2
- is iets anders als een niet-gerealiseerd pd 2.2.1, noot
* ochtend
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n eksamen 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
| |
| |
oer-
absolute bwbn's met - 4.4.2.1.7
of
- ... - dat ... als aanloop 2.19.4.3.3, H
de verhouding tussen de bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is en de al-zin als bw bep. 7.2.7.2.2
bij de beperkte wijs kan - ... - ... geen reeksvormer zijn 7.2.7.1.3, G, noot
de bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is 7.2.7vv
zijn de twee -'s onder- of nevensch. in de bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is ? 7.2.7.1; 7.2.7.2.1
de verhouding tussen de bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is, de al-zin, de wie ... ook-zin en de zo ... als-zin 7.2.7.2.2
- wel/ - niet als helft van nevenschikking binnen de bw bep. - het nou regent - niet 7.2.7.1.3, G
- + weglaatbaar dat 7.2.7.1, A
- ... - dat ... als aanloop 2.19.4.3.3, H
dubbelzinnigheden bij - 7.1.2, C en Ea
dubbelzinnigheden bij - ... - ... 7.1.2, D en Ea
hetzij ... - (dat) ... 7.4.3
- in een bijzin met indir. vra. woord 7.2.7.1, A
nauwelijks ... of ..., nergens ... of ... enz. 7.2.8vv
nevenschikking van het type sta stil - ik schiet 7.2.8.14.1, 1 t/m 3
bij de bw bep. met verplichte nevenschikking - het nou regent - dat het mooi weer is is geen reeksvormer 7.2.7.1.3, F, noot
nevenschikking tussen - het nou regent - dat het mooi weer is en wie er ook belt 3.5.21.1.1, D
- wel/ - niet als helft van nevenschikking binnen de bw bep. - het nou regent - niet 7.2.7.1.3, G
nevenschikking met - in het ond. geeft enkel- of meervoudige pv 2.5.2.7.1, 6
ondersch. vw - 2.16, 1
eigenschappen van onder- en nevensch. vw - 7.2.7.1
plaatsmogelijkheden van - ... - ... binnen het zn-p 7.1.3.1.1, 2
nevenschikking met - in het ond. geeft enkel - of meervoudige pv 2.5.2.7.1, 6
- tussen pv's 2.4.2
geen reeksvormer in de verplicht nevengeschikte bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is 7.2.7.1.3, F, noot
tw-p een stuk - wat 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.2v; 3.8
zn-p een stuk - wat minuten als vzaz-pd 3.8
tw-p een uur - wat als vzaz-pd 3.8
- tussen vd's 2.6.1
- in een bijzin met indir. vra. woord 7.2.7.1, A
- wel/ - niet als helft van nevenschikking binnen de bw bep. - het nou regent - niet 7.2.7.1.3, G
- is invoegbaar in wie er ook belt enz. 3.5.21.1.2
verhouding tussen wie ... ook-zin en de bw bep. - het nou regent - dat het mooi weer is 7.2.7.2.2
vergelijking tussen wie er ook belt en - het nou regent - dat het mooi weer is 3.5.21.3
nevenschikking tussen wie er ook belt en - het nou regent - dat het mooi weer is 3.5.21.1.1, D
- ... - ... bij ww-p's 7.2.3
- ... - ... bij zn-p's 7.1.4; 7.1.2.1
plaatsmogelijkheden van het type - ... - ... binnen het zn-p 7.1.3.1.1, 2
verhouding tussen zo ... als-zin en de bw bep.
- het nou regent - dat het mooi weer is 7.2.7.2.2
zie ook of-zin
ofschoon
- tussen bwbn's in teksten 12.4
- als lid van een deelwoordgroep in teksten 12.5
ofschoon-zin
- kan geen aanloop zijn 2.19.4.2.3
oftewel 7.1.4, noot
of-zin 2.18.7
bv - 3.5.16.1.1; 2.18.7, D
bv - (wie --zin) met ook maar íémand als deel 3.5.2.2.2, D2
bv - en - als nw deel 2.18.7, B4
bv - en - als bvg 2.18.7, B4d
‘bw’ - 2.18.7, C; 2.18.8, C en D
- als lv 2.18.7, B2; 2.18.8, B
- als ond., lv en vv met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A1
- als ‘lv’ (?) 4.4.1.3.1vv
- als nw deel en als bv bep. 2.18.7, B4
- met ook maar íémand als bv - (wie of-zin) 3.5.2.2.2, D2
- met ook maar íémand als ond., lv en vv 3.5.2.2.2, A1
- als ond. 2.18.7, B1; 2.18.8, B; 2.19.7, B1
- met ook maar íémand als ond., lv en vv 3.5.2.2.2, A1
- als vv 2.13.2.2, Bb en slot; 2.13.3; 2.18.7, B3; 2.18.8, B
- met ook maar íémand als ond., lv en vv 3.5.2.2.2, A1
- als ‘vv’ 4.4.1.1, A
- als zelfstandige taaluiting 2.18.7, A; 2.18.8, A
- als zn-pd 2.18.7, D; 2.18.8, C en D
ogen
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
helder uit z'n - kijken 2.14.1.3
ogenblik
de bw bep. het - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. het - van m'n afwezigheid 2.15.3.2.1
de bw bep. twee -ken 2.15.3.1.3
ook maar een - 3.5.2.1
oktober
de maand - 3.5.16.5vv
om
het betr. woord - 3.5.16.1.6
de niet-ww rest (?) - in met z'n das - 3.12vv
het vw - 2.16; 2.18.11vv
het vw - als versmelting binnen de bindvolgorde 2.16.3
oma
- Jansen 3.5.16.8
- 's jas 5.8.3.3
omdat-zin
- als niet-ww rest 2.14.6.2.3
omvormer
ja en nee als - 8.0.2; 8.1.2.1
om-zin
aanloop in - 2.19.4, C
- als ond. in als-groep 4.4.2.4.3, C3c
betr. - 2.18.11.2.2
eenschimmige bv - 2.18.11.2.1
tweeschimmige bv - 2.18.11.2.2
lvm in eenschimmige bv - 2.18.11, CII, 1 en 2a; 2.18.11.2.1, B; 2.18.11.2.3
lvm in tweeschimmige bv - 2.18.11.2.2, B
betekenisleer van de bv - 2.18.11.2.1, E; 2.18.11.1.1, D3
bv - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, D1 en 2
bv - met gister enz. 2.16.5.2.1, B; 2.16.5.2.2, B
bv - met gister bij daadwoord 2.16.5.2.1, B2; 2.16.5.2.2, B2
bvg voor een prof is vaak uitg. als -sdeel 2.14.2.6.10, A2d
eenschimmige bw - 2.18.11.1.6vv
eenschimmige bw -, type aan z'n neus te zien 2.18.11.1.7
eenschimmige bw -, type aan z'n neus te zien, kent geen lvm 2.18.11.1.7vv
eenschimmige bw -, type om kort te zijn als schijn-aanloop 2.18.11.1.9
eenschimmige bw -, type je lijkt wel gek om zo laat te komen 3.5.19.3.1
bw - met gister enz. 2.16.5.2.1, A5; 2.16.5.2.2, A
lvm in eenschimmige bw - 2.18.11.1.5, B; 2.18.11.1.6, IIA
bw - binnen echte lvm 2.18.11.1.5, B1, 2 en 3 en C
bw - binnen onechte lvm 2.18.11.1.5, B4 en C
tweeschimmige bw - 2.18.11.1.5
‘bw’ - 2.18.11.3vv; 4.4.1.2.4
‘bw’ - met gister enz. 2.16.5.2.1, C; 2.16.5.2.2, C
- als bwbn-pd 2.18.11.3
lvm in - als bw-pd 2.18.11.3.1, A en B
erg graag is in sommige -nen uitg. 2.15.1.2.1, B3
- na genoeg, te veel en te weinig 3.5.19.3.1
imperfektief gebruikte ww's in -nen (dat boek wordt vrij vlot gelezen) 2.14.1.5.1, A en D
- als lv 2.11.1.3, Ca; 2.18.11.1.2
- met echte lvm als lv 2.18.11.1.2
- met gister enz. als lv 2.16.5.2.1, A2
- als ‘lv’ 4.4.1.3.1vv
- als ‘lv’ 2.18.11.2.1, B
lvm in - 2.18.11.4.4
- in lvm 2.18.11.4.4
- kent niet het par.-loze me 2.12.1.1.1
mekaar en zich als -sdeel verstoffelijken het schim-ond. of het hulpww-lv 2.18.11vv; 2.5.2.7.5
- als niet-ww rest 2.18.11.1.4
- als niet-ww rest bij een daadwoord als ond.- kern 2.18.11.1.4, E
lvm in - als niet-ww rest 2.18.11.3.14, D2
- met gister enz. als deel is niet-ww rest 2.16.5.2.1, A4
- als nw deel en als bv bep. 2.18.7, B4
- als ond. 2.5.2.4, Ca; 2.18.11.1.1
- met ook maar iémand is ond. 3.5.2.2.2, A5
- met gister enz. is ond. 2.16.5.2.1, A1
- kan als ond. in tussenstuk van als-groep er (als half vn-bw) en het als lv missen 4.4.2.4.3, D4
lvm binnen - als ond. 2.18.11.1.1
| |
| |
onpers, ww kan enkel -sdeel zijn in verbinding met horen, voelen, zien of laten ‘maken dat’ 2.5.2.7.4, A4
samentrekking en - 7.5.12.1, 3
schijnaanloop met - ( om kort te zijn; hoe laat kom je ?) 2.18.11.1.9
voor een prof (bvg) kan soms geen -deel zijn 2.14.2.6.10, A2d
- als vv 2.13.2.2, C; 2.16; 2.18.11.1.3
- met gister enz. is vv 2.16.5.2.1, A3
lvm in - als vv 2.18.11.1.3, C en D
- als vv binnen echte lvm 2.18.11.1.3, D en E
- als vv binnen onechte lvm 2.18.11.1.3, B en E
- als ‘vv’ 4.4.1.1, A
- als ‘vv’ 2.18.11.2.1, B
vw's in - 2.16; 2.18.11vv
- als ww-pd 2.18.11.1vv
- als zn-pd 2.18.11.2vv
parallel tussen - en het type na
afbraak van die huizen 11.2.1.1.2
onbegrijpelijk
(wat) - dat ie ... 2.18.4.1.1
onbekend + ‘mv’ 4.4.1.2.2
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
onbeklemtoondheid
definitie van - 7.0.0
onbep.-vn-bw-p
- en onbep. vn iets/wat/niks/alles enz. 3.5.19.9.2, E
ond.
zn-p als bvg beperkt - of lv 2.14.2.4.1
blij enz. als bvg-achtige bw bep. beperkt het - tot ‘menselijke wezens’ 2.15.1.1.1, D2
td-p als bvg-achtige bw bep. beperkt het - soms 2.15.2.1, 1
zichzelf als kern van bv nabep. bij daadwoord binnen het - 3.5.19.4.2, E1
zichzelf als kern van bv nabep. bij daderwoord binnen het - 3.5.19.4.2, F
bwbn-p kan nooit - of lv zijn 2.5.2
daderwoorden lijken op de groep - + hoofdww 11.2.1.2.4
de dag ... als bw bep. is sterk beperkt t.o. de dag ... als - 2.15.3.1, D
definitie van - 2.5
bij een vorm van doen binnen de als-groep kan maar één onbeklemtoond pers. vn ond. zijn 4.4.2.4.1, C
er als - 2.5.2.2vv
in zinnen met (erg) graag is het - in de bvm vaak beperkt 2.15.1.2.1, C
- en hulpww-lv zijn heel sterk verwant 2.6.2.7.3; 2.18.11.1.6, E
het - bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.2, A
lvm zonder - 2.5.2.3.1, B2
parallel tussen - uit bvm en lvm, en ‘ond.’ 11.2.1.1.l, noot
mekaar kan geen kern zijn van - 2.5.2.7.5, A
mekaar beperkt als zinsdeel de kern(en) van - of hulpww-lv 2.5.2.7.5; 2.18.11vv
met een jas onder z'n arm als - 3.11.1.1
botsingen tussen - en ‘mv’ bij te + bwbn en bij bwbn + genoeg 2.11.1.1.2, B2
zichzelf kan geen kern zijn van een bv nabep. bij het type boek binnen het - 3.5.19.4.2, D1
zichzelf als kern van een bv nabep. bij een daad- en een daderwoord binnen het - 3.5.19.4.2, E1 en F
om-zin als - 2.18.11.1.1
onpers. ww's beperken het - of het hulpww-lv tot het 2.5.2.7.4, A
het - bezet meestal de 1e of 3e zinsplaats 2.5; 2.16
pv als getalsaanduider van - 2.4.3.2.2, 3; 2.5.2.7.1
- in zinnen zonder pv 2.2.6.2
td-p als bvg-achtige bw bep. beperkt soms het ond. 2.15.2.1, 1
van wel/van niet als - 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
verwantschap tussen -, hulpww-lv en schim-ond. (de ond.-achtigen) 2.18.11.1.6, E
verwantschap tussen -, lv en vv 2.13.4.1.1; 2.18.11.4.2
vn's als - 2.5.2.1v
‘vn’ s' kunnen nooit - zijn 2.5.2
- kan nooit log. vw als deel hebben 2.5.2
als/wanneer als vw in - 2.5.2.4, Be
vzaz kan nooit samenstellend deel van - zijn (tenzij hoogstens van in getalsond.) 2.5.2
ww-p als - 2.5.1, 2; 2.5.2.4
zichzelf enz. kunnen nooit een van de kernen van het - zijn 3.5.19.4.2
zn-p als - 2.5.1, 1; 2.5.2.3v
‘zn’-p kan nooit ond. zijn 2.5.2
zie ook aanloopond., getalsond., plaatsond., schimond., uitloopand. en ‘ond.’
‘ond’ 3.5.19.4.2, G
het daderwoord beantwoordt aan ‘ond’ + ‘hoofdww’, in vergelijking met het daadwoord 3.5.19.4.2, H; 11.2.1.2.4
ond.-achtigen
mekaar beperkt kern van - 3.5.19.4.3, C1, 2a en 3 en D2
ond., schim-ond., nul-ond., hulpww-lv en ‘ond.’ heten samen - 2.18.11.l.6, E
ondanks
een aanloop kan niet beginnen met - 2.19.4.3.1
- alles als vw bw 7.4.5
ond.-beperkingen
- bij mekaar enz. als zinsdeel 2.5.2.7.5; 2.18.11vv; 3.5.19.4.3, C1, 2a en 3 en D2
- bij het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, B, c en D
- bij zichzelf enz. 3.5.19.4.2
onder
types met - 5.4.4v
met - een grote la 3.11.1.2.5
- heeft als vn-bw-pd een betekenis-beperking 3.5.19.9.1, B
onderdanig
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
onderhandelingen
de - ARP-CHU 3.5.16.7
onderkant
met aan de - een grote la 3.6.2.1
onderscheid
het - zandgrond-kleigrond 3.5.16.7
onderschikking
- en antwoordzinnen 7.5.1
- bij gesprekzinnen 8.2vv
nevenschikking en - bij zn-p's 7.1.13
samentrekking bij - 7.5; 7.5.10vv
ondersneeuwen
- + lv 2.6.2.2
onderstaand
- maakt die/dat-par. misbaar 3.5.8.2, noot
onderste 4.5.2.1, 2
- op ... na 3.5.1.5.3, B1e
ond.-kern
beperkingen van - 2.5.2.6vv
de pv als getalsaanduider van de - (en) 2.4.3.2.2; 2.5.2.7.1
ondoordringbaarheid
- van de begingroep 2.3.1; 2.19.1.1
- van de eindgroep 2.3.2; 2.19.2.1
ond.-vorm
behalve1
kent verbindingen met - en nietond.-vorm 3.5.1.1.1, D
behalve2
kent verbindingen met - en nietond.-vorm 3.5.1.2.1, D
tenzij2
kent verbindingen met - en nietond.-vorm 3.5.1.4.1, D
ond.-zin 2.5.1, 2; 2.5.2, 4; 2.18.7, B1; 2.18.8, B
erg graag in - met eer enz. 2.15.1.2.1, B2
om-zin als - 2.18.11.1.1
- met ook maar iemand 3.5.2.2.2, E1
zichzelf beperkt een element binnen een - 3.5.19.4.2, K2
ongeduldig
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
ongelooflijk
(wat) - dat ie ... 2.18.4
ongelukkig
- genoeg bij het type nauwelijks ... of ... 7.2.8.3vv
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
ongerust
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, E1
ongeschikt
- als onjuist-woord, bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, E1
ongetwijfeld
- kan geen aanloop zijn 11.1.2.3.1
- als ‘tussenwoord’ bij een nevenschikking 7.4.5.2
ongevoelig
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
onuist-woord 3.5.2vv
als-groepen blokkeren een - 3.5.2.2.2, E5; 4.4.2.4.3, C
- is mogelijk in hoe kom jij zo nat 2.14.1.1.1, A2
een, ‘vv’ vereist soms een niet-woord, een vra. wijs of een - 4.4.1.1, A, slot
onovergankelijk
de begrippen overgankelijk en - 2.6.2.5
onovergankelijkheid
waarvan is - een eigenschap ? 2.6.2.5.1
onplezierig
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
ons
het bez. vn - vormt een aanvulling met onze 3.5.8.1
zie ook alle(maal)
onscheidbaar
scheidbare t.o. -e ww's 2.10
onschuldig
- + ‘vv’ met aan 4.4.1.1
| |
| |
onsympatiek
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
onszelf 3.5.19.4.2, A
ontevreden
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
ontglippen
- schijnrond zn-p met aan of + aan + ww-p: mv resp. vv 2.13.2.5.1, noot
ontkennen
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
ontkenning
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
ontkenning
dubbele - 12.12vv
zie ook niet-woord en onjuist-woord
ontkomen
- + schijnrond zn-p met aan of + aan + ww-p: mv resp. vv 2.13.2.1.5, noot
ontmoeten
- + lv kent geen omzetting in de lvm 2.11, A
ontmoeting
de - politie-studenten 3.5.16.7
ontsnappen
- + schijnrond zn-p met aan of + aan + ww-p: mv resp. vv 2.13.2.1.5, noot
ontsteld
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
ontwerp
het - Heemskerk 3.5.16.9vv
ontzettend
(wat) - dat ... 2.18.4.1, 1
onvoorstelbaar
(wat) - dat ... 2.18.4.1, 1
onweglaatbaarheid
- onbruikbaar kriterium voor niet-ww rest 2.14, B1
onze
- /ons vormen een aanvulling 3.5.8.1
zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.7, 1
onzeker
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, A1
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1.
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
ooit (‘vn’) 3.5.19.5, B
ook maar - 3.5.2vv
ook
- in al-zinnen (al komen ze er - allemaal ...) met samentrekking 7.5.10.1
verwantschappen bij al-zinnen met - (wie er - belt, ik niet en als iedereen er komt, dan ik natuurlijk -) 3.5.21.2
wie dan - als deel van als-groep 3.5.20.1.3; 3.5.20.1.4, D
verwantschappen bij als-zinnen met - en met samentrekking (als iedereen er komt, dan ik -) 3.5.21.2
wie dan - als al-zinsdeel 3.5.20.1.2
behalve1
... - ... 3.5.1vv
bereik van de kopbep. - 3.5.1.1.1, A
eindgroep bevat afgesplitste kopbep. - 7.4.4.1, 3vv; 7.4.4.2.2, D en E
kopbep. - 7.4.4vv
- maar íémand enz. 3.5.2vv
- maar íémand enz. is verwant met wie dan ook enz. 3.5.20.1.4, E
- maar íémand enz. als hoofdzinsdeel en als deel van een direkte rede 3.5.2.2.1
- maar íémand enz. als bijzinsdeel (behalve de direkte rede) 3.5.2.2.2
middengroep bevat afgesplitste kopbep. - 7.4.4.1, 2
nevenschikking bij wie er - belt 3.6.21.1.1, D
niet alleen ... maar - 7.1.2.1; 7.1.8; 7.2.6; 7.3
in om-zin kan kopbep. - deel van ond. zijn 2.18.11, A; 2.18.11.4.1, A
onafgesplitste kopbep. - 7.4.4, A
- binnen de reeksvormer niet alleen ... maar - 7.1.2.1; 7.1.8; 7.2.6; 7.3
samentrekking binnen wie er - belt, ik niet 7.5.10.2
samentrekking binnen al komen ze er - allemaal, ik niet 7.5.10.1
wie er - belt, ik doe niet open en wie er - belt, ik niet 3.5.21vv
wie er - belt, ik niet 3.5.21.2vv
wie er - belt in nevenschikkingen 3.5.21.1.1, D
verwantschap tussen wie er - belt, ik niet en al komen ze er - allemaal, ik niet en als iedereen er komt, dan ik - natuurlijk 3.5.21.2
samentrekking in wie er - belt, ik niet 7.5.10.2
wie er - belt als ondertype van ww-p VI 2.18.5, 3; 2.18.6, 3
wie dan - enz. als ww-pd 3.5.20.1
wie dan - is vrijwel zeker een beperkt ww-p 3.5.20.1.4, B
wie dan - als al-zinsdeel 3.5.20.1.2
wie dan - als deel van als-groep 3.5.20.1.3.; 3.5.20.1.4, D
wie dan - is verwant met ook maar íémand 3.5.20.1.4, E
zelf komt overeen met kopbep. - 3.5.17.1
oom
- Jan 3.5.16.8
oorlog
de - Duitsland-Frankrijk 3.5.16.7
op
- als betr.-vn-bw-pd na de dag enz. binnen bw bep. 2.15.3.1.1, noot
blunder - blunder stapelen 5.4.6.3, 1
- in de bw bep. - de dag dat ik slaag tegenover de dag dat ik slaag 2.15.3.1.1, C3
- de dag dat ik slaag met fakultatief - 2.15.3.1.1, C3
de bw bep. de dag waar - ik slaag 2.15.3.1.1, noot
gezegde + op ... na 3.5.1.5.1, C
- het punt om ... 2.18.11.2, C
keer - keer 5.4.6.2, 2
met een mooie hoed - 3.11.1.2.5
- ... na is uitg. na - z'n + overtr. trap 3.5.1.3.3, B
- ... na als nabep. na echte overtr. trap 4.2.2
- ... na als bwbn-pd 3.5.1.3.3
- ... na als ww-pd 3.5.1.3.1
- ... na als zn-pd 3.5.1.3.2
- ... na + gezegde 3.5.1.3.1, C
- ... na als ‘bw’ bep. tegenover die met van 4.4.2.2.1, A6d
nadat + hoofdww-pv + - hebben/zijn 2.16.5.1.2, A1a
niks goeds - ... na 4.9.1, A
- ‘tijdelijke betekenis’ kan geen om-zinsdeel zijn of deel van ow-geb. wijs 2.18.11.4.3, B3 en D2
overtr. trap - z'n minst enz. als zn-pd 3.5.5
overtr. trap - z'n mooist enz. als ww-pd 4.4.2.2.1, A2 en B2
overtr. trap - z'n mooist enz. - twee na is uitg. 3.5.1.3.3, B
echte overtr. trap + - ... na 4.2.2
ow-geb. wijs en om-zin kunnen - ‘tijdelijke betekenis’ niet als deel bevatten 2.18.11.4.3, B3 en D2
trap - trap af 5.4.5, 1
- als deel van ‘vv’ (gek - dat kind) 4.4.1; 4.4.1.2; 4.4.2.3
- zich 3.5.19.4.2, B1
- z'n eentje 3.5.17.3
- z'n gemak 4.4.2.2.3, D3
- z'n minst enz. (overtr. trap) als zn-pd 3.5.5
- z'n mooist enz. (overtr. trap) als ww-pd 4.4.2.2.1, A2 en B2b
- z'n mooist - ... na enz. is uitg. 3.5.1.3.3, B
opa
- Jansen 3.5.16.8
- 's jas 3.5.8.3.3
open
- is geen genusaanduider 4.5.2
met alle ramen wijd - 3.11.1.1; 3.11.2.2.3, D
opendoen
+ lv of mv ? 2.6.2.5
oplossing
de - van den Berg 3.5.16.9vv
opmerken
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
oppassen
- als twijfel - woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, A3
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
opstand
- in - 2.15.3.2.2
opvulbaarheid
- bij samentrekkingen, met en zonder behoud van gramm. waarde 7.5.12.1, 2
opzij
met - een grote la als zn-pd 3.11.1.2vv
orde
in - 2.15.3.2.2
oud
hoe - enz. 4.4.2.2.3, G
een jaar - 4.4.2.1.2
over
nadat + - + hoofdww-pv van zijn 2.16.5.1.2, A1a
het tw-p ver - de honderd 3.5.11.1.3, a en c
overal (‘vn’) 3.5.19.5, B
- anders 4.9.2, B
- behalve2
3.5.1.2
- op ... na 3.5.1.3.2, Aaβ
- tenzij2
3.5.14
- als vn-bw-pd, zie vn-bw
- waar je ook zit 3.5.21.1.1, C
| |
| |
overdag 2.15.3.2.2
Overdiep, G.S. 2.2.10
overeenkomst
de - Noorwegen-Denemarken 3.5.16.7
overgang
de - land-water 3.5.16.7
overgankelijk
de begrippen - en onovergankelijk 2.6.2.5
overgankelijkheid
waarvan is - een eigenschap ? 2.6.2.5.1
overhalen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
overigens
het vw bw - 7.2.10; 7.4.5
overste
- Jansen 3.5.16.8
overtr. trap
- echte - na als kan par. die/dat missen (als oudste) 4.5.2.1, 1
- van het bn 4.5.2.1
- van het bw 4.4.2.2.1
echte - van het bw 4.4.2.2.1, A6
onechte - van het bw 4.4.2.2.1, A5
echte - na als kan par. die/dat missen (als oudste) 4.5.2.1, 1
- e-uitgang is soms weglaatbaar in de echte - van het bw 4.4.2.2.1, Ac
echte tegenover onechte - 4.2.2
genusaanduiding wel bij de onechte, niet bij de onechte - 4.5.2
het is onmisbaar bij de echte - van het bw 4.2.2
hoeven + echte - in bv bijzin 2.9.3.1.1, 2b
onechte - in iets goeds enz. 4.9.1, C1
mogelijke + de/het + echte - van het bn 4.5.2.1, 4
mogelijke + het + echte - van het bw is uitg. 4.4.2.2.1, A3
onechte tegenover echte - 4.2.2
- + ‘bw’ bijzin met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E6
op ... na + echte - 3.5.1.3.3, A en B
rangtw is niet te verbinden met - 3.5.10.1
van allemaal als nabep. bij echte - 3.5.7.1.1; 4.2.2
twee van de + echte - 3.5.11.2.2
in van die alleraardigste poppetjes is onechte - mogelijk 2.5.2
overtuigen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
ow
aan het + - 2.10vv
aan het + - met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D5
aan het + - bij hoe kom jij ... 2.14.1.1.5
definitie - 2.9
doen als hulpww van de - 2.8.1.2
- + afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D2
aan het + - met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D5
te + - bij afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D4
hulpww's van de - 2.8.1vv
hulpww's van de - bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B7 en 8
nadat eist bijna altijd een vd of twee of meer - 's 2.16.5.1.2, A1b
plaats van de - t.o.v. achter-pv 2.8.1.1
te + - 2.9vv
te + - met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D4
onweglaatbaar te + - bij hoe kom jij ... 2.14.1.1.5
onweglaatbaar te + - 2.7.2.2; 2.9.1; 2.9.3vv
soms weglaatbaar te + - 2.7.2.1; 2.9.2
- + soms weglaatbaar te + - heeft als geb. wijs een niet-woord nodig 2.18.3.1, E
twee of meer - 's: hulpww's 2.7vv
twee of meer - 's zijn verwant met vd 2.7.1; 7.5.7
uit + - 2.10.4.
vd + - is meestal uitg. in ww-p's met realiseerbare voor-pv 2.2.6.5
vd + - is meestal uitg. in ww-p's met realiseerbare voor-pv en realiseerbaar Δ 2.2.8.1
verwantschap tussen twee of meer - 's en vd 2.7.1; 7.5.7
verwantschap tussen - en het zn-type het lopen 3.5.15.2.1
vinden + hulpww-lv + niet-ww rest + blijven/worden als - 2.14.2.5.5, 4 en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + - 2.14.2.5.5, 5a en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + - + - 2.14.2.5.5, 5b en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + hebben/worden als - + vd 2.14.2.5.5, 5c en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + zijn als - + aan het + - 2.14.2.5.5, 5d en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + aan het + - 2.14.2.5.5, 6 en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + onbeperkte - 2.14.2.5.5, 7 en 10
vinden (+ hulpww-lv) + te + - 2.14.2.5.5, 8
zn-pendant van de - (het lopen enz.) 3.5.15.2.1
ow-geb. wijs 2.2.8; 2.2.8.1, D, E, H en I; 2.2.9; 2.8, A aanloop in - 2.19.4, D
syntagmatische beperkingen in de ww eindgroep bij de - 2.17.2.1.2, H
in - is erg graag uitg. 2.15.1.2.1, B1
vergelijking tussen de -, de pv-geb. wijs en het type met laten 2.18.3vv
in - is de bvg voor een prof uitg. 2.14.2.6.10, A2a
- als vv 2.13.2.2, A
*pa
- Jansen 3.5.16.8
paar
'n - tegenover één paar enz. als versmelting van al t/m drie 3.5.19.3
een - in verband met er 3.5.11.2.4
maar een - 2.15.9.3.1
paars
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.4
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
pad
op - 2.15.3.2.2
par. 1.2.2.2
- en abstrakt ww-p 11.1.1, A; 11.1.2.1
syntagmatische ‘vertaling’ van - door nevenschikking 1.2.2.2; 7.0.0
syntagmatische ‘vertaling’ van - door verwijswoord + aan- of uitloop 7.5.1
het - vader 3.5.16.9vv
paradigmatiek 1.2.2.2vv
partij
de - Euwe-Donner 3.5.16.7
pas
- + hoeven 2.9.4.1, A; 2.15.9.2.1v
- + hoofdtw (- drie enz.) 2.15.9.2.3, D
- 1 en maar zijn onverenigbaar 2.15.9.3.1
nog maar - 2.15.9.2.1v
ik ben nog maar - tuis 2.15.9.2.2; 2.15.9.2.5
- was ik tuis of ... 2.15.9.2.1; 2.15.9.2.5
- binnen een ond. 2.15.9.2.3
- + rangtw enz. (- de derde enz.) 2.15.9.2.2, B en C
- + tijdsbep. (- morgen enz.) 2.15.9.2.3; 2.15.9.2.5
- + zijn enz. (dát zijn - foto's) 2.15.9.2.4v
passen
- + mv 2.12.1.1.3, noot
pater
- Jansen 3.5.16.8
patroon 1.2.2.1
abstrakt en konkreet - 2.2.1
het abstrakte - 11
zie verder bwbn, tw, vw-, vzaz-, ww- en zn-p
patroondelen
indeling van - 2.18.11.4.2
patroonindeling
- naar binnenbouw 1.2.2.6; 1.2.2.8
- naar buitenbouw 1.2.2.7v
zie ook bwbn-p-indeling enz.
patroonsplitsingen 9
paus
- Jan 3.5.16.8
namen van -en in het type Pius drie 3.5.16.4
Pauwels, J.L. 4.5.2 noot; 10.2.1, noot
pellen
die bollen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
pensioen
met - 2.15.3.2.2
periode
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -s 2.15.3.1.3
persoon
aangesproken-, zie aanspreking
de bw bep. ‘van de handelende-’ in de lvm enz. 2.6.2.6
de bw bep. ‘van de handelende -’ en het vv 2.6.2.4.2
- van de pv 2.4.3.3
tussen pv's van verschillende - is samentrekking mogelijk 7.5.7
persoonsaanduiding
- bij het kern-zn bij de bv bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.2.4
- bij ond. of lv bij het type met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, B, C en D
pv heeft heel zelden - 2.4.3.3
persoonsbeperking
het ond. in het type dat boek leest erg vlot vertoont- (3e persoon) 2.14.1.5.2, A1
zichzelf enz. veroorzaken - 3.5.19.4.2
persoonsnamen 3.5.15.2
- in het type de besprekingen Luns-Scheel 3.5.16.7
zie verder voornaam en achternaam
persoonsvorm, zie pv, achter-pv en voor-pv
| |
| |
persoonswoord 11.2.1.1
pers.-vn-bw-p
- en vzaz + pers. vn het 3.5.19.9.2, A
pinken
het beperkte zn-p bij de - als bwbn (stell. trap) 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
pips
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
plaats
de - Delfzijl 3.5.16.6
plaatsbeperkingen
- van behalve2
3.5.1.2; 3.5.1.5.5, B
- van niet-woorden 10.1.1
- van op ... na 3.5.1.5.5, B
- van tenzij2
3.5.1.4; 3.5.1.5.5, B
- van zinsdelen bij samentrekking 7.5.8.1, A1; 4.4.2.4.1, A, slot
plaatskategorieën
enkele zinsdelen als - in het abstrakte ww-p 2.19.6
plaatsmogelijkheden
- van verschillende types lv, vv en bw bep. 2.13. 4.1.1
- bij pers. vn's 3.5.19.4.1, D
schema van - bij reeksvormers 7.6.1
- van reeksvormers van het type en ... en ... binnen het zn-p 7.1.3.1.1
plaatsnaam
- en in het type de stad Groningen 3.5.16.6
- en in het type de afstand Mechelen-Brussel 3.5.16.7
plaatsond. 2.5, B1 en D
het - er bij de bvm 2.5.2.2, A5; 2.5.2.2.1
het - er bij de lvm 2.5.2.2.1
het - er bij ‘samenval’ van er's 2.5.2.3.1, A
plak
in -ken snijden 2.16.2.6.1, D
vol -ken 2.14.7.1.1
plan
het - Bakema 3.5.16.9vv
van - 2.15.3.2.2
van - om ... 2.18.11.1, B4; 2.18.11.2, C
planten
een tuin vol dahlia's - 2.14.7.1.1, 2
plat (‘zonder vzaz’)
- mv 2.12; 2.12.1v
- zn-p, zie zn-p
plezierig
die tekst tikt erg -, (imperfektief gebruikte ww's) 2.14.1.5.2, C1
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
poeier
in - vallen 2.14.2.6.1, D
Pollmann, T.2.6.5.2.1, noot
pond
het zn-p drie - is als voorbep. een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, A; 3.5.19.8
portie
in -s verdelen 2.14.2.6.1, D
poten
een landje vol aardappels - 2.14.7.1.1, 2
pracht
het beperkte zn-p een - van een appels is niet precies hetzelfde type als een schat van een kind 3.10.1.2, noot
prachtvent
een - enz. om mee samen te werken 2.18.11.2.3
predikatief
- t.o. attributief 3.5.16.11
prettig
hij heeft het erg - 2.14.1.2.1, B4a
die tekst tikt - (imperfektief gebruikte ww's) 2.14.1.5.2, C1
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
prins
- Jan 3.5.16.8
prinses
- Sofie 3.5.16.8
proberen
bij - te zijn is dat nooit verwijswoord naar een zn-p met een die-woord als aan- of uitloop 2.14, G1
- + onweglaatbaar te + ow 2.9.3
bij - is de ww eindgroep soms beperkt door-dringbaar 2.19.2.1
proces
het - Eichmann 3.5.16.9vv
professor
- Jansen 3.5.16.8
proppen
vol - 2.14.7.1.1
provincie
de - Groningen 3.5.16.6vv
prulkerel
een - enz. om mee samen te werken 2.18.11.2.3
prutsvent
een - enz. om mee samen te werken 2.18.11.2.3
puin
in - vallen 2.14.2.6.1, D
punt
op het - + om-zin 2.18.11.2, B4 en C
pv 2.4vv
afwezige - 2.1; 2.2.2; 2.2.6 t/m 2.2.9; 2.18.11 t/m 2.18.11.4.4; 4.5.2.2, 6
ond. in zinnen met afwezige - 2.2.6.2
- in sommige tussenstukken van als-groepen is per se ev 4.4.2.4.3, D1, 3, 4 en 6
- is centraal zinsdeel 2.2.2
definitie - 2.4
het ontkennende en vormt één zinsdeel met de - 12.12.1
- als getalsaanduider van ond.-kern(en) 2.5.2.7.1
- veroorzaakt soms hoofdvormbeperkingen 2.16.5vv
- 's in nevenschikking geven soms schijndubbel-zinnigheid 7.1.2, Eb
niet - maar - 10.2.2
- en gescheiden ond. 2.5; 2.16
ond. in zinnen zonder - 2.2.6.2
- als getalsaanduider van ond.-kern(en) 2.5.2.7.1
samentrekking tussen - 's met verschil in getal of persoon 7.5.7
- en vd 2.6.2
- als kriterium voor zinstypologie 2.2.2
zie ook achter-pv en voor-pv
pv-geb. wijs
betekenisleer - 2.2.5.2
erg blij (bvg-achtige bw bep.) geeft problemen bij de - 2.15.1.1.1, Ca
bvg voor een prof is uitg. in de - 2.14.2.6.10, A2a
bvg-achtige type erg blij enz. geeft problemen bij de - 2.15.1.1.1, Ca
bvg-achtig type erg graag is uitg. in de - 2.15.1.2; 2.15.1.2.1, B1
kletsnat komen enz. kent geen - 2.14.1.1.1, A1
-, ow-geb. wijs en het verwante type met laten 2.18.3vv
- + mekaar 2.5.2.7.5, A1
niet-ww rest (type van goud) kent geen - 2.14.2.6.2, A
ow-geb. wijs,- en het verwante type met laten 2.18.3vv
paradigmatiek - 2.2.4
veronderstell. wijs en - 2.18.1
bvg voor een prof kent geen - 2.14.2.6.10, A2a
vormleer - 2.2.3.2v; 2.5.2.7.3
pijpestelen
het regent - 2.5.2.7.4, 6bα
*raken
- + aan het + ow 2.10.1vv
iets beu, kwijt, zat1
- 4.4.1.3.1vv
het koppelww - 2.14, G
vol boeken - 2.14.7.1.1
rangtw
bep. - 3.5.10vv.
bep. - en overtr. trap 3.5.10.1
pas + bep. - en bep. hoofdtw (pas de derde en pas drie enz.) 2.15.9.2.3, B en C
onbep. - 3.5.19.3
realiseringsmogelijkheden
syntagmatische - van leden van de ww eindgroep 2.17.2.1.2
rechts
- boven enz. 5.4.4.1
met - een grote la 3.11.1.2.5
rechtstaan
- heeft een pv-geb. wijs (in tegenstelling tot staan) 2.18.3.2.4
rede
direkte - als bv bep. (bij daadwoorden) 3.5.16.1.3
direkte - als bv bep. en als nw deel 2.18.7, B4
indirekte - als bv bep. 3.5.16.1.1v
direkte - als bw bep. 2.13.5; 2.15.7.2
invloed hoofdvormmogelijkheden in de indirekte - 2.11.1.3.1, F
direkte - als lv 2.11.1.3.1
indirekte en direkte - 2.11.1.3.1; 7.4.2.1
direkte en indirekte - als nw deel 2.14.6.1
direkte - als nw deel en als bv bep. 2.18.7, B4
direkte - als ond. 2.5.2.4, A
direkte - als vv 2.13.2.2, A
zie ook dat-zin
redelijk
hij heeft het heel 2.14.1.2.1
reden
met-, zonder - 2.15.3.2.2
reeksvormers
- binnen de aanloop 10.1.1.1, D
-, vergeleken met alle ... behalve2
3.5.1.2.1; 3.5.1.5.5
| |
| |
-, vergeleken met alle ... op één na 3.5.1.5.2, A4; 3.5.1.5.5
-, vergeleken met alle ... tenzij2
... 3.5.1.4.1; 3.5.1.5.5.
- zijn bij al-zinnen bijna uitg. 2.15.7.1.1
-, vergeleken met behalve1 ... ook ... 3.5.1.1.1; 3.5.1.2.1, G; 7.1.2, noot
- betekenisleer 7.2.1, 4
- kunnen bwbn-p's enkel verbinden binnen een eerste voorbep. 7.1.2, B en D; 7.1.3.1.1, 2
dubbelzinnigheid bij 7.1.2, B, D en Ea
- en ... en ... binnen het zn-p 7.1.3.1.1
halfplaatsvaste en plaatsvaste - 7.1.1.1.1
- bij hetzij ... hetzij ... en hetzij ... of ... 7.4.3
- bij hoe vaker ... hoe eerder ... als bw en als bn 4.4.2.2.2, 6; 4.5.2.2, 6
-: schema van hun plaatsmogelijkheden 7.6.1
- binnen de uitloop 10.1.1.2, D
- in de tweede helft van het type wie er ook belt, ik niet 3.5.21.2.1
reep
in -en snijden 2.14.2.6.1, D
referentiepunt
- van tijdstip in de indirekte rede 2.11.1.3.1, E
regenen
lvm bij - + niet-ww rest 2.6.2.2
zie verder onpers. ww's
regering
de - de Jong 3.5.16.9vv
reis
de - Keulen-Aken 3.5.16.7
op - 2.15.3.2.2
rekenen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
rekenschap
een vv in zich - geven van ? 2.13.2.1.5, noot
relaties
- tussen zinsdelen blijken uit zinsplaats en woordkeus 11.1.1
- tussen zinsdelen, gedeeltelijk vastgelegd in de bindvolgorde 11.1.2.2
relatiewoord
- en daderwoord 11.2.1.2.4
- + van mekaar 3.5.19.4.3, F1b
richting
de - Jansen 3.5.16.9vv
rit
de - Breestraat-station 3.5.16.7
rivier
de - de Maas 3.5.16.6, D
rommel
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
rond (‘met vzaz dat par. heeft’)
- zn-p, zie zn-p
rood
- + ‘bw bep.’ met van 4.4.1.4
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
Roose, H. 2.5.2.2, noot; 3.5.8.5.3, noot
Rooy, J. de 2.8, noten; 3.5.11.2.4, noot; 7.2.7.1, A
rotknoop
een - om aan te zetten 2.18.11.2.3
rotzooi
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
rouwig
- + ‘vv’ met om 4.4.1.1
Royen, G. 3.5.20.2, noot; 3.10.1, noot; 3.10.1.2, noot
rug
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
ruim
het tw-p - (in de?) tachtig 3.5.11.1
rustig
- aan 4.4.2.2.3, F
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
rustigjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C
rijden
hebben + niet-ww rest (+ rond zn-p) + - 2.8.6
in puin - 2.14.2.6.1, E
indirekt gebruikte ww's (die wegen - erg prettig) 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
- + lv (?) 2.14.2.5.4, b
rijk
drie koeien - 4.4.2.1.2
*samen 3.5.17.2vv
- zonder met ... 3.5.17.2.1
- met z'n broer 3.5.17.2.2
- is uitg. vóór met een jas over z'n arm 3.11.2.1
- i.v.m. reeksvormers 7.1.6.1, 7; 7.1.8.1, 7 en 8
wij - heeft tweeën niet in het par. - 3.5.19.4.1, F
samenstelling 1.2.1
samentrekking 7.5vv
- bij al-zinnen is enkel mogelijk in al + pv samen 2.15.7.1.1
- bij als-groepen 4.4.2.4.5, A
- tussen bij- en hoofdzin 7.5.10
- bij gesprekzinnen met ja/nee 8.1.2.3.1; 8.2.1.1
- tussen hoofdzin en lv-zin enz. 7.5.9vv
bij niet als ... maar als ... is er soms geen - 10.1.1.2, D, noot
schematisch overzicht van - 7.5.12.2
- in wie er ook belt, ik niet 3.5.21.2vv
- als apartstaand onderdeel van de zinstypologie 2.18
‘samenval’
- van twee of meer er's 2.5.2.3.1, A
- van maar1
en maar3
2.15.9.3.3
samenwerking
de - overheid-bedrijfsleven 3.5.16.7
sas
het beperkte zn-p in z'n - als bwbn (stell. trap) 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
in z'n - beperkt ond. of lv 2.5.2.7.6
Sassen, A. 2.14.1.1, noot; 3.5.16, noot
schaatsen
die ijsbanen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
schamen
zich - kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
scheidbaar
eerste deel - ww is deel van niet-ww eindgroep 2.19.2.2, 2
- e tegenover onscheidbare ww's 2.10.2.1.4, noot
scheidsrechter
- Jansen 3.5.16.8
schelen
- + mv 2.12.1.1.3, noot
kunnen - + mv 2.12.1.1.3
het zal niet veel - of ... 7.2.8.4vv
schenken
vol .... - 2.14.7.1.1
scherven
in - gooien 2.14.2.6.1, D
scheuren
in stukken - 2.14.2.6.1, E
schiereiland
het - Florida 3.5.16.6, D
schik
het beperkte zn-p in z'n - als bwbn (stell. trap- 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
in z'n - enz. beperkt ond. of lv 2.5.2.7.6
schildklier
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
schillen
die aardappels - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
schim
- men in om-zinnen 2.18.11vv, vooral 2.18.11.4.1
- men in bv om-zinnen 2.18.11.2.2, C2; 2.18.11.2.4
overzicht van de eigenschappen van 1e en 2e - 2.18.11.4.1
schim-‘er’
- in als-groepen 4.4.2.4.3, 4, 5 en 6
- in om-zinnen 2.18.11vv, vooral 2.18.11, C II, 5, en 2.18.11.4.3
schim-lv
- in als-groepen 4.4.2.4.3, 4, 5 en 6
- in om-zinnen 2.18.11vv, vooral 2.18.11, C II, 1, 2 en 3; 2.18.11.2.2, Ab
schim-mv
- in om-zinnen 2.18.11, C II, 4; 2.18.11.1.2, Ac
schim-ond.
- van bw bijzin komt overeen met hoofdzins-hulpww-lv of met hoofdzins-ond. 2.18.11.1.6, E
- in om-zinnen 2.18.11vv, vooral 2.18.11, C1
-, ond. nul-ond., ‘ond.’ en hulpww-lv heten samen ond.-achtigen 2.18.11.1.6, E
schim-‘waar’
- als betr. ‘vn’ 2.18.11.2.2, B
- als half betr. vn-bw 2.18.11.2.2, Ac en B
schipper
- Jansen 3.5.16.8
school
op - 2.15.3.2.2
schoolgaan
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
schoppen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
schrappen
die aardappels - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
schrik
bleek van - 4.4.1.2.2
schrijven
vol ... - 2.14.7.1.1
die balpennen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
schuldig
- + ‘vv’ met aan 4.4.1.1
Schultink, H. 1.2.1, noot; 2.10.2.1.4, noot; 2.17.2.4, noot
| |
| |
Schutter, G. de 2.12, A, noot; 2.13.2.1.5, noot; 2.14.1.5.3, A, noot; 2.14.7, noot; 2.19, noot; 2.19.2.2, noot
schijnen
aan het - is soms uitg. 2.10.2.1.4
dan kan het - (als)of ... 2.14.6.2.1, F
- + onweglaatbaar te + ow en - + niet-ww rest missen de geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.2
- als hoofdww (?) binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D3
- als hoofdww (?) 2.10.2.1.4
- als hoofdww (?) binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D3
- is verwant met het beperkte type met komen (hoe komen ...) 2.14.1.1.5, B; 2.14.1.1.6; 2.14.1.1.8
het koppelww - 2.14, G
- + onweglaatbaar te + ow en - + niet-ww rest missen de geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.2
- + onweglaatbaar te + ow 2.9; 2.9.3
- + onweglaatbaar te + ow en - + niet-ww rest missen de geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.2
- + vd 2.6.4, 1
schijnrond (‘met par.-loos vzaz’)
- mv 2.3.3, 1 en 2; 2.12.1.1.3; 5.1.1
- zn-p, zie mv, vv en zn-p
seizoen
de bw bep. het - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. het - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
sekonde
de bw bep. de - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
sekretaris
- Jansen 3.5.16.8
sekseaanduider
z'n en d'r zijn - in het zn-p m'n vader z'n boeken 3.5.8.3.2, D
sekseaanduiding
- bij kern-zn bij de bv bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.2.4
- bij ond. of lv bij de bw bep. met een jas over z'n arm 3.11.1.1.1, B, C en D
semantiek
- als vraagzinskriterium onbruikbaar 2.2.10.1
september
de maand - enz. 3.5.16.5vv
sinds
het vw - beperkt vooral bij de 1e h soms een hoofdww-pv 2.16.5.1.2, B
de bw bep. met het vw - en met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
het vzaz - 3.5.4
het vzaz - kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
het vzaz - kan geen samenstellend deel zijn van een aanloop 2.19.4.3.1
sinds-zin
- kan geen aanloop zijn 2.19.4.3.3, A, noot
- met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
singularia tantum 3.5.15.2
situatieverband
- of taalverband is bij de aanspreking vereist 3.4
en en maar aan het begin van een zin vereisen - of taalverband 7.2.2
niet en wel vereisen soms - 2.15.9.1, 2
- tegenover taalverband 1.2.2.7.1
- tegenover taalverband bij vragen 2.2.6.4, 5
wel en niet vereisen soms - 2.15.9.1, 2
zelfde vereist - of taalverband 3.5.9
zelfstandig gebruik vereist - of taalverband 3.5.20vv
bwbn-p kan bij - of taalverband soms het hele zn-p realiseren 3.5.12
slaan
in stukken - 2.14.2.6.1, E
slag
op -, van - 2.15.3.2.2
van - als bwbn (stell. trap) 2.15.3.2.2; 3.5.19.3.1; 4.4.2.2.3, D5
slapen
die bedden - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
slecht
- gezind + ‘mv’ 4.4.1.2.2
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
die appels schillen era - 2.14.1.5.2, C1
slechts
- (tekst) + hoeven 2.9.4.1, A
's maandags (‘zn’) 3.5.19.5, A
smeren
vol ... - 2.14.7.1.1
's middags (‘zn’) 3.5.19.5, A
's morgens (‘zn’) 3.5.19.5, A
smijten
in stukken - 2.14.2.6.1, E
vol ... 2.14.7.1.1
snee
in -en snijden 2.14.2.6.1, D
's nachts (‘zn’) 3.5.19.5, A
sneeuwen
lvm bij niet-ww rest + - 2.6.2.2
zie ook onpersoonlijke ww's
snertvent
een - om mee samen te werken 2.18.11.2.3
snufje
ook maar een - 3.5.2.1
snijden
die appels - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
in brokjes - 2.14.2.6.1, E
sobertjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C1
's ochtends (‘zn’) 3.5.19.5, A
soepel
die schoenen lopen erg - 2.14.1.5.2, C1
sokken
het beperkte zn-p van de - als bwbn (stell. trap) 3.5.19.3.1; 4.4.2.2.3, D5
soldaat
- Jansen 3.5.16.8
sommige
- is een versmelting binnen het zn-p 3.5.19.3, B
spelen
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
spelling
de - Kollewijn 3.5.16.9vv
splinters
in - hakken 2.14.2.6.1, D
splitsbaarheid, zie splitsing
splitsen
(zich) in drie delen - 2.14.2.6.1, E
splitsing
- bij het type alle twee die kinderen 3.5.7.3
- bij de nabep. in de bw bep. de dag van m'n eksamen 2.15.3.1.2, A3
- bij de nabep. in de bw bep. de dag dat ik slaag 2.15.3.1.1, C2
- van patronen waarvan één deel per se driehoekje moet zijn 2.18.4.2, 3; 4.4.2.1.1
- bij het type een maand geleden 2.15.9.4
- bij maar1
2.15.9.3.1
- bij nevenschikking 7.1.3.2; 7.1.6.2; 7.1.7.2; 7.1.8.2; 7.1.11.2
- bij patronen met ook maar als deel 3.5.2.1
- bij het beste op ... na 3.5.1.3.3, A
- bij pas 2.15.9.2.3b; 2.15.9.2.5
- bij vn-bw's 3.5.19.9.1, D
- bij pakhuizen vol kazen 2.14.7.2, 3
- bij bwbn- en zn-p's met het uitr. wat als deel 4.4.2.1.1
- bij zn-p's 9.2.1.1; 9.2.3.1
zie ook bwbn-p's
splijten
(zich) in drie delen - 2.14.2.6.1, E
spoorlijn
de - Maastricht-Aken 3.5.16.7
spraakkunst
- tegenover andere onderdelen van de taalbeschrijving 1.2
spreken
- + ‘vv’ met van in taal en tekst 2.13.2.1.5, noot
springen
die trampolines - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
spul
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
staan
- + te bezien 2.9.1, 5
hebben + niet-ww rest (+ rond zn-p) + - 2.8.6
- heeft als hoofdww geen verbinding met laten 2.18.3.2.4
- heeft als eindpunt in de bindvolgorde geen pv-geb. wijs 2.2.4.1, A1 en 2; 2.2.4, 6; 2.18.3. 1, E; 2.18.3.2.4
- + soms weglaatbaar te + ow 2.7.2.1; 2.9; 2.9.2
- + onweglaatbaar te + ow (dat staat nog te bezien) 2.9.1, 5
- + vd of schijn-vd ? 2.6.4, 3
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
de kasten - vol boeken 2.14.7.1.1
staartbep. 3.5.17vv
afgesplitste - 9.2.3.1, 4
- eist beklemtoond vn 3.5.19.4.2, A1
- kan in om-zin deel van ond. zijn 2.18.11, A; 2.18.11.4.1
- kan samenstellend deel zijn van ond. of lv 2.5.1
zelf als - en als woorddeel 3.5.19.4.2, A
staat
in - om ... 2.18.11.2, B4 en C
staatssekretaris
- Jansen 3.5.16.8
| |
| |
staatwoorden 4.2.3; 4.4.1vv
-, vergeleken met daadwoorden en de overeenkomstige ww-pd's 4.4.1.5
staatwoordbep. 4.4.1vv
stad
naar - 2.15.3.2.2
de - Groningen 3.5.16.6
stap
- voor - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
steken
bij zich - 2.15.5.1, noot
stel
het zn-p een heel - is als voorbep. een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
stell. trap 4.2.2
- van het bn 4.2.2
te + - van het bn 4.5.2.4
- van het bw 4.4.2.2.3
zo + - + dat ... ook maar íémand 3.5.2.2.2, E4
even/zo + - + als-groep 4.4.2.4.2; 4.4.2.4.3, C3a
genoeg + - + ‘bw’ bijzin met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E3
te + - in iets goeds enz. 4.9.1, C1
- + ‘bw’ bijzin met ook maar íémand en zonder voorbep. 3.5.2.2.2, E1
zo + - + dat ... ook maar íémand 3.5.2.2.2, E4
- + genoeg + ‘bw’ bijzin met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E3
te + - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E2
op ... na + - 3.5.1.3.3, C
op ... na + te + - 3.5.1.3.3, C
binnen td-p kent een bwbn enkel de - 2.15.2.1, 2; 2.15.2.2.1
te + - in het type iets goeds 4.9.1, C1
te + - + op ... na 3.5.1.3.3, C
te + - is uitg. in van die aardige poppetjes 2.5.2.3.1
te + - van het bn 4.5.2.4
te + - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, E2
in van die aardige poppetjes is te + - uitg. 2.5.2.3.1
zo/even + - + als-groep 4.4.2.4.2; 4.4.2.4.3, C3a
zo + - + dat ... ook maar íémand 3.5.2.2.2, E4
steun ‘element buiten om-zin waarop schim steunt’ 2.18.11, CI
stilletjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C1
stilliggen
- heeft een pv-geb. wijs (in tegenstelling tot liggen) 2.18.3.2.4
stilstaan
- heeft een pv-geb. wijs (in tegenstelling tot staan) 2.18.3.2.4
stilzitten
- heeft een pv-geb. wijs (in tegenstelling tot zitten) 2.18.3.4.2
stof-bn
verwantschap tussen - en stof-zn 2.14.2.6.2
stofnaam, zie stof-zn
stof-zn
verwantschap tussen - en meervoud 3.5.8.2; 3.5.15.2
- als ond. enz. + op ... na 3.5.1.3.1, Ba
verwantschap tussen - en stof-bn 2.14.2.6.2
- in het getalsond. van die aardige poppetjes 2.5.2.3.2, E
- in het zn-par. in vol water 2.14.7.1.1
- 's zijn uitg. in het zn-p een schat van een kind 3.10.1.2
stokdoof 4.4.2.1.7
stomverbaasd
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
stoppen
vol ... - 2.14.7.1.1
stormen, zie onpersoonlijke ww's
storten
vol ... - 2.14.7.1.1
stoten
in stukken - 2.14.2.6.1, E
straat
op -, van - 2.15.3.2.2
straks (‘vn’) 3.5.19.5, B
net en - als hoofdzinsdeel beïnvloeden hoofdvormkeus in indirekte rede weinig 2.11.1.3.1 F1a, b en c
streek
op -, van - als bwbn (stell. trap) 2.15.3.2.2; 3.5.19.3.1; 4.4.2.2.3, D5
stromen
de bakken - vol water 2.14.7.1.1, 2
strooien
de vloer vol pepernoten - 2.14.7.1.1, 2
strook
in -en scheuren 2.14.2.6.1, D
studeren
- + ‘vv’ met voor (?) 2.14.2.4.1
stuk
de ‘nabep.’ aan een - (drie uur aan een -) 2.15.3.1.3, C
- voor - als bvg 5.4.6.2, 3; 5.4.6.3, 3; 5.4.6.4, 3
een - of wat 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.2, B
groot van - 4.4.1.2; 4.4.1.2.1, A
in -ken vallen enz. 2.14.2.6.1, D
op geen -ken na 3.5.1.3.1, C, noot
- voor - als bvg 5.4.6.2, 3; 5.4.6.3, 3; 5.4.6.4, 3
Stutterheim, C.F.P. 2.2.10.2, noot; 2.19.4.3.1, noot
suggereren
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
Svartvik, J. 2.6.2.5.1, noot
's winters (‘zn’) 3.5.19.5, A
's woendags (‘zn’) 3.5.19.5, A
sympatiek
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
synoniem 1.1.1
syntagma 1.2.2.1; 1.2.2.2
syntagmatiek 1.2.2.2 t/m 1.2.2.8
syntaksis 1.2; 1.2.2vv; 1.2.2.7.1
systeem
het - Jansen 3.5.16.9vv
's zaterdags (‘zn’) 3.5.19.5, A
's zomers (‘zn’) 3.5.19.5, A
's zondags (‘zn’) 3.5.19.5, A
*taalbouw 1.1vv
taaluiting
halfzelfstandige - 1.2.2.7, 2
zn-p als halfzelfstandige -: de aanspreking 3. 4vv
onzelfstandige - 1.2.2.7, 1; 2.2.5.1; 2.2.6
zelfstandige - 1.2.2.7, 3; 2.2.5.1
bwbn-p als zelfstandige - 4.3
zn-p als zelfstandige - 3.3vv
taalverband
aanspreking: - tegenover situatieverband 3.4vv
bwbn-p kan een heel zn-p realiseren bij - of situatieverband 3.5.12
dubbelzinnigheid en - 7.1.2
en en maar aan het begin van een zin vereisen - of situatieverband 2.15.9.1, 2; 7.2.2
samentrekking is een geval van - 7.5.2
situatieverband tegenover - 1.2.2.7, 1
vragen: - tegenover situatieverband 2.2.10.4, 5
zelfde vereist - of situatieverband 3.5.9
zelfstandig gebruik vereist - of situatieverband 3.5.20vv
tafel
aan -, na -, onder -, op -, van - 2.15.3.2.2
tamelijk
- is als bn-pd zelden genusaanduider 4.5.1, 1
- als bwbn-pd 4.4.2.1.1
tante
- Sofie 3.5.16.8
td
- als lid van een absolute konstruktie 12.2
- (met s) na iets enz. (iets trillends) 4.9.1, C1
- als kern van een verbondendeelwoord-konstruktie 12.1
sommige - 's eisen per se een voorbep. 2.15.2.2.2
td-p
- als bv bep. 3.5.13vv
vinden + lv + - als bvg 2.14.2.5.5, 3e
verwantschap tussen - en bvg-achtige bw bep. heel blij 2.15.1.1, 2; 2.15.2.1, 1
- als bw bep. 2.15.2vv
met een jas over z'n arm in nevenschikking met - 3.11.1.4.5
vinden + lv + - als bvg 2.14.2.5.5, 3e
td-par.
het - binnen een bw en een bv bep. 2.15.2.2.2
te
absolute bwbn's kennen - niet als voorbep. 4.4.2.1.7
beginnen + onweglaatbaar - + ow 2.7.1; 2.9.3
blijken, lijken en schijnen + onweglaatbaar - + ow 2.8.5.1vv; 2.9; 2.9.3
blokkering van - (par. 12) en - (par. 23) 2.5.8.1
hangen, liggen, lopen, staan en zitten + soms weglaatbaar - + ow 2.7.2.1; 2.8.5.1vv, 2.9.2
hebben + onweglaatbaar - + ow 2.9.5
hoeven + onweglaatbaar - + ow 2.9.4vv
imperfektief gebruikte ww's kennen het bvm-achtige - + ow niet 2.14.1.5.1, B3
imperfektief gebruikte ww's kennen - + ow (par. 14) 2.14.1.5.1, B4
imperfektief gebruikte ww's kennen soms weglaatbaar - + ow niet 2.14.1.5.1, B5
komen (+ onweglaatbaar -) + ow 2.9.3.3; 2.14.1.1
liggen, hangen, lopen, staan en zitten + soms weglaatbaar - + ow 2.7.2.1; 2.8.5.1vv; 2.9.2
lijken, blijken en schijnen + onweglaatbaar - + ow 2.8.5.1vv; 2.9; 2.9.3
lopen, hangen, liggen, staan en zitten + soms
| |
| |
weglaatbaar - + ow 2.7.2.1; 2.8.5.1vv; 2.9.2
lvm-achtig - + ow (hij is - spreken) 2.9vv
- + ‘mv’ + stell. trap van het bwbn 2.12.1.1.2
om als hulpwoord van - + ow, zie om-zinnen
om-zin als nabep. bij - + stell. trap 4.4.2.3
op ... na - laat enz. 3.5.1.3.3, C; 3.5.1.5.3, C3
had + beginnen + onweglaatbaar te + ow 2.7.1
proberen + onweglaatbaar - + ow 2.7.2.2
schijnen, lijken en blijken + onweglaatbaar - + ow 2.8.5.1vv; 2.9; 2.9.3
staan, hangen, liggen, lopen en zitten + soms weglaatbaar - + ow 2.7.2.1; 2.8.5.1vv; 2.9.2
in - + stell. trap is - eerder een voorvoegsel als een apart woord 4.4.2.2.
- + stell. trap van het bn 4.5.2.4
- + stell. trap van het bw 4.4.2.2.4
- + stell. trap van het bwbn + ‘mv’ 2.12.1.1.2
- + stell. trap + om-zin 4.4.2.3
- + stell. trap tegenover vergr. trap 4.2.2
op ... na + stell. trap 3.5.1.5.3, C3
zijn + - + ow (lvm-achtig type: hij is - spreken) 2.9vv
zitten, hangen, liggen, lopen en staan + soms weglaatbaar - + ow 2.7.2.1; 2.8.5.1vv; 2.9.2
tegen
het td-pd - de honderd 3.5.11.1.3, a en c
- heeft als vn-bw-pd een betekenis-beperking tegenover - als zn-pd 3.5.19.9.1, B
vv in zijn - ? 2.13.2.1.5, noot
tegenkomen
- heeft geen geb. wijs 2.18.1, 4
- + lv kent geen pendant in de lvm 2.11
tegenstelling
de - wit-zwart 3.5.16.7
tegenzin
graag of met - 2.15.1.2.2
tekenen
imperfektief gebruikt - (die papiersoorten - erg prettig) 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
vol - 2.14.7.1.1
teleurgesteld
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
telwoord, zie hoofdtw, rangtw en tw
teneinde 2.16, 2, noot
tenzij 2.16, 2; 3.5.1.4
- 2 als mogelijke par.-genoot van behalve2
3.5.1.2, 7
hetzij en - 7.4.3
tenzij-zin
- kan geen bv bep. zijn 3.5.16.1.5, A
- met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
termijn
de bw bep. de - dat ik weg ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
terug
nadat + - + hoofdww-pv van hebben/zijn 2.16.5.1.2, A1a
terwijl
- 1 (‘in de tijd dat’) en -2 (‘ofschoon’) zijn soms niet te scheiden 2.16.5.2.3, A
- 1 + gister enz. + 1e h 2.4.3.1.1, B
terwijl-zin
- kan moeilijk aanloop zijn 2.19.4.3.3, A
bvg-achtig type erg blij in nevenschikking met - 2.15.1.1.2
met z'n jas over z'n arm in nevenschikking met - 3.11.1.4.3
td-p in nevenschikking met - 2.15.2.1, 1; 2.15.2.3
teuten
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
tevreden
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
tikkeltje
ook maar een - 3.5.2.1
tikken
die teksten - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
timmerman
- Jansen 3.5.16.8
Tinbergen-Lulofs-Voskuilen 3.5.8.3.4, 5
titelgevecht
het - van Klaveren-Iandman 3.5.16.7
toch
een verbandzin met en voorop kan onbeklemtoond - niet als enigste vraagaanduider bevatten 2.2.10.5.5, C
in dat komt: hij is de oudste kan onbeklemtoond - geen deel zijn van het laatste stuk 2.14.1.1.6
onbeklemtoond - i.v.m. kletsnat komen 2.14.1.1.1, A1
staat 'n kinderen enz. buiten het Δ, dan is onbeklemtoond - onmisbaar 3.5.19.3.5
onbeklemtoond - in types met nauwelijks ... of ... 7.2.8.3.1 enz., onderdeel 6a
plaatsmogelijkheden van onbeklemtoond - 2.2.10.4, 3, 3b en 3d
beklemtoond - als verwijzer 2.3.4; 4.4.4.1
beklemtoond - als verwijzer naar een zinsdeel binnen de middengroep 2.19.4.3.1; 2.19.4.3.3
beklemtoond - als verwijzer naar een al-zin 2.19.4.3.3, B
beklemtoond - als verwijzer naar wie dan ook enz. 3.5.20.1.4, C
beklemtoond - als verwijzer naar wie er ook belt enz. 3.5.21.1.1, A
vraagzin met onbeklemtoond - 2.2.10.4, 3
vraagzin met onbeklemtoond - als enigste vraagaanduider kan niet de eerste helft vormen van het type wat is er toch dat je zo huilt 2.2.10.5.4
beklemtoond - als vw bw 2.19.4.3.4, C; 7.2.10; 7.4.5
toe
aanvulling tussen tot en - 3.5.19.9.1, F1
- als deel van het vzaz-p tot ... - 3.5.4
toegankelijk
- + ‘vv’ met voor 4.4.1.1
toegeven
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
toen
nauwelijks ... - ... 7.2.8.12.2, noot
de verwijswoorden dan/ - vormen een aanvulling 2.19.4.3.1, A
dan/ - als verwijswoord na de dag dat ik slaag (de)/de dag van m'n slagen als bw bep. 2.15.3.1, D; 2.15.3.1.1, A
het ‘vn’ - 3.5.19.5, B
- als ‘vn’ en als vw 2.16.1
het vw - kent geen hoofdvormbeperking bij een hoofdww-vd (bvm) 2.16.5.1.2, A4b
het vw - + pv + vd 2.6.2, D1
het vw - kent enkel een 2e h bij een hoofdww-pv (bvm) 2.16.5.1.2, A4a
dat/als/ - als vw in de bw bep. de dag ... ik slaag(de) 2.15.3.1.1, E1a en 3
toenadering
de - VS-USSR 3.5.15.7
Toorn, M.v.d. 2.5.2.4, noot; 2.7.2.1, noot; 2.12, A, noot; 2.14, G1; 2.14.1.1.1, A3; 3.4, noot; 7.4.4, noten
tot
- in een bvg 2.14.2.4, B
- als deel van bvg en vv 2.14.2.4.1
- als nevensch. vw (van januari - december) 3.5.4, noot; 7.1.13, 2a
- als nevenschikkend vw (?) in tachtig - negentig boeken 3.5.11.1.4
- als vw, zie tot(dat)-zin
- als vzaz 3.5.4
aanvulling tussen vzaz - en toe 3.5.19.9.1, F1 het vzaz-p - ... toe 3.5.4
tot(dat)-zin
- als bw bep. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
- is als niet-ww rest met het ‘vn’ nou uitg. 2.16.5.1.3, C
- als ond. 2.5.2.4, Be en f
- als ond., lv of vv + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A2
- is als ond. of lv met het ‘vn’ nou uitg. 2.16.5.1.3, B
zolang - 4.4.2.1.6
zolang - ook maar íémand 3.5.2.2.2, Cl en E4
touw
in - 2.15.3.2.2
trajekt
het - Maastricht-Aken 3.5.16.7
trappen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
trappen van vergelijking betekenisleer van de - 4.4.2.2.3, G
treffen
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1.1, Bf, noot; 2.10.1.2, Bf
trekken
in stukken - 2.14.2.6.1, E
treuren
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
troep
- maakt bij mekaar mogelijk 3.5.19.4.3, C3a
trots
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
trouwens
- als vw bw 7.2.10; 7.4.5
tussen
beperkingen bij - 3.11.1.2.4; 5.4.3
de bw bep. de dag - m'n verjaardag en Pasen 2.15.3.1.2, D
daar -, daar - in, daar - door in met daar - een lampje als bv bep. beperkt het kern-zn tot mv of elementen in nevenschikking 3.11.1.2.4
kiezen -: vv ? 5.4.3
tw-p - de tachtig en de negentig 3.5.11.1.3, a
zie ook daartussen en waartussen
| |
| |
tussenstuk in als-groep 4.4.2.4.1, B; 4.4.2.4.3; 4.4.2.4.5, A
beperkingen binnen - 4.4.2.4.3
tussenvlak
ontleding in een - van zinnen met hulpww's van de ow als deel 2.18.11.1.6
tussenwerpsel
- en aanspreking 3.4
‘tussenwoorden’
- als vaak, voor mijn part, ongetwijfeld bij nevenschikking 7.4.5.2
tussenzin 7.2.10vv
bv bijzin als een soort - 3.5.16.1.1; 3.5.16.8, noot
- in taal t.o. ‘uitbreidende’ bv bijzin in tekst 3.5.16.1.7
tw
onbep. - 3.5.19.3
zie ook hoofdtw en rangtw
twaalfvingerige darm
hij heeft het erg aan z'n - 2.14.1.2.1, B4b
twee
alle - enz. 3.5.7.3
hoofdstuk - 3.5.16.3
Karel - 3.5.16.4
tweeën
bij - 3.5.17.4.1
geen van (ons) - 3.5.17.4.1
in - 3.5.17.4.1
in - verdelen 2.14.2.6.1, D
met z'n - 3.5.17.4
met z'n - blokkeert - in wij - enz. 3.5.19.4.1, F
wij -, jullie -, u -, zij - 3.5.19.4.1, F
tweegevecht
het - Zwarte Ridder-Walewein 3.5.16.7
tweeschimmig
- e om-zin 2.18.11, III2
tweetjes
wij -, jullie - 3.5.19.4.1, F
- in met z'n - 3.5.11.2, noot; 3.5.17.4
tweevlakkigheid 1.1.1; 1.2
tw-p 1.2.2.6, 6; 3.5.11.1.1; 3.5.11.1.2; 3.5.11.1.3; 3.5.11.1.4; 3.5.19.3.2
- in de bw bep. twee uur 2.15.3.1.3, C
het beperkte type - een ... of wat/twee enz. 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.3
het beperkte type - een stuk of wat/twee enz. 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.2
twijfel
er is geen enkele - of ... 7.2.8.7vv
twijfelachtig
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, A1
twijfelen
je hoeft er niet aan te - of ik doe het 7.2.8. 8vv
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
twijfelvraag 2.2.3.2; 2.2.10.4, 2; 2.2.10.5.5b
leemtevraag en - hebben leemte-element binnen het Δ gemeen 2.2.10.5.2
twijfel-woord 3.5.2vv
als-groepen blokkeren een - 3.5.2.2.2, E5; 4.4.2.4.3, C
tijd
- in de bw bep. de - dat ik werk en de - van m'n vakantie 2.15.3.1, D
op -, over -, voor - 2.15.3.2.2
tijd
de ‘-’ van de pv 2.4.3.1vv
- en modaliteit als betekenis-elementen bij hoofdvormen 2.4.3.1.2; 2.11.1.3.1, F, vooral F6b
tijdens
- kan geen deel zijn van vn-bw-p en van om-zin 2.18.11.4.3, B1; 3.5.19.9.1, A
- kan geen deel zijn van zin met ow-geb. wijs 2.18.11.4.3, D2
tijdsaanduiding 3.5.17.4.1; 3.5.19.3.4
bevat de - hoofdtw's ? 3.5.17.4
tijdstip
- in de bw bep. het - dat ik tuis kom/het - van m'n tuiskomst 2.15.3.1, Dvv
tijdvak
het - mei-augustus 3.5.16.7
tijdvolgorde
- en abstrakt ww-p 11.1.1, AII; 11.1.2.2, 2
- tegenover bindvolgorde 2.3.2; 2.17; 2.17.2.1
- en bindvolgorde i.v.m. de bvg 2.14.2.5
tijd-vw's
erg graag is uitg. na - 2.15.1.2.1, B2 en 3
- + hoofdww-pv maken het ‘vn’ nou onmogelijk 2.16.5.1.3
type
het - Jansen 3.5.16.9vv
typen
die teksten - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
typisch
het type (wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
*u
betekenis-oppositie tussen - en jij/jullie/je 3.5.19.4.1, E5
- schaamt - (- hebt -) 2.5.2.7.5, A1, noot; 3.5.19.4.2, A, noot
Uhlenbeck, E.M. 3.6.1, noot
uit
dag in dag - 5.4.5
deur in deur 5.4.5
hoe komt het zo ineens - 2.14.1.1.2
hoe kom jij zo ineens - werken 2.14.1.1.3
met z'n jasje - 3.12
nadat + hoofdww-pv van hebben/zijn + - 2.16.5.1.2, A1a
op ... na - 3.5.1.5.3, C1b
- + ow 2.10.4v
komen + - + ow (hoe kom jij zo ineens - werken) 2.14.1.1.3
ik vind het erg definitief - 2.14.2.5.5, 3h
ik vind het erg definitief - raken 2.14.2.5.5, 4d
vzaz - 3.5.4
uitblijven
het kan niet - of ik doe het 7.2.8.5.1, 1 en 4
uitbreidend
- e en beperkende bv bep. 3.5.16.1.1; 3.5.16.1.7, B
uitdrukkingen
beperkingen bij vaste - 1.2.2.5
bn's binnen vaste - zijn geen genusaanduiders 4.5.2, 4
vaste - met een om-zin 2.18.11.2, B4
plaats van niet-ww deel van ww - is meestal niet-ww eindgroep 2.19.2.2; 2.19.2.2.1, Ag
ww -: plaatsmogelijkheden niet-ww element 2.19.2, 2; 2.19.2.2.1, Ag
ww - met mv 2.12.2, slot
vaste - in het zn-par. 3.5.15.2
uiterlijk
- (bw) + hoeven 2.9.4.1, A
knap van - 4.4.1.2; 4.4.1.2.1, B
- als zn-pd 3.5.5
uiterste 4.5.2.1, 2
op ... na de/het - 3.5.1.5.3, B1e
uitgesloten
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2.2.2, A3
uitgezonderd 3.5.1
uitloop
afgesplitste bv en ‘bw’ bijzin hebben - als voorkeurplaats 2.19.5
bezetbaarheid van - 11.1.2.3.5
bvg voor een prof kan geen - zijn 2.14.2.6.10, A1
bvg met als/tot kan - zijn 2.19.2.2.1, Ac2
definitie van - 2.3.5
elementen in - kennen geen afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.3
immers, toch en zeker in de - maken een zin vragend 2.2.10.4, 3 en 3d
vn-bw-p als - 2.13.1.3, E
- kan meer als één zinsdeel bevatten 2.15.9
zn-p als - kan vaak geen niet-woord bevatten 10.1.1.2, A
zn-p als getalsond. kan zelfs met een verwijswoord nooit - zijn 2.3.3, 3
plat zn-p als lv of mv kan zonder verwijswoord nooit - zijn 2.3.3, 1 en 2
uitloop-lv
van wel/van niet als - 2.11.1.3, D; 7.5.9.2
uitloopond. 2.5, C en D; 2.5.1; 2.5.2.8
ww-p met als als aan- en - 2.5.2.4, Bd
ww-p met zo ... als als aan- en - 2.5.2.4, Bc
van wel/van niet als - 2.5.2.4, D
uitloop-vv
van wel/van niet als - 2.13.2.2, D
uitnodiging
- + of-zin 3.5.16.1.2
uitstekend
hij heeft het - 2.14.1.2.1, B4a
uitwisseling
de - Vlaanderen-Nederland 3.5.16.7
uitzien
het kan ernaar - (als)of ... met vv ? 2.13.2.2, Bb, noot; 2.14.6.2.1, D
uren
- achter mekaar 3.5.19.4.3, D2a
uur
een - achter mekaar 3.5.19.4.3, D2a
de bw bep. het - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. het - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee - 2.15.3.1.3
- in - uit 5.4.5, 2
- na - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
uwe
het zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.4, 1
uzelf 3.5.19.4.2, A
| |
| |
*vaak
- behalve2
3.5.1.2
- is wel bw maar geen bn 4.5.2.3
- als ‘tussenwoord’ bij een nevenschikking 7.4.5.2
- tenzij2
... 3.5.1.4
vaaks
iets - is uitg. 4.9.1, C1
vaakst(e)
- is wel bw maar geen bn 4.5.2.1, 2
vaal
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
vader
- Jansen (?) 3.5.16.8
vaders
m'n - jas 3.5.8.3.3
(m'n) - is lid van het die/dat-par. 3.5.8.3, A1
vakantie
met -, op -, van - 2.15.3.2.2
valenties
geblokkeerde - bij types als nauwelijks - of ... 7.2.8.18.1
vallen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
van
- ... af als zn-pd 3.5.4
een - ons alle 3.5.7.5
geen - ons alle 3.5.7.4
- allemaal na overtr. trap 3.5.7.1.1
een - alle(maal) 3.5.7.4
- alles na overtr. trap 4.2.2
bleek - schrik (‘bw bep.’) 4.4.1.4
- de week, - het jaar, - de winter enz. 3.5.19.5, A
- die aardige poppetjes (getalsond.) 2.5.2.3.2, E
een - alle(maal) 3.5.7.4
een - ons alle 3.5.7.5
een - ons tweeën enz. 3.5.7.4
geen - alle 3.5.7.4
geen - ons alle(maal) 3.5.7.5
geen - tweeën enz. 3.5.7.4
getalsond. - die aardige poppetjes 2.5.2.3.2, E
groot - stuk als halfvaste uitdrukking 4.4.1.4.1
ik heb liever - wel/ - niet 2.15.1.2.5
knap - uiterlijk als halfvaste uitdrukking 4.4.1.4.1
het krioelt er - de mieren 2.5.2.7.4, B
ik heb liever - wel/ - niet 2.15.1.2.5
lv is zn-p met par.-loos - 2.11.1.2
- als nevensch. vw (- januari tot december) 3.5.4, noot; 7.1.13, 2a
- niet/ - wel als uitloop-lv 2.11.1.3, D; 7.5.9.2
- niet/ - wel als uitloopond. 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
- niet/ - wel als uitloop-vv 2.13.2.2, D; 7.5.9.2
ik heb liever - niet/ - wel 2.15.1.2.5
- niet/ - wel als bv bep. (?) 3.5.16.1.7, A
samentrekking bij de lv- en de ond.-zin - niet/ - wel 7.5.9.2
- goud enz. als niet-ww rest 2.14.2.6.2
ond. bevat par.-loos - als deel 2.5.2.3.1; 3.5.11.2.1
een - ons alle 3.5.7.5
wie - ons alle(maal) 3.5.7.6
geen - ons alle(maal) 3.5.7.5
de ‘bw’ bep. met op ... na tegenover die met - 4.4.2.2.1, A6d
overtr. trap + - allemaal 3.5.7.1.1
overtr. trap + - alles 4.2.2
echte overtr. trap van bw + nabep. met - 4.4.2.2.1, A6c
- plan om ... 2.18.11.2, C
samentrekking bij lv- en ond.-zin - wel/ - niet 7.5.9.2
een schat - een kind 3.10.1vv
bij een schat - een kind als ond. duidt de pv het getal van allebei de zn's aan 2.5.2.7.1, 3
- ... tot ... als reeksvormer 3.5.4, noot; 7.1.13, 2a
- ... uit als zn-pd 3.5.4
uitloop-lv - wel/ - niet 2.11.1.3, D; 7.5.9.2
uitloop-ond. - wel/ - niet 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
uitloop-vv - wel/ - niet 2.13.2.2, D; 7.5.9.2
- ... vandaan als zn-pd 3.5.4
vergeven - de mieren 2.6.2.7.3, C
verpest - de stank 2.6.2.7.3, C
- als vn-bw-pd heeft plaatsafwijking 3.5.19.9.1, B
vol - nieuwe plannen/vol nieuwe plannen 2.14.7.1.1, noot
- wel, zie niet
het wemelt er - de mieren 2.5.2.7.4, B
wie - ons alle(maal) 3.5.7.6
hij ziet wit - schrik 2.14.2.3.2, C
- zulke aardige poppetjes 2.5.2.3.2, E
twee - zulke poppetjes 3.5.11.2.1
vanaf
aanloop kan niet beginnen met - 2.19.4.3.1
- als vn-bw-pd 3.5.19.9.1, C1
- als zn-pd 3.5.4
vanavond (‘zn’) 3.5.19.5
vandaag (‘zn’) 3.5.19.5, A
vandaan
van ... - als zn-pd 3.5.4
vandaar 3.5.19.5, noot
van de week
- enz. als aanloop 2.19.4.3.1, A
Vandeweghe, Willy 2.15.9.2, noot; 3.5.2, noot
vanmiddag (‘zn’) 3.5.19.5, A
vanmorgen (‘zn’) 3.5.19.5, A
vannacht (‘zn’) 3.5.19.5, A
vanochtend (‘zn’) 3.5.19.5, A
vanuit
- als zn-pd 3.5.4
vanwaar 3.5.19.5, noot
vanwege
- kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
varen
die kanalen - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
vast
aan mekaar - 3.5.19.4.3, C3b
vd 2.6vv
aanvulling tussen hebben/zijn als hulpww van het - (bvm) 2.6.2.1
absolute konstruktie bevat - 12.2
blijken + - (?) 2.6.4, 1
definitie - 2.6
afgesplitst eindgroep-ook bij - 7.4.4.2.2, D3
grensproblemen bij - 2.6.2.4; 2.6.4
hebben/zijn vormen een aanvulling als hulpww van het - 2.6.2.1
hulpww's van het - (hebben/zijn in aanvullling) 2.6.2.1
hulpww's van - + niet-ww rest 2.6.2.2
bij imperfektief gebruikte ww's is - als hoofdww bijna uitg. 2.14.1.5.1, B1
na (vw) eist bijna altijd een - of twee of meer ow's 2.16.5.1.2, A2
nadat eist bijna altijd een - of twee of meer ow's 2.16.5.1.2, A1b
niet - maar - 10.2.3
twee of meer ow's zijn verwant met - 2.7.1; 7.5.7
na en nadat eisen bijna altijd twee of meer ow's of een - 2.16.5.1.2, A1b en 2
- + ow is meestal uitg. in ww-p's met realiseerbare voor-pv 2.2.6.5, B
- + ow is meestal uitg. in ww-p's met realiseerbare voor-pv en realiseerbare eerste zinsplaats 2.2.8.1, C
plaats van - t.o.v. achter-pv 2.6.1
- en pv 2.6.2vv
schijnen + - (?) 2.6.4, 1
verbondendeelwoordkonstruktie met - als kern 12.1
we vinden die huisjes erg verwaarloosd: - ? 2.14.2.5.5, 3d
zijn/hebben vormen een aanvulling als hulpww van het - (bvm) 2.6.2.1
zie ook hoofdww-vd
vd-p
- bij hangen, liggen, staan en zitten ? 2.6.4, 3
vd-par.
- is in vd-p beperkt 2.6.3
veel
- + bwbn-p (veel goeds) 4.9.1, B
- is zelfs bij stof-zn's geen genusaanduider 4.4.3
bij kosten kan - niet ww-rest zijn 2.14.2.5.2, A
lv heeft -/weinig als kern 4.4.3
- als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2, A
- als niet-ww rest bij wegen 2.14.2.5.3, A
bwbn-p's met -/weinig enz. als kern zijn een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
bij wegen kan - niet-ww rest (?) zijn 2.14.2.5.3, A
veels
iets - is uitg. 4.9.1, C1
ver
een kilometer - 4.4.2.1.2
verbaasd
- + van 4.4.1.1
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
verband
het - ontleding-tekstverklaring 3.5.16.7
verband
soorten - met syntagma's 1.2.2.7.1
zie ook taal - en situatieverband
verbandvraag 2.2.10.4.4; 2.2.10.5.5d; 7.2.2
verbandzin 1.2.2.7, 2; 2.4.3.1.2, 1
met bw bep. in - korrespondeert niet-ww rest 2.14.8, A
driehoekje als deel van - 2.18.4.2, 7
niet-ww rest is - met vzaz + ww-p 2.14.8, A
| |
| |
pas maakt van een zin een - 2.15.9.2.5
van wel/van niet als - 2.5.2.4, D; 2.11.1.3, D; 7.5.9; 7.5.9.2
vd zonder pv is in - mogelijk 2.2.6.5; 2.6
vraagzinstypes zijn onderdelen van -nen 2.2.10.5vv
ww eindgroep is beperkt in -nen 2.17.2.1.2, G, H en I
verbazen
zich - kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
verbinding
de - Eindhoven-Antwerpen 3.5.16.7
verbondendeelwoordkonstruktie 12.1
- met als 12.6
- met hoewel en ofschoon 12.5
verbuiging
- van nominale woorden in oudere teksten 12.7
verdelen
in porties - 2.14.2.6.1, E
verdenken
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
verdrag
het - Rusland-Amerika 3.5.16.7
verdrietig
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
verduren
veel te - krijgen 2.9.3.2, C
vergeven
- + ‘vv’ (?) met van 2.6.2.7.3, C
vergr. trap
absolute bwbn's missen - en overtr. trap 4.4.2.1.7
als-groep na - 4.4.2.4vv
binnen als-groep is - in het algemeen uitg. 4.4.2.4.3, A
als-groep met ook maar iémand, na - 3.5.2.2.2, E5
- als bn 4.5.2.2
bij bvg voor een prof ontbreken - en echte overtr. trap 2.14.2.6.10, A; 2.14.2.6.10, A3cβ
- als bw 4.4.2.2.2
iets + - (iets beters enz.) 4.9.1, C1
te + stell. trap tegenover - 4.2.2
in van die aardige poppetjes is een - uitg. 2.5.2.3.1
bij de bvg voor een prof ontbreken - en echte overtr. trap 2.14.2.6.10, A; 2.14.2.6.10, A3cβ
Verhagen, Arie 2.15.1.5.5, noot
verkeerd
- als onjuist-woord bij ook maar iémand 3.5.2v
verkenning
op - 2.15.3.2.2
verkikkerd
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
verkleinwoorden
- bij bwbn's 4.4.2.2.3, A2 en 4
- bij tw's 3.5.11.2, noot
- bij zn's 3.5.15.2, noot
verlekkerd
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
verlof
met -, op -, van - 2.15.3.2.2
vermoeden
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
ook maar te - 3.5.2.1
wie - jullie dat er komt heeft een beperkt par. bij - 7.4.2.1
veronderstellen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
verontwaardigd
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
verpest
- + ‘vv’ (?) met van 2.6.2.7.3, C
verrukt
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
verschil
het - jongens-meisjes 3.5.16.7
verschillen
- heeft bijna altijd een niet-ww rest 11.2.1.2.4
verschillende
- is mogelijk als deel van een getalsond. 2.5.2.7.8, 2, IA
verslijten
- voor 2.14.2.4.1
versmelting
- absolute bwbn's zijn een - binnen het bnwbn-p 4.4.2.1.7
- in de bindvolgorde bij het om-par. in om-zinnen 2.16.3
definitie van - 3.5.19
het betr. om als - 2.18.11.1.2, B
het vw om als - 2.16.3
tweeën enz. als - van die/dat t/m de nabep. (in tweeën verdelen) 2.14.2.6.1, D
veel vn's zijn een - binnen het zn-p 3.5.19.4
vw-par. in om-zinnen is - binnen bindvolgorde 2.16.3
-en binnen zn-p 3.5.19vv
verstand
bij z'n - beperkt ond. of lv 2.5.2.7.6
bij z'n - als stell. trap 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
verstandig
- als niet-ww rest binnen tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
versteld
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
verstoffelijking
- van een nul-ond. 2.2.4.2
- van een schimond. 2.18.11, CIvv
vertellen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
vertrouwd
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
vertrouwen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
vervelend
hij heeft het heel - 2.14.1.2.1, B4a
verwachten
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
verwantschap
- tussen lv, ond. en vv 2.18.11.4.2
- tussen lv, vv en bw bep. 2.13.4.1vv
verwonderen
zich - kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
verwijswoord 2.3.4
aanloop en - 2.19.4.3.1vv
zo aanloop, zo - 2.19.4.2
aanloop kan - niet altijd vervangen 2.3.4; 2.19.4.1
- is misbaar na al-, hetzij ... hetzij-, of ... of-, wie ... ook- en zo ... als-zin als aanloop 2.3.4.1.3
- + uitloopzin zijn bij daardoor soms één zinsdeel 2.6.2.6, B2, noot
het - het (dat) + doen is verwant met het (dat) doen dat verwijst naar een ww enz. in een bijzin of een nevengeschikte zin 7.5.13.3.2
- is bijna altijd driehoekje 2.3.4.1.2; 11.1.2.3.2, B
kan het plaatsond. er - zijn ? 2.5.2.2, B
in elk geval, in geen geval en toch zijn geen - maar verwijzer 3.5.20.1.4, C; 3.5.21.1.1, A
hetzij ... hetzij-zin als aanloop heeft geen - 7.4.3
de keus van het - 2.3.4.1.1
dat/het als - naar wie-zinnen en die-woorden karakteriseert de koppelww's niet 2.14, G
of ... of-zin als aanloop heeft geen - 7.4.3
de plaats van het - 2.3.4.1.2
toch is geen - maar een verwijzer 3.5.20.1.4, C; 3.5.21.1.1, A
ww's die zonder - een vv-zin als uitloop kunnen krijgen 2.13.2.1.1, 2
- is bij aan- of uitloopond. meestal onmisbaar 2.5.1
dat/het als - naar wie-zinnen en die-woorden karakteriseert vinden + bvg 2.14, G
ww's die zonder - een vv-zin als uitloop kunnen krijgen 2.13.2.1.1, 2
vzaz als - 2.13.1.3.1, 3
wie dan ook en wie er ook belt enz. als aanloop hebben geen - 3.5.20.1.4, C; 3.5.21.1.1, A
- vóór zien en na heel erg bleek en heel erg scheel 2.14.1.3.2, C
verwijzer
bij een al-, een hetzij ... hetzij-, een wie ... ook- en een zo ... als-zin (in aanloop, middengroep of uitloop) kunnen in elk geval, in geen geval en toch - zijn 2.3.4.1.3; 3.5.20.1.4, C; 3.5.21.1.1, A
daarom niet als - bij al-zinnen 2.15.7.1
- naar bijzinnen die met zo beginnen 4.4.4.1
verzoek
- + of-zin 3.5.16.1.2
verzoeken
- + mv of lv ? 2.6.2.5
verzoend
- + ‘vv’ met met 4.4.1.1
vier
hoofdstuk - 3.5.16.3
Karel - 3.5.16.4
vieren
in - verdelen 2.14.2.6.1, D
met z'n -, zie tweeën
wij -, jullie -, u -, zij - 3.5.19.4.1, F
vierkantje (‘tweede zinsplaats’) 11.1.2.3.3
vin
ik -, - je ‘volgens mij/jou is’ 2.14.2.5.5, 3c
vinden
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
(als)of-zin als bvg bij - 2.14.6.2.1
- + of-/dat-zin als lv + daadwoord in bvg 2.18.7, B4d
| |
| |
direkte en indirekte rede als bvg bij - 2.14.6.1
- + lv + bvg 2.14.2.5.5, 3 en 10
- + lv + bw bep. (bwbn-p) 2.14.2.5.5, 4 en 10
- + lv + bw bep. (rond zn-p) 2.14.2.5.5, 1 en 10
- + hulpww-lv + bw bep. (rond zn-p) + ow 2.14.2.5.5, 2 en 10
- + hulpww-lv + bw bep. (bwbn-p) + aan het + ow 2.14.2.5.5, 6 en 10
- + lv (dat-zin of van wel/van niet) 2.14.2.5.5, 9 en 10
- + lv + direkte of indirekte rede als bvg 2.14.6.1
- + hulpww-lv + lv + ow 2.14.2.5.5, 7 en 10
- + lv (of-/dat-zin) + bvg (daadwoord) 2.18.7, B4d
- + hulpww-lv + nw deel + ow 2.14.2.5.5, 4 en 10
parallel tussen - en de groep horen, voelen, zien: lv + ow of dat-zin als lv 2.14.2.5.5, 9
parallel tussen - en de groep blijken, lijken, schijnen: te + ow of dat-zin 2.14.2.5.5, 9
parallel tussen - + lv + niet-ww rest en - + dat-zin 2.14.2.5.5, 9
- (+ hulpww-lv) + te + ow 2.14.2.5.5, 8
- + lv (dat-zin of van wel/van niet) 2.14.2.5.5, 9 en 10
vind je niet 10.4
vlak
- als voorbep. in een vw-p 6.1.1.1
- als voorbep. in een vzaz-p 5.0
- als ww-pd 6.1
vliegen
hebben + niet-ww rest (+ rond zn-p) + - 2.8.6
in stukken - 2.14.2.6.1, E
vlot
die teksten tikken erg - 2.14.1.5.2, C1
vn (algemeen)
- 's kunnen geen lv (niet-ww rest) zijn bij aan het + ow 2.10.3, A2
- + az is uitg. 5.1
- zonder nabep. zijn als bvg uitg. 2.14.2.6.10, D8a
- zijn bijna allemaal uitg. in het type bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B4a
definitie - 's 3.5.19.4
- binnen die/dat-par. en binnen versmeltingen daarmee 3.5.19.4vv
onbeklemtoonde - 's zijn als gesprekzin uitg. 8.2.1.2
- 's als kern van getalsond. 2.5.2.2, B
- 's als ‘lv’ 4.4.1.3.1vv
- 's als ‘mv’ 4.4.1.2.2
niet alle vormen van alle soorten - 's kunnen ond. zijn 2.5.2.1
- 's binnen op ... na 3.5.1.3.1, A
- 's als versmelting 3.5.19.4vv
- 's zijn bijna allemaal uitg. bij de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, B4a
verhouding tussen de groep vzaz + - en vn-bw-p 3.5.19.9.1v
vn (aanw.) 3.5.8.3, A2; 2.5.8.3.4
- dat/dat en aanw.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, B
plaatsmogelijkheden van - als lv 2.11.1.1, 2
vn (bak.) 3.5.19.7, 2
vn (betr.)
- zonder antecedent of indir. vra. woord in het ond. ? 2.5.2.4, Bc
- dat/wat/wie en betr.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, D
bv - in teksten 12.8
- kan geen bv bijzin inleiden in de bv bep. de dag ... 2.15.3.1.1, noot
- als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5.1, C
- als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5.2, C
- kan voorkomen binnen het element een jas in een met-groep (met een jas over z'n arm) 3.11.2.2.2, A
- als versmelting binnen het zn-p 3.5.19.4.7
- zonder antecedent tegenover indir. vra. woord in het ond. ? 2.5.2.4, Bc
- als niet-ww rest bij wegen 2.14.2.5.3, C
vn (bez.) 3.5.19.4.1, A1
- + eigen is een bez.-vn-p 3.5.8.9.3, A3
- is uitg. als voorbep. bij daadwoord van het type regenen, sneeuwen enz. 3.5.15.2.1, 4
bij daadwoord is er een blokkering tussen een bv bep. met een pers., wkd., wkg. of - als kern 11.2.1.1.1
- + eigen is een bez.-vn-p 3.5.8.9.3, A3
- + eigen legt de omgeving beperkingen op 3.5.8.9.3, B
- 's als voorbep. in een getalsond. bij zijn 2.5.2.3.2, B2
- duidt in hij heeft het aan z'n maag enz. persoon, getal en soms sekse aan van het ond. 2.14.1.2.1, B4b
- 's binnen een met-groep (met een jas over z'n arm) 3.11.1.1.1, B, C en D
- duidt persoon, getal en soms sekse aan van ond. aan in hij heeft het aan z'n maag enz. 2.14.1.2.1, B4b
betekenisrelatie tussen - en bijbehorend zn 3.5.8.3.1
- als voorbep. in een getalsond. bij zijn 2.5.2.3.2, B2
vn (onbep.)
- als getalsond. 2.5.2.3.2, B2b
- kan een jas soms vervangen in met-groep (met niemand in de buurt) 3.11.2.2.2, A
vzaz + - in met-groep (met bij niemand enige steun) (?) 3.11.2.2.3, C
- (ondertype iedereen) in nadat + - + zat (2e h) 2.16.5.1.2, A1a
alleen bij enkele - 's kan om-zin nabep. zijn 2.18.11.2, B2
- tegenover onbep.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, E
- als ond. 2.5.2.2
- + pas4
is uitg. 2.15.9.2.4, 1
- 's zijn een versmelting binnen het zn-p 3.5.19.4.4v
vzaz + - in met-groep (met bij niemand enige steun) (?) 3.11.2.2.3, C
is wie enz. in wie ook enz. een - ? 3.5.21.1.2
vn (pers.)
onbeklemtoond - als ond. van als-groep 4.4.2.4.3, D2; 4.4.2.4.4
behalve1
+ alleen onbeklemtoond - 3.5.1.1.1, C
behalve2
+ alleen onbeklemtoond - 3.5.1.2.1, C
verwantschap tussen bez. vn en - 3.5.19.4.1, A1
beklemtoonde tegenover onbeklemtoonde - 's als kern van bw bep. 2.15.5.1
van + - is uitg. als nabep. bij daadwoorden van het type regenen 3.5.15.2.1, 4
onbeklemtoond bez. en - bieden weerstand bij ‘samenval’ van er's 2.5.2.3.1, A
beklemtoond - in met-groep (met jou naast me) 3.11.2.2.2, A
onbeklemtoond - is uitg. als deel van met-groep (met je naast me) 3.11.2.1
vzaz + - in met-groep (met een boek naast me) 3.11.2.2.3, C
naamvallen bij - 's 2.5.2.6
onbeklemtoond - als ond. in als-groep 4.4.2.4.3, D2; 4.4.2.4.4
onbeklemtoond - als ond. is uitg. in zinstype II 2.2.6.2, A
op ... na + alleen beklemtoond - 3.5.1.3.1, A; 3.5.1.3.2, B
- en pers.-vn-bw-p 3.5.19.4.1, A3; 3.5.19.9.2, A
plaats van - 3.5.19.4.1, D
plaats van beklemtoonde - 's als niet-ond.: meteen na 2e stuk begingroep 2.11.1.1, 3
plaats van onbeklemtoonde - 's als ond.: 1e of 3e begingroep 2.5.2.1.1; 2.5.2.3.1; 2.19.1.2.12b
plaats van onbeklemtoond - als zinsdeel: begin-groep 2.3.1.2; 2.19.1.3, A
plaats van - + kop- of staartbep. als ond.: niet op Δ 3.5.2, 2
tenzij2
+ alleen beklemtoond - 3.5.1.4.1, C
- is versmelting binnen zn-p 3.5.19.4.1
beklemtoonde en onbeklemtoonde vormen van - 3.5.19.4.1, B
vzaz + - in met-groep (met naast me een mooi boek) 3.11.2.2.3, C
wkd. vn en - 3.5.19.4.1, A2a
wkg. vn en - 3.5.19.4.2, A2b
vn (vra.)
- in wat ... aan aardigs 3.5.19.4.6, C
- wie/wat in wie/wat anders enz. 3.5.19.4.6, E
- binnen met-groep (met wie naast zich) 3.11.2.2.2, A
- in op ... na 3.5.1.3.1, A
- wie/wat is een versmelting binnen het zn-p 3.5.19.4.6
- wie/wat en vra.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, C
- in wat ... uit/van die groep en wat zonder nabep. en wie 3.5.19.4.6, D
- wat in wat ... voor moois 3.5.19.4.6, A
- wat in wat ... voor iemand/iets 3.5.19.4.6, B
vn (wkd.)
beklemtoond - 3.5.19.4.2, A
beperkingen die het - veroorzaakt binnen pd-kernen 3.5.19.4.2
beperkingen in verbindingen met het beklemtoonde - 3.5.19.4.2, B
beperkingen in verbindingen met het onbeklemtoonde - 3.5.19.4.2, B
- als tweede deel van met-groep (met zichzelf als gezelschap) 3.11.2.2.2, A
vzaz + - in met-groep (met een kast tegenover zich) 3.11.2.2.3, C
onbeklemtoond - 3.5.19.4.2, A
plaats van onbeklemtoond -: meestal 2e stuk begingroep 2.19.1.3, B
- is een versmelting binnen het zn-p 3.5.19.4.2
vzaz + onbeklemtoond - in met-groep (met een kast tegenover zich) 3.11.2.2.3, C
vn (wkg.)
- kan geen deel zijn van met-groep (met mekaar tegenover ons) 3.11.2.2.2, A
| |
| |
- als versmelting binnen zn-p 3.5.19.4.3
vzaz + - als deel van met-groep (met naast, mekaar twee grote bedden) 3.11.2.2.3, C
zie verder mekaar en mekaars
‘vn’ 3.5.19.5, B
- 's kunnen geen om-zin krijgen 2.18.11.2, B1
aanw. - en vw (toen, nou, nu) 2.16.1
aanw. - op 1e of 3e zinsplaats maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
aanw. - op 1e of 3e zinsplaats maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
aanw. - in met hier een bosje fresia's 3.11.2.2.3, A
antecedent-beperking bij betr. - 3.5.19.9.2, D
betr. - maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
betr. - maakt een lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
betr. - is uitg. in met waar een bosje fresia's 3.11.2.2.3, A
onbep. - in met nergens een bosje fresia's 3.11.2.2.3, A
is waar of wanneer een onbep. - in waar ... ook of wanneer ... ook ? 3.5.21.1.2
vra. - maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
vra. - maakt een lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
vra. - is uitg. in met waar een bosje fresia's 3.11.2.2.3, A
vra. - en vw (wanneer) 2.16.2
vn-bw(-p) (algemeen) 3.5.19.9vv
afgesplitst tweede stuk van - is deel van niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2a
het par. van afgesplitst vzaz als tweede stuk, als zinsdeel en dat van het vzaz van het zn-p dat het - kan vervangen 2.18.11.4.3, B
betekenis-overzicht van - 's 3.5.19.9.3
- als bvg en als vv 2.14.2.4.1
- kan de bvg voor een prof niet vervangen 2.14.2.5.10, B4b
- kan getalsond. enz. van die aardige poppetjes niet vervangen 2.5.2.3.1
afgesplitst tweede stuk van - is deel van niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2a
- aan het begin van een ond.-zin 2.5.2.4, Bf
plaats in ww-p, van afgesplitst vzaz als --deel, als zinsdeel en plaats van het zn-p dat het - kan vervangen 2.18.11.4.3, A en E
waarvan is - een versmelting ? 3.5.19.9.4
- kan de bvg voor een prof niet vervangen 2.14 2.6.10, B4b
- als bvg en als vv 2.14.2.4.1
de verhouding tussen - en z'n pendant vzaz + vn 3.5.19.9.1
afgesplitst vzaz-par. als -deel is deel van niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2a
afgesplitst vzaz-par. als -deel, als zinsdeel, en dat van het vzaz van het zn-p dat het - kan vervangen 2.18.11.4.3, B
vn-bw(-p) (aanw.)
- als bw bep. 2.15.6.1
- als deel van met-groep (met dat ene boek daar nog bij) 3.11.2.2.3, B
- als verwijswoord bij aanloop 2.19.4.3.1
daar (eerste deel van -) op 1e of 3e zinsplaats maakt getalsond. mogelijk 2.4.2.3.1, B1a
daar (eerste deel van -) op 1e of 3e zinsplaats maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
vn-bw(-p) (betr.)
antecedent-beperking bij - 3.5.19.9.2, D
- kan geen bv bijzin inleiden binnen een bw bep. met de dag enz., behalve waarop/waarin 2.13.3.1.1, E2
- als bw bep. 2.15.6.2
waar in - is beperkt tot driehoekje 2.15.6
- maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
- zonder antecedent binnen gezegdezin 2.14.6.3.1
- maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
- zonder antecedent binnen lv-zin 2.11.1.3, Bg
- zonder antecedent binnen ond.-zin 2.5.2.4, Bg
samentrekking binnen zin met - zonder antecedent 2.12.2, noot (mv); 2.13.3, noot (vv); 2.15.8, noot (bw bep.); 7.5.9.4
- in waarvan dan ook tegenover van wat dan ook 3.5.20.1.1, B, noot
vn-bw(-p) (onbep.)
- ergens bij tegenover ergens anders bij enz. 3.5.19.9.2, E
- in met-groep (met die mieren overal in) 3.11.2.3.3, B
vn-bw(-p) (pers.)
- als bw bep. 2.15.6.1
- als bep. bij daadwoord van het type lopen, springen enz. 3.5.15.2.1, 2
- met onbeklemtoonbaar vzaz zijn uitg. als driehoekje 2.15.6; 2.19.1.2.1, 2a
- bij ‘samenval’ van er's 2.5.2.3.1, A1
- in met-groep (met wat slasaus eroverheen) 3.11.2.2.3, B
in tweeschimmige om-zinnen kan (moet) er als deel van - achterwege blijven 2.5.2.2, Cbβ; 2.18.11.1, 3; 2.18.11.1.5; 2.18.11.2.2; 2.18.11.3.1; 2.18.11.3.3; 2.18.11.4.3, D; 7.5.12.1
in ow-geb. wijs kan (moet) er als deel van - achterwege blijven 2.5.2.2, Cbα; 2.18.11.4.3, D
vn-bw(-p) (vra.)
- als bw bep. 2.15.6.2
waar in het - is beperkt tot het driehoekje 2.15.6
- maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
- maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
vn-p
- als bw bep. 2.15.5
- als vv 2.13.1.1
onbeperkt pers.- als aanspreking 3.4.3
pers. - als bw bep. 2.15.5.1
pers. - als bep. bij daadwoorden van het type lopen, springen enz. 3.5.15.2.1, 2
‘vn’-p
- als bw bep. 2.15.4
- kan nooit ond. zijn 2.5.2
- kan nooit vv zijn 2.13.1.2; 2.13.4.2
voegwoord, zie vw
voel
- dat beest es spartelen (pv-geb. wijs) 2.2.4.1, A
voelen
- + hulpww-lv + aan het + ow (?) 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1 en 2
- als hulpww van de ow in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 1
- + lv + door-bep. + vd 2.6.2.7.3, C
- + hulpww-lv + aan het + ow (?) 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
- + hulpww-lv het + ow van onpers. ww 2.5.2.7.4, A2
- + hulpww-lv + zich, mekaar enz. + ow 2.5.2.7.5, A2; 2.5.2.7.6, 2
- + ow van onpers, ww in om-zin 2.5.2.7.4, A4
- + hulpww-lv het + ow van onpers, ww 2.5.2.7.4, A2
- + hulpww-lv het + ow van onpers, ww in om-zin 2.5.2.7.4, A4
- + ow 2.5.2.7.4, A2; 2.5.2.7.5, A2; 2.5.2.7.6, 2; 2.8.3; 4.4.2.4.3, 1
- + lv + door-bep. + vd 2.6.2.7.3, C
voetbalwedstrijd
de - Anderlecht-Ajaks 3.5.16.7
voetje
- voor - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
vol
- plannen als bvg-achtige bw. bep. 2.14.7.1.2
een handvol nootjes en een bak - nootjes 3.5.16
nevenschikking tussen - goeie moed en de bvg-achtige bw bep. erg blij 2.15.1.1.2
plaatsmogelijkheden van - als niet-ww rest 2.19.2.2.3, A
- bloemen als niet-ww rest 2.14.7; 2.14.7.1.1
op een klein randje na - 3.5.1.5.3, C1
plaatsmogelijkheden van - als niet-ww rest 2.19.2.2.3, A
- van 4.4.1.1
verwantschap tussen de par. in een emmer - water en een emmer water 2.14.7.1.1
- bloemen als zn-pd 2.14.7.2
volbouwen enz.
het type - in verband met het type vol bloemen 2.14.7.1.1
voldaan
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
voldoende
bwbn-p met -, genoeg, veel, weinig enz. als kern, is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
- ... om als bwbn-pd 4.6.1
- als zn-pd 3.5.19.3.1
voegende
de bw bep. - week vrijdagavond laat 3.5.19.5.1
volgens
een aanloop kan niet beginnen met - 2.19.4.3.1
- kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
volgorde
- binnen als-groepen 4.4.2.4.1, A
onderlinge - tussen bwbn-p's als bw bep. 2.15.1.1.1, A
- tussen zn-p's als lv en vv buiten het Δ is lv/vv 2.13.1; 2.13.2.1.4, noot
- tussen plat mv en lv buiten het Δ is mv/lv 2.3.3; 2.19.3
rode en groene - i.v.m. benoeming als vd 2.6.4, 4
von
ik -, - ik en - je betekenen per se ‘volgens mij/ jou was’ 2.14.2.5.5, 3c
voor
vinden + lv + een heel stuk - als bvg 2.14.1.5.5,
| |
| |
3h
vinden + hulpww-lv + een heel stuk - als bvg + blijven/komen/raken 2.14.2.5.5, 4d
stuk - stuk als bvg 5.4.6.2, 3; 5.4.6.3, 3; 5.4.6.4, 3
- als deel van bvg en vv 2.14.2.4.1
- als deel van bvg 2.14.2.6.10, vooral B2a
- als bwbn-pd in bvg 2.14.2.4.1
voetje - voetje als bw bep. 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
- in de bw bep. de dag - m'n eksamen 2.15.3.1.2, D
- in de bw bep. de dag - ik slaag 2.15.3.1.1, E2c
met - een la 3.11.1.2.5
- als deel van een mv 2.12.2
- is als deel van mv soms onweglaatbaar 2.12.1.1.2; 2.12.2
- + ww-p als deel van een ‘mv’ 4.4.1.2.2
- + ww-p als deel van een niet-ww rest 2.14.8, B
- als deel van ond.-zin 2.5.2.4, Be; 6.1.1.3; 6.2
par.-loos - in wat - moois 3.5.19.4.6, B
par.-loos - in wat - iemand/wat - iets 3.5.19.4.6, B
par.-loos - in - een kaartje als bv voorbep. 3.6.1, noot
par.-loos -: zie ook bvg en mv
- heeft als vn-bw-pd een plaatsbeperking 3.5.19.9.1, B
bevat ervóór zijn een vv of een niet-ww rest ? 2.13.2.1.5, noot
- is soms uitbreidbaar tot vw-p 6; 6.1.1.3; 6.2
de vw-uitdr. - het geval 6.2
voor mijn part
- als ‘tussenwoord’ bij een nevenschikking 7.4.5.2
voorbep.
bv - 3.5.7vv
bv - en nabep. 3.5.16.11
afgesplitste bv - 9.2.1.1.2v
vd-p als bv - 2.6.3, noot
‘bw’ - 4.4.1vv
afgesplitste ‘bw’ - 9.2.3.2, 3
‘bw’ - bij echte overtr. trap van bw 4.4.2.2.1, A6a
veel ‘bw’ - zijn bij absolute bwbn's uitg. 4.4.2.1.7
- binnen vw-p 6.1.1.1
- binnen vzaz-p 5.0
voorbij
nadat + - + hoofdww-pv van zijn 2.16.5.1.2, A1a
op ... na - 3.5.1.5.3, C1b
voor(dat)
- + hoeven 2.9.4.2, B2
- (in ond., lv of vv) + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A2
- kan voorbep. krijgen 6
voor(dat)-zin
- kan als bw bep. moeilijk aanloop zijn 2.19.4.3.3, A
- als bw bep. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
- binnen een bw bep. de dag voordat ik eksamen deed 2.15.3.1.1, Elb en 3
- als lv 2.11.1.3, Bf
- als lv, ond. en niet-ww rest kan het ‘vn’ nou niet als deel hebben 2.16.5.1.3, B en C
- als ond. 2.5.2.4, Bf
het vw in de - als ond. 2.5.2.4, Be
voor het geval
- als vw-uitdrukking 6.1.2
voorkant
aan de - in met aan de - een grote la 3.11vv
vóórkomen
het koppelww - 2.14, G
het koppelww - heeft geen geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.2
vóórnaam
- of - + achternaam in het type oom Wim 3.5.16.8
voor-pv 2.2.2
aanloop in zinnen met - 2.19.4, vooral A; 2.19.4.1 1
ww-p met - als aanloop 2.2.3.2; 2.2.5.2
- en achter-pv i.v.m. ww-pp's 2.2.1.1
- met eindgroep-ook 7.4.4.2.2, D1a
gezegdezin met - 2.14.6.1
- in zin na het speciale type met komen: dat komt: hij is overspannen 2.14.1.1.6
nevenschikking bij voor-pv 2.4.2; 4.4.2.4
- in tweede helft van nevenschikking binnen als/wanneer-zin enz. 2.18.9, B3
voor + nevenschikking binnen als/wanneer-zin met - in tweede helft 2.14.8, B1
samentrekking in een element achter de - vereist tegelijk samentrekking in die - 7.5.8.1, A2
voorste
op... na de/het - 3.5.1.5.3, B1e
voorstellen
zich - + lv kent geen pendant in de lvm 2.11, Aa
voorwerp
lijdend -, zie lv
meewerkend -, zie mv
‘oorzakelijk-’ in teksten 12.7
‘oorzakelijk-’ bij den Hertog 2.13
voorzover als eerste bijzinsdeel 4.4.4.4
voorzover-zin
- kan geen bv bep. zijn 3.5.16.1.5, B
voorzetsel, zie vzaz en vz
voorzetselvoorwerp, zie vv
Vooys, C.G.N. de 2.2.10; 3.5.8.3.4, 5
vorige
de bw bep. - week vrijdagavond laat 3.5.19.5.1
vorm
bedrijvende -, zie bvm
lijdende -, zie lvm
vorsten
namen van - in Karel één 3.5.16.4
namen van - in Karel de derde 3.5.16.8
vraag
indirekte - 2.18.5, 6; 2.18.6, 6
al dan/of niet is beperkt tot indirekte - 10.2.1, slot
immers en onbeklemtoond zeker zijn uitg. in een indirekte - 2.2.10.4, 3a, c en d
onbeklemtoond toch is mogelijk in een indirekte
- met vraagwoord 2.2.10.4, 3b en d
retorische - met ook maar íémand 3.5.2.2.1, B en C
vormbasis voor een deel van de kategorie retorische - 2.2.10.4, 3d
retorische - bij wie ánders 3.5.19.4.b, E
vraag
- als twijfel-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
vraagwoord, zie woord (vra.)
vraagwoordvraag 2.2.10.5.5, a
- + dan, nog, nou of wel + hoeven 2.9.4.1C
ook maar íémand in een - 3.5.2.2.1, B
vraagzin
formele begrenzing van - lijkt uitg. 2.2.10.6
- met daarop volgende dat-zin 2.2.10.5.4
- met daarop volgende dat-zin kent geen niet3
10.3
het type hoe kom je zo nat is beperkt tot -nen 2.14.1.1.1, A1
- als syntaktisch begrip waarschijnlijk onbruikbaar 2.2.10vv
vraagzinstypes 2.2.10.4
vragen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D1 en 2
- heeft enkel na van me enz. een dat-zin als mogelijkheid (lv) 7.2.7.1b
vra.-vn-bw-p
- en vra. vn wat/wie 3.5.19.9.2, C
vreemd
het type (wat) - dat ie ... 2.18.4.1, 1
vriendelijk
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
Vries, J.W. de 2.19.2.2, noot
vriezen
lvm bij niet-ww rest + - 2.6.2.2
in stukken - 2.14.2.6.1, E
zie ook onpersoonlijke ww's
vroeg
de bw bep. vorige week vrijdagavond - 3.5.19.5.1
vroeger
- is als het uitloop kan zijn, geen bwbn 4.4.2.2.2, 4
- is geen bwbn als het nabep. kan zijn 4.5.2.2, 4
vrolijk
- als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
vrouw
- Jansen 3.5.16.8
vrouws
- in het beperkte zn-p m'n - jas 3.5.8.3.3, D
vrij
plaatsmogelijkheden van - als niet-ww rest 2.19.2.2.3, A
vrijdag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
vrijdagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
vrijdags (‘zn’) 3.5.19.5, A
vv 2.13vv
overeenkomst en verschillen tussen - en een type bvg 2.14.2.4.1
- maakt hoofdww-pv + bvg-achtige bw bep. erg blij mogelijk 2.15.1.1.1, B7
overeenkomsten tussen - en bw bep. 2.13.5, slot; 2.18.11.1.10, A
definitie - 2.13b; 2.13.2.1.1
het (dat) doen + - 7.5.13.1.7
- en door-bep. 2.6.2.4.2, slot; 2.6.2.6, B1
- bij den Hertog 2.13
- en lv 2.13.2.1.4
| |
| |
ww's met - en lv 2.18.11.1.3, C
verwantschap tussen -, lv en ond. 2.18.11.4.2
plaatsmogelijkheden van -, lv, ond. en bw bep. 2.13.4.1.1
met een jas over z'n arm kan geen - zijn 3.11.1.1
- en mv 2.13.2.1.4, noot
om-zin als - 2.18.11.1.3
het type op school kan geen - zijn 2.15.3.2.2
plaatsmogelijkheden van -, ond., lv en bw bep. 2.13.4.1.1
vn-p als - 2.13.1.1
- en ‘vv’ 2.13; 4.4.1.1, A
vzaz binnen - is vrij zeker een versmelting 3.5.19.1; 5.1.1
vzaz + ww-p als - 2.13.3
wie dan ook binnen een - 3.5.20.1.1, B
ww-p als - 2.13.2vv
zichzelf als kern van een nabep. (type boek als kern) binnen een - 3.5.19.4.2, D6
zichzelf als kern van een nabep. bij een daadwoord binnen een - 3.5.19.4.2, E6
zn-p als - 2.13.1
‘zn’-p als - 2.13.1.2
zie ook aanloop-vv, uitloop-vv, ‘vv’ en ‘vv’
‘vv’ 4.4.1.1
ww-p als - 4.4.1.1, A
ww-p als - zonder vn-bw 4.4.1.1, A
zn-p als - 4.4.1.1, B
‘vv’ 3.5.19.4.2, G
- bij daderwoord, vergeleken met vv 11.2.1.2.6
ww-p als - 3.5.16.1.1v
ww-p als - bij daderwoord is uitg. 11.2.1.2.10, B1b
vv-zin 2.13.2vv; 2.18.7, B3; 2.18.8, B
definitie - 2.13.2.1.1, 2
binnenbouw van - 2.13.2.2
buitenbouw van - 2.13.2.1vv
om-zin als - 2.18.11.1.2
bv om-zin als pendant van - 2.18.11.2.1, B
- met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A
overeenkomst in plaatsbeperking tussen - en ww-p als ‘vv’ 4.4.1.2.3, A
vw
gramm. tegenover log. - 6.1.1.2
buitenbouw kan gramm. en log. - definiëren 2.16.6
gramm. - 2.16, 1
gramm. - kan deel zijn van ond., lv, vv en soms gezegdezin 2.5.1; 2.5.2.4, Bb1 en Ca; 2.16, 1
invloed gramm. - op hoofdvormkeus indirekte rede 2.11.1.3.1, F3b
gramm. - in bv bijzin 3.5.16.1.1v; 3.5.16.1.4
log. - 2.16, 2
log. - kan deel zijn van bw bep. 2.16, 2
log. - in bv bijzin 3.5.16.1.5
log. - enz. + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3
nevensch. - als bwbn-pd 7.3
nevensch. - als ww-pd 7.2 t/m 7.2.9
nevensch. - als zn-pd 7.1 t/m 7.1.13
nevensch. - en andere verbindende woorden 7.4
nevensch. - + kopbep. ook 7.4.4, A
nevensch. - + vw bw 7.4.5
ondersch. - 2.16; 7.4.3
ondersch. - veroorzaakt soms hoofdvormbeperkingen 2.16.5vv
ondersch. - in om-zinnen 2.16; 2.18.11vv
soorten ondersch. - 's in verband met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C
ondersch. - en vzaz 2.16, 2
ondersch. - ‘vn’ 2.16.1v
samentrekking in een element na het ondersch. - vereist tegelijk samentrekking in dat - 7.5.8.1, A2
vw-p 2.16, 2; 6
het abstrakte - 11
betekenis van het - 6.1.1.3
binnenbouw van het - 6.1
buitenbouw van de buitenbouw van het - 6.2
definitie van het - 1.2.2.6, 5
heeft het - één of twee kernen ? 6.1.1.2
- en vzaz-p 11.4
vw-par.
behalve3
beperkt het - tot als, wanneer, voor(dat), nadat, terwijl e.d. (‘omstandigheid’, ‘voorwaarde’, ‘tijd’) 3.5.1.3
tenzij3
beperkt het - tot niks, als, wanneer of dat (‘omstandigheid’, ‘voorwaarde’, ‘tijd’) 3.5.1.4
vw-pd
bwbn-p als - 4.8; 6
zn-p als - 3.9; 6
vw-uitdrukking 2.16, 2; 6.1.2; 6.2
aanloop kan niet beginnen met - 2.19.4.3.3
vijandig
- + ‘mv’ 4.4.1.2.2
vijven
wij -, jullie -, u -, zij - 3.5.19.4.1, F
vz 5
afgesplitst - in da niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2
vzaz 5
- is in aanloop-vv en -bw bep. weglaatbaar 2.13.1
afgesplitst - 9.2.1.1.1
afgesplitst - in de niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2
- + een of meer bv voorbep. zijn afgesplitst 9.2.1.1.2
aksent en- 3.5.8.3.9, 3e
- als bv nabep. 2.18.11, CII, 2b en 5
- als ‘bw’ nabep. 2.18.11, CII, 2b en 5
- + dat of dit is vrij zeldzaam 2.13.1.1
definitie van het - 5.2.1
- + geen (enkel(e)) 5.4.2, noot
gramm. - kan samenstellend deel van ond. of lv zijn 2.5.1, noot; 11.3.1.1, Bb
- + het is uitg. 2.13.1.1
- + hoe ... in hoe vaker ..., met hoe meer ... 4.5.2.2, 6
log. - kan geen samenstellend deel van ond. of lv zijn 2.5.1, noot; 2.5.2
- + mekaar 3.5.19.4.3
schijndubbelzinnigheid bij - 's in nevenschikking 7.2.1, Eb
nadat + zn-p's met bepaalde - 's + hoofdww-pv 2.16.5.1.2, A1a
- als om-zins-vv blokkeert een ww-p als uitloop-vv 2.18.11.4.3, C4
- als om-zinsdeel 2.18.11vv, vooral 2.18.11, CII5 en 2.18.11.4.3
- als om-zinsdeel, vergeleken met - als deel van ow-geb. wijs 2.18.11.4.3, D
- als deel van ow-geb. wijs, vergeleken met - als om-zinsdeel 2.18.11.4.3, D
- als vv in een ow-geb. wijs blokkeert misschien een ww-p als uitloop-vv 2.18.11.4.3, D3
par.-loos - of - met klein par. 2.12.2; 2.13vv
par.-loos - in vv, ‘vv’ en ‘vv’ 2.13a
- met plaatselijke betekenis is uitg. voor zn's van het type lopen, springen enz. 3.5.15.2.1, 5
- als vv in om-zin blokkeert een ww-p als uitloop-vv 2.18.11.4.3, D3
- als verwijswoord 2.13.1.3.1
- + vn tegenover vn-bw-p 3.5.19.9.1
- als vn-bw-pd heeft de tegenstelling vz/az op 3.5.19.9; 5.1
- als vv 2.5.2.2, Cα en β; 2.13.1.3.1
- als vv in om-zin blokkeert een ww-p als uitloop-vv 2.18.11.4.3, C4
- als vv in ow-geb. wijs blokkeert misschien een ww-p als uitloop-vv 2.18.11.4.3, D3
- binnen het vv is vrij zeker een versmelting 3.5.19.1; 5.1.1
- en vw 2.16, 2
- + wat is uitg. 2.13.1.1
- + ww-p als bw bep. 2.15.8; 2.13.4.2
- + ww-p als bw bep. is aanloop 2.19.4.3.2
- + ww-p als ‘bw’ bep. 4.4.1.2.3, A
- + ww-p als ‘mv’ 4.4.1.2.2
- + ww-p als niet-ww rest 2.14.8
- + ww-p met ook maar íémand 3.5.2.2.2
- + ww-p als vv 2.13.3; 2.13.4.2; 2.13.4.1.1
- + ww-p in de tweede helft van het type aan wie die ook dacht, niet aan wie hem dat gevraagd had 3.5.21.2.1, Bd
beperkingen bij de groep - + zichzelf 3.5.19.4.2
- + zn van het type school (geen die/dat-par.) 2.15.3.2.2
- als kriterium voor zn-p-indeling 3.2.1
vzaz-p 3.5.6; 5
het abstrakte - 11
definitie van - 1.2.2.6, 4
- kan nooit samenstellend deel van ond. of lv zijn 2.5.2
als vn-bw-pd 5.1
- en vw-p 11.2.3
vzaz-par.
behalve beperkt het - tot bij, met; tijdens, voor, na, onder e.d. (‘omstandigheid’, ‘voorwaarde’, ‘tijd’) 3.5.1.3
tenzij beperkt het - tot bij, met; tijdens, voor, na, onder e.d. (‘omstandigheid’, ‘voorwaarde’, ‘tijd’) 3.5.1.4
- in zn-p en in vn-bw-p 3.5.19.9.1
vzaz-pd
bwbn-p als - 4.7
zn-p als - 3.8; 5.0
vz-par.
een az-par. blokkeert een - 3.5; 19.9.1
vz-uitdrukking 5.3vv
- kan zelden een aanloop beginnen 2.19.4.3.1, C
zn-p's met daadwoord als kern zijn geen - 5.3.4; 11.2.1.1.4, A
- als vn-bw-pd vertoont beperkingen 3.5.19.9.1, C2 en E3; 5.3.3, B
- als zn-pd vertoont beperkingen 5.3.3, B
*waaien
- is niet zonder meer een onpers, ww 2.5.2.7.4
| |
| |
waar
het betr. ‘vn’ - 3.5.19.5, B
- maakt (als betr. ‘vn’, als 'vra. ‘vn’ en als half vn-bw) een getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1a
- maakt (als betr. ‘vn’, als vra. ‘vn’ en als half vn-bw) een lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2a
- als betr. ‘vn’ zonder antecedent in gezegdezin (?) 2.14.6.3.1
een aanloop begint met het betr. - zonder antecedent 2.19.4.3.3, F
voor + - als betr. ‘vn’ zonder antecedent als niet-ww rest 2.14.8, B2
een aanloop begint met - ... ook 2.19.4.3.3, G
- als lid van een vn-bw-p, zie vn-bw-p
- als vra. ‘vn’ 3.5.19.5, B
waarde
grammatikale - 1.1.2
waarin
het betr. vn-bw - in de bw bep. de nacht (de maand/ het jaar) - ik zo droomde 2.15.3.1.1, E2
waarom
- tegenover waar ... om 3.5.19.9.1, E2
waarop
het betr. vn-bw - in de bw bep. de dag - ik eksamen deed 2.15.3.1.1, E2
waar ... over
- als betr. vn-bw in gezegdezin 2.14.6.3.1
waarschijnlijk
- kan geen aanloop zijn 11.1.2.3.1
waarschuwen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
waartussen
het betr. vn-bw - beperkt z'n antecedent 5.4.3, 4
wakker
nadat + - + hoofdww-pv van zijn 2.16.5.1.2, A1a
wal
aan -, van - 2.15.3.2.2
wandelen
die paadjes - erg prettig 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
wanneer
het vra. ‘vn’ - 3.5.19.5, B
het vra. ‘vn’ - tegenover het vw - 2.16.2
het vw - is fakultatief na tenzij3
3.5.1.4
wanneer/als-zin
- als bw bep. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C1
- als halfzelfstandige taaluiting met ook maar íémand 3.5.2, 1
- als lv (enkel aan- en uitloop) 2.11.1.3, Bd
- met voor-pv in tweede helft nevenschikking 2.18.9, B
voor + - als niet-ww rest 2.14.8, B1
- als ond. (enkel aan- en uitloop) 2.5.2.4, Bd
- als ond. met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A4 in - kan wie dan ook enz. zijn zonder iedereen enz. 3.5.20.1.2
want
- is geen nevensch. vw 7.2.1
warm
hij heeft het erg - 2.14.1.2.1, B4a
was
- + nul-ond. + ow + ow 2.18.2
pv-geb. wijs met - + vd (bvm) 2.2.3.2, B1
pv-geb. wijs met - + vd (lvm) 2.2.3.2, B1
wat
betr. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.7b
betr. vn - tegenover dat na een echte overtr. trap 4.5.2.1.6
betr. vn - en betr. vn-bw-p 3.5.19.9.2, D
betr. vn - zonder antecedent in gezegdezin 2.14.6.3.1
onbep. vn - en onbep.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, E
onbep. vn - + anders, en onbep.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, E, 3a en 3b
onbep. vn - als ‘kern’ bij anders 4.9.2
onbep. vn - + moois, en onbep.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, E, 2a en b
het onbep. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.4
het onbep. vn-p - goeds 4.9.1
heel - (onbep. vn) is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
tw-p een stuk of - is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.2
tw-p een ... of - is een versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B; 3.5.19.3.3
uitr. woord - 'n heeft geen zelfstandige pendant 3.5.8.3.9, 1e, A2c en 2e
het uitr. woord - in een ‘zelfstandige taaluiting’ 3.3.2; 4.3
het uitr. woord - als voorbep. in een bwbn-p 4.4.2.1.1, 2
het uitr. woord - als bwbn-pd in - heb je hard gewerkt, dat je nou al uit kunt blazen 2.2.10.5.4
het uitr. woord - als ww-pd 4.4.2.1.1, 1
het uitr. woord - als zn-pd in - een vriendelijke jongen ben je, dat we dat van je krijgen 2.2.10.5.4
het uitr. woord - als zn-pd 4.4.2.1.1, 3
het uitr. woord - in zn-p - een schat van een kind 3.10.1.1, 1
splitsbaarheid van bwbn- en zn-p's met uitr. woord - als deel 4.4.2.1.1
vra. vn - 3.5.19.4.6, D1
vra. vn - in - ánders 3.5.19.4.6, E; 4.9.2, B
vra. vn - in - ... aan aardigs 3.5.19.4.6, C
vra. vn - in - van die rommel en - uit die rommel 3.5.19.4.6, D1
- voor ('n) en - voor één vormen een aanvulling 3.5.8.3.7
vra. vn - in - voor iemand en - voor iets 3.5.19.4.6, B
vra. vn - in - voor moois 3.5.19.4.6, A
vra. vn - en vra. -vn-bw-p 3.5.19.9.2, C
vra. vn - als niet-ww rest bij duren 2.14.2.5v
vra. vn - als niet-ww rest bij kosten 2.14.2.5; 2.14.2.5.2
vra. vn - als niet-ww rest (?) bij wegen 2.14.2.5; 2.14.2.5.3
vzaz + - is uitg. 2.13.1.1
wat/wie-zin
- als ‘lv’ 4.4.1.3.1vv
- kan in de middengroep staan 2.11.1.3 voor + - als niet-ww rest 2.14.8, B2
wat-zin
- in hoe kom jij zo ineens wat je vader vroeger was 2.14.1.1.1, B4
zonder + - 10.8.2.6 - in met aan de zijkant wat je maar wilt 3.11.2.2.2
we
betekenisleer van de oppositie wij/- 3.5.19.4.1, E2
wedstrijd
de - Zuidslavië-Sowjetunie 3.5.16.7
week
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
de bw bep. vorige - vrijdagavond laat 3.5.19.5.1
- in - uit 5.4.5, 2
- na - 5.4.6.2, 2; 5.4.6.3, 2; 5.4.6.4, 2
weerskanten
met aan - een grote la 3.11.1.2.5
weerspannig
als kern van een bvg-achtige bw bep. 2.15.1.1.4
wees
- weest en wezen in de pv-geb. wijs vormen een aanvulling met ben, bent en zijn 2.2.3.1; 2.2.4, 5
- + vd is uitg. 2.2.3.2, B1
weg
- in verbindingen met komen 2.14.1.1.2
nadat + - + hoofdww-pv van hebben of zijn 2.16.5.1.2, A1a
onder -, op - 2.15.3.2.2
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
weg dooien
- + lv 2.6.2.2
wegen
- + bwbn-p als niet-ww rest (?) 2.14.2.5.3, A
- + lv tegenover - + niet-ww rest (?) 2.14.2.5
- + niet-ww rest 2.14.2.5; 2.14.2.5.3
- + vn's als niet-ww rest (?) 2.14.2.5.3, C
- + ww-p als niet-ww rest (?) 2.14.2.5.3, D
- + zn-p als niet-ww rest (?) 2.14.2.5.3, B
wegens
- kan een aanloop beginnen 2.19.4.2.1, C
weglaatbaarheid
- van bv nabep. van een ‘lv’, vergeleken met die van een lv 11.2.1.1.3
weglating
de regels die - beperken in de eerste helft van nevenschikking van ww-p's 7.5.8.2
de regels die - beperken in de tweede helft van nevenschikking van de ww-p's 7.5.8.1
weglatingsproef
- is niet altijd bewijs voor kernschap 3.5.15.1
weigeren
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
weigering
- als onjuist-woord bij ook maar íémand 3.5.2vv
weinig
- anders 4.9.2, B
- goeds 4.9.1, B
- + vra. wijs + hoeven 2.9.4.1, D
- + vraagwoordvraag + hoeven 2.9.4.1, C
- + hoeven 2.9.4.1, A en E1
iets -s is uitg. 4.9.1, C1
bwbn-p met - /veel enz. als kern is lv 4.4.3
bwbn-p's met - /veel enz. als kern zijn versmelting van al t/m drie 3.5.19.3, B
wegen + - /veel enz. als niet-ww rest 2.14.2.5.3, A
wel
- /niet zijn zelden bw bep. 2.15.9.1
| |
| |
en - als middel om een zinsdeel te benadrukken door isolering 7.5.11, 3
is het - 10.4
- ... maar niet ... bij zn-p's 7.1.6.1, 4 en 5; 7.1.6.2, 3 t/m 7
- /niet 10.3
of -/ of niet als halve nevenschikking binnen de bw bep. of het nou niet regent of - 7.2.7.1.3, G
of -/ of niet is uitg. als halve nevenschikking binnen bijzinnen die niet met of beginnen 7.2.7.2.1
het antwoord op vraagzinnen met onbeklemtoond niet/ - 8.1.2.2
onbeklemtoond - in vraagzinnen dat nee suggereert 2.2.10.5.3
van -/van niet als bv bep. (?) 3.5.16.1.7
van -/van niet als uitloop-lv 2.11.1.3, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van -/van niet als uitloopond. 2.5.2.4, D; 7.5.9; 7.5.9.2
van -/van niet als uitloop-vv 2.13.2.2, D
ik heb liever van -/van niet 2.15.1.2.5
ik vind van -/van niet 2.14.2.5.5, 9 en 10
welk/welke
- vormen een aanvulling 3.5.8.2; 3.5.8.3.9
wemelen 2.5.2.7.4, B
wenselijk
- als niet-ww rest in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, 4 en 5
werd(en)
- + vd in de wens. wijs 2.2.3.2, B2
werken
hebben + niet-ww rest (+ rond zn p) + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
werkwoord, zie ww
werkzaam
- tegen (?) 4.4.1.1
wet
de - Heemskerk 3.5.16.9vv
weten
hij zal niet beter - of ... 7.2.8.9vv
- + te + ow 2.9.3
wetsontwerp
het - Heemskerk 3.5.16.9vv
wetsvoorstel
het - Heemskerk 3.5.16.9vv
Weijnen, A.A. 3.5.4, noot
wezen
de geb. wijs - 2.2.4, 5; 2.5.3.1
de ow - tegenover zijn 2.7.1
wie
het betr. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.7
het betr. vn - en het betr.-vn-bw-p 3.5.19.9.2, D
het betr. vn - zonder antecedent in een gezegdezin 2.14.6.3.3
het betr. vn - zonder antecedent + ook maar íémand 3.5.2.2.2, A2
- dan ook is verwant met - er ook belt 3.5.20; 3.5.21.3
- er ook komt is verwant met de al-zin 3.5.20; 3.5.21.3
- er ook komt, Jan niet 7.5.10.2
zinnen met - ... ook kunnen vrij zeker geen ond., lv of vv zijn 7.2.7.2.2
de verhouding tussen zinnen met - ... ook enz. en de bw bep. of het nou regent of niet, al-zinnen en zo ... als-zinnen 7.2.7.2.2
- ... ook-zinnen als aanloop hebben geen verwijswoord 2.3.4, 2
splitsingen van het type - denk je dat er komt 7.4.2.1; 9.2.2.1.3
het vra. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.6, D en E
er na het vra vn - of wat 3.5.19.4.6, D2
het vra. vn - in - ánders 3.5.19.4.6, E; 4.9.2, B
het vra. vn - in - van die mensen enz. 3.5.19.4.6, D2
het vra. vn - in - van ons alle(maal) 3.5.7.6
het vra. vn - in - z'n boeken 3.5.8.3.2, C
wie/wat-zin
- in met wat je daar ziet over z'n arm 3.11.2.2.2, B
- kan in de middengroep staan 2.11.1.3
- als ‘mv’ 4.4.1.2.2; 2.12.1.2.2
- als ond. bij de bvg voor een prof 2.14.2.6.10, A3a
- tussen op ... na 3.5.1.3.1, B; 3.5.1.3.2, B
voor + - is niet-ww rest 2.14.8, B2
wie-zin
- als aanloop heeft soms dat als verwijswoord 2.14, G3
- als ‘mv’ 4.4.1.2.2
wild
- + ‘vv’ met op 4.4.1.1
willen
- + aan het + ow 2.10.1vv
graag - 2.15.1.2.1, E
had - blijven is soms uitg. in de pv-geb. wijs en in de wens. wijs 2.2.3.2, B1
het/dat doen verwijst soms naar - + hebben/zijn + niet-ww rest 7.5.13.2.3
- bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
- + niet-ww rest in iets niet kwijt - 4.4.1.3.2
- + niet-ww rest in iets kwijt - zijn 4.4.1.3.2, slot
- + niet-ww rest in die rok - ze vol knoopjes 2.14.2.6.6
- + ow 2.8, B; 2.8.1
- + ow in we houden waarvan we - 2.8.1
- + ow in zo vriendelijk - zijn om ... 2.18.11.3.1, A6a
de 1e h van - + ow in het ww-p wil het lukken, dan ... 2.2.3.2, noot
- + ow + vd in we - dat boek door Jan weggebracht hebben 2.6.2.7.4
- + uit + ow 2.10.4v
winter
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -s 2.15.3.1.3
wit
- van schrik 4.4.1.2.2
- ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
witjes 4.4.2.2.3
iets - is uitg. 4.9.1, C
woedend
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
woensdag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n afwezigheid 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
woensdagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
woest
- + ‘vv’ met over 4.4.1.1
wonen
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 5 en 10
woord
aanw. - in het ww-p die denk ik niet dat er vlug komt 7.4.2.1, slot
betr. - verbindt een ww-p in taalverband 7.4.2
betr. - in het beperkte ww-p iemand die ik denk dat wel zal blijven 7.4.2.1
zn-p-splitsing bij betr. - 9.2.2.1.1, B
onderlinge beperkingen van antecedent en betr. - 3.5.19.9.2, D
betr. - zonder antecedent kan deel van het ond. zijn 2.5.2.4, Ba
betr. - zonder antecedent binnen als-groepen 4.4.2.4.1, A
betr. - zonder antecedent of indir. vra. - in het ond. ? 2.5.2.4, Bc
ond.-, lv- en vv-zin met betr. - zonder antecedent en met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A2
zinnen met betr. - zonder antecedent als niet-ww rest 2.14.6.3
betr. -: relatieve aansluiting in teksten 12.8
onbep. - als korrelaat van behalve2
3.5.1.2
onbep. - + op ... na 3.5.1.3.2, B
onbep. - als korrelaat van tenzij2
3.5.1.4
ook maar + onbep. - is verwant met wie dan ook enz. 3.5.20.1.4, E
onbep. - + wie ... ook enz. 3.5.21.1.1, C
zonder + onbep. - 10.8.2.6vv
overzicht van de mogelijkheden van het uitr. - 4.4.2.1.1
het uitr. - als zn-pd 4.4.2.1.1, 3; 3.5.8.3
het uitr. - als zn-pd (type wat een heerlijk weer) 3.3.2
het uitr. - als bwbn-pd 4.4.2.1.1, 2
zn-p-splitsing bij uitr. - 9.2.2.1.1
het uitr. - als ww-pd 4.4.2.1.1, 1
het uitr. - in het ww-p wat ben je weer royaal dat je niks meegebracht hebt 2.2.10.5.4
nevensch. vw's en ander verbindende -en 7.4vv
voegwoordelijke -en 1.2.2.7, 2d; 7.2.10
vra. - hoort bij twee woordsoorten 7.4.2
vra. - in een zn-, ‘zn-’, vn-, ‘vn’ - of een vn-bw-p dwingt dat patroon om Δ te zijn 2.3.1; 2.15.3.2.1; 2.15.4; 7.4.2
zn-p-splitsing bij vra. - 9.2.2.1.1
vra. - is uitg. in zinstype II 2.2.6.2, B
vra. - in vv-zin 2.13.2.2, A en Ba
vra. - is uitg. in dat-Δ 2.18.4.2, 5
samentrekking bij vra. - in bijzinnen 7.5.9.3
ook maar íémand in een zin met een vra. - 3.5.2.2.1, B
vra. - in verbindingen met immers, onbeklemtoond toch en onbeklemtoond zeker 2.2.10.4.3
bv bijzin met indir. vra. - 3.5.16.1.2
ond.-, lv- en vv-zin met indir. vra. - en met ook maar íémand 3.5.2.2.2, A1
indir. vra. - of betr. - zonder antecedent in het ond. ? 2.5.2.4, Bc
samentrekking in een zinsdeel achter voor-pv met inversie, vw of indirekt vra. of betr. -
| |
| |
vereist tegelijk samentrekking in genoemde woorden 7.5.8.1, 2
vra. - in het beperkte ww-p wie denk je dat er komt 7.4.2.1
zie ook vn, ‘vn’ en vn-bw
woorddeel
bv bep. bij - ? 2.18.11.2.3
‘bw’ bep. bij - ? 4.4.2.1.7
woordenboek 1.2
woordgrens
- is soms moeilijk aan te geven 1.2.1
woordgroep
- als ‘kern’ van zn-p 3.5.16
woordorde
rechte - 2.2.2, noot
woordsoorten
- en zinsdelen zijn allebei syntaktisch gefundeerd 3.5.19.9
woordvormingsleer 1.2.1
woordvormleer 1.2.1
word
- + vd (lvm) is een veronderstellende wijs 2.2.3.2, B2; 2.18.1
worden
- + beu/moe/zat1
4.4.1.3.1vv
- is in de bindvolgorde invoegbaar tussen kunnen/moeten en een vd 2.6.4, 2
- heeft wel een geb. wijs, maar niet in alle verbindingen 2.18.1, 4; 2.18.3.2.2
- /hebben/zijn als hulpww van het vd 2.6.2.4.1
het koppelww - 2.14, G
beperkingen in de niet-ww rest bij - in de pv-geb. wijs 2.2.4.2, B
vinden + hulpww-lv + niet-ww rest + - 2.14.2.5.5, 5c en 10
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + - + vd 2.14.2.5.5, 5c en 10
wringen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
ww
- 's van ‘beweging’ + deur in deur uit enz. 5.4.5, 1
- van ‘beweging’ met hebben en zijn als hulp-ww van het vd 2.6.2.2
imperfektief gebruikte - 's 2.14.1.5vv
door-bep. is uitg. bij imperfektief gebruikte - 's 2.6.2.6, A
definitie van onpers. - 2.5.2.7.4, A
onpers. - heeft geen geb. wijs, tenzij na hoor, kijk of voel 2.2.4.1, A; 2.18.3.2.3
onpers. - en pendanten + niet-ww rest (nat regenen bv.) 2.6.2.2
het (dat) doen als onpers. - 7.5.13.1.1
onpers. - kent geen verbinding met het type erg blij 2.15.1.1.1, D1 en 2
onpers. - + starre dat-zin 2.5.2.7.4, A6a
onpers. - + star zn-p 2.5.2.7.4, A6bα
onpers. - + minder beperkt ond.-achtig zn-p 2.5.2.7.4, A6bβ
onpers. en pers. - 's 2.18.3.2.3
overgankelijke - 's enz. met vv 2.13.2.1.4
scheidbare tegenover onscheidbare - 's 2.10.2.1.4; 2.19.2.2
scheidbare - 's bij aan het + ow en uit + ow 2.10vv
plaatsbeperking van scheidbaar deel van scheidbare - 's t.o.v. aan het + ow 2.10.2.3; 2.14.1.1.3
scheidbare - 's kennen enkele mogelijkheden bij onpers. gebruikte - 's 2.14.1.5.1, C
scheidbare - 's met vol- in verband met het type vol bloemen 2.14.7.1.1
eerste deel van scheidbare - 's is als niet-ww rest meestal deel van de eindgroep 2.19.2.2
verschil tussen az en eerste deel van scheidbare - 's 2.19.2.2
- 's enz. met vv-zin 2.13.2.1.5
wkd - 's en vv 2.13.2.1.4
wkd en niet-wkd - 's 2.17.2.4
het (dat) doen als wkd - 7.5.13.1.2
toevallig wkd - 's bestaan niet 3.5.19.4.2, A en B
zie ook hoofd- en hulpww
ww-indeling
- naar plaats in de zin 2.17.1
- naar verbondenheid met lv 2.17.2.2
- naar verbondenheid met niet-ww-rest, type zich 2.17.2.4
- naar verbondenheid met ond. of lv 2.17.2.3
- naar verbondenheid met andere ww's 2.17.2.1v
ww-p
abstrakt en konkreet - 2.2.1; 11
- met achter-pv 2.18.4, Ab; 2.18.4.1 t/m 2.18.10
- met achter-pv als lv 2.11.1.3, B
- met achter-pv als ond. 2.5.2.4, B
al + - met wat + op ... na (al wat je wilt op één ding na) 3.5.1.3.2, Aaγ
bvg kan geen - zijn 2.14.2.4.1
- als bw bep. als aanloop 2.19.4.3.3
- als bw bep. is zelden deel van de middengroep 2.15.7
- als ‘bw bep.’ 11.2.1.2.10, B1c
- als bwbn-pd 4.4.1.2.3, A
vn-bw + - als bwbn-pd 4.4.1.2.3vv
definitie - 1.2.2.6, 1
delen van - 2
- met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, B
indeling - naar binnenbouw 1.2.2.7; 2.2vv
indeling - naar buitenbouw 2.1v
konkreet en abstrakt - 2.2.1; 11
- als lv 2.11vv
- zonder ond. en pv is lv 2.11.1.3, C
- (met dat, om of wat) is ‘lv’ 4.4.1.3.1vv
- is ‘lv’ 11.2.1.2.10, B1a
- (met of, dat enz.) als deel van met als hoofdtema dat de vervuiler betaalt 3.11.2.2.3, F
- (met als enz.) als deel van met als het éven kan een heerlijk ontbijt op bed 3.11.2.1
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.3
- als mv 2.13.4.2
- (met wie) als ‘mv’ 4.4.1.2.2
- als bv nabep. 3.5.16.1vv
zie ook bv bijzin
nevenschikking tussen - 's 7.2
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.3
niet om te geníéten zo vervelend 2.18.11.1.4, A
niet te sníen zo taai 2.18.11.1.4, C
om te stélen zo lief 2.18.11.1.4, B
- als ond. 2.5.2.4
- (zonder ond. en pv) als ond. 2.5.2.4, C
- als ond. kan niet direkt achter de voor-pv staan 2.5.2.4, E
enkele zinsdelen als plaatskategorieën binnen het abstrakte - 2.19.6
we realiseren een - eendelig 2.5.1
tussen welke - 's is samentrekking mogelijk ? 7.5.6
- met voor-pv 2.2.2 t/m 2.2.8
- met realiseerbare voor-pv 2.2.6
- met realiseerbare voor-pv en bezetbaar Δ 2.2.8; 2.2.8.1; 2.2.9
- met voor-pv is lv 2.11.1.3, A
- met voor-pv is ond. 2.5.2.4, A
- als vv 2.13.2vv
- (met dat, of om) als ‘vv’ 4.4.1.1, A; 4.4.1.4, B
- als ‘vv’ 11.2.1.2.10, B1b
vzaz + - als bw bep. 2.13.4.2; 2.15.8
vzaz + - als bw bep. is aanloop 2.19.4.3.2
vzaz + - als bwbn-pd 4.4.1.2.3, A
vzaz + - als niet-ww rest 2.14.8
vzaz + - als vv 2.13.3; 2.13.4.1.1; 2.13.4.2
vzaz + - in de tweede helft van aan wie die ook denkt, niet aan wie hem dat gevraagd had 3.5.21.2.1, Bd
- in de tweede helft van wat er ook lag, niet wat ik gevraagd had 3.5.21.2.1, Bc
- als ww-pd 2.1, 1
voorkeurplaatsen van - als ww-pd 2.15.7
zinsdelen als plaatskategorieën in het abstrakte - 2.19.6
vergelijking tussen - en zn-p 11.1v
- als zn-pd 2.1, 2; 3.5.16
zie ook als-, om-, wie/wat- en zo ... als-zin
ww-pd (= zinsdeel)
bwbn-p als - 4.4vv
om-zin als - 2.18.11-1vv
indeling om-zinnen als - 2.18.11.1.10
td-p als - 2.15.2vv
vd-p als - 2.6.3
vol bloemen enz. als - 2.14.7vv
- 's in de tweede helft van wat ie ook vroeg, niet of we met hem mee gingen 3.5.21.2.1, Bc
ww-p als - 2.1, 1
- 's die een ww-p verbinden 7.4.3
ww-pp en - als kriteria voor zinstypologie 2.2.1.1
zn-p als - 2.5.2.3; 2.12.1.1v; 2.13.1vv; 2.14.2 t/m 2.14.4; 2.15.3
zichzelf als - beperkt de kern van een - 3.5.19.4.2, C
zichzelf als zn-pd-kern beperkt een - 3.5.19.4.2, D, E en F
parallellen tussen zn-pd's en - 3.5.16.11; 3.5.19.4.2; 11.2vv
ww-pd-kern
mekaar als - 3.5.19.4.3, C en G
zichzelf als - beperkt een - 3.5.19.4.2, C
zichzelf als zn-pd-kern beperkt een - 3.4.19.4.2, D, E en F
ww-pd-splitsing 9.2vv
ww-pd-stuk-splitsing 9.3
ww-p-indeling
- naar binnenbouw 2.2 t/m 2.2.11; 2.18 t/m 2.18.11.4.4
| |
| |
volledig schema van de - naar binnenbouw 2.18.4
- naar buitenbouw 2.1v
ww-pp's
groepen -, eerste overzicht 2.3vv
groepen -, tweede overzicht 2.19vv
de 4e - van de ww eindgroep i.v.m. de 2e - 2.2 1.1
- tegenover ww-pd's als kriteria voor zinstypologie 2.2.1.1
de 1e, 2e en 3e - i.v.m. zinstypologie 2.2.1.1
zie ook driehoekje en zinsplaats
ww-p-splitsing 9.2.2.1.3; 9.2.3.3
ww-vorm-beperking
- tussen hoofdzin en bv bijzin in de bw bep. de dag dat ik slaag(de) 2.15.3.1.1, A en E1a
- bij het type nauwelijks ... of ... 7.2.8.2
ww-vormen
- zijn meestal deel van de eindgroep 2.3.2; 2.17.2.1v
de reeksvormer niet ... maar ... bij - 10.2.2vv
ww-vormindeling
- naar plaats 2.17v; 2.17.2.1.1
- naar verbondenheid met andere zinsdelen 2.17.2vv
wij
betekenisleer van de oppositie - /we 3.5.19.4.1, E2
- tweeën (tw's) 3.5.19.4.1, F
- mannen (zn's) 3.5.19.4.l, E
Wijk, N. van 2.12.1.1.3, noot
wijs
aanv. - 12.11
beperkte - 2.2.3.2; 2.2.5.2
hoofdvormbeperking bij de beperkte - 2.16.5, A
beperkte - met aanloop 2.3.4.1.2, 1
immers is uitg. in de beperkte - 2.2.10.4, 3a en d
vragend toch is uitg. in de beperkte - 2.2.10.4, 3b en d
vragend zeker is uitg. in de beperkte - 2.2.10.4, 3c en d
beperkte - bij wie er ook belt 3.5.21.1.1, B
beperkte - kent niet het par.-loze me 2.12.1.1.1
beperkte - kent niet het mv bij te + bwbn enz. 2.12.1.1.2, A
beperkte - + pas 2.15.9.2.5
beperkte - + vergr. trap beinvloedt mogelijkheden van als-groep niet 4.4.2.4.2
beperkte - + bij het type nauwelijks ... of ... 7.2.8.3vv
betekenisleer van de -en 2.2.5.2
geb. - 2.2.3.2; 2.2.5.2
geb. - is uitg. bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, A
geb. - van bleek zien is uitg. 2.14.1.3.1
zie ook ow-geb. wijs en pv-geb. wijs
onbepaalde -, zie ow
onbeperkte - 2.2.3.2; 2.2.5.2
samentrekking tussen beperkte en onbeperkte - is uitg. 7.5.6
veronderstell. - 2.2.3.2, B2; 2.18.1
voorw. - 2.2.3.2; 2.2.5.2
voorw. - als ond. 2.5.2.4, Ac
voorw. - als lv 2.11.1.3, Ac
voorw. - is ond., lv of bw bep. 2.2.3.2, A
voorw. - met ook maar íémand als ond., lv en vv 3.5.2.2.2, A4
voorw. - met ook maar íémand 3.5.2.2.2, C5
voorw., wens. en pv-geb. - geven geen mogelijkheid bij kletsnat komen 2.14.1.1.1, A1
de bvg voor een prof is mogelijk bij een voorw. en een vra. - 2.14.2.6.10, A2a
vormleer van de -en 2.2.3vv
vra.- 2.2.3.2; 2.2.5.2; 2.2.10.4, 2; 2.2.10.5, 5b; 2.2.10.5.2
maar als zinsdeel is uitg. in de vra. - 2.2.3.2, A
vra. - en dubbelzinnigheid 7.1.2, A4, C, D en Ea
vra. - + dan, nog, nou of wel + hoeven 2.9.4.1, D
vra. - met ook maar íémand 3.5.2.2.1, C
vra. - met komen + niet-ww rest 2.14.1.1.1, A1
een ‘vv’ vereist soms een niet-woord, een onjuist-woord of een vra. - 4.4.1.1, A, slot
wens. - 2.2.3.2; 2.2.5.2
wens. - + onmisbaar zinsdeel maar 2.2.3.2, A en B1; 2.15.9.3.3
het zinsdeel gister is uitg. in de wens. - met hoofdww-pv 2.2.3.2, A en B1
vergelijking tussen wens. en pv-geb. - 2.2.3.2, C
in de wens. - van imperfektief gebruikte ww's is had(den) + vd mogelijk 2.14.1.5.1, B1
wijs
het zn-p van de - als bwbn (stell. trap) 4.4.2.2.3, D5; 3.5.19.3.1
wijven
het regent ouwe - 2.5.2.7.4, 6bα
*ijzelen
zie onpersoonlijke ww's
zaak
de - Jansen 3.5.16.9vv
zacht
dat bed ligt erg - 2.14.1.5.2, C1
zachtjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C1
zagen
in stukken - 2.14.2.6.1, E
Zajicek, J.2.8.6, noot
zaniken
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
zat
-
1
(‘beu’) en -
2
(‘dronken’) 4.4.1.3.4
-
1
+ ‘lv’ (?) 4.4.1.3.4
zat(en)
nadat + hoofdww-pv - 2.16.5.1.2, A1a
zaterdag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n vertrek 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
zaterdagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
zaterdags
(‘zn’) 3.5.19.5, A
ze ‘men’ 3.5.19.4.1, E4 en E8
zee
aan -, in -, naar -, over -, van - 2.15.3.2.2
zeg
ja - 10.5
nee - 10.5
zeggen
- als hoofdww in tussenstuk van als-groep 4.4.2.4.3, D1 en 2
zeker
onbeklemtoond - kan geen aanloop of Δ zijn 11.1.2.3.1v
kletsnat komen + onbeklemtoond - 2.14.1.1.1, A1
dat komt: hij is - de oudste is uitg. 2.14.1.1.6
nauwelijks ... of ... met onbeklemtoond - 7.2.8.3.1 enz., onderdeel 6a
plaatsen waarop onbeklemtoond - een zin vragend kan maken 2.2.10.4.3, 3c en d
onbeklemtoond - als enigste vraagaanduider is mogelijk in het type er is - iemand ziek dat je zo huilt 2.2.10.5.4
beklemtoond - + ‘vv’ met van 4.4.1.1
in - weten + van wel/van niet is - onmisbaar 7.5.9.2
zelden
- behalve2
3.5.1.2
- is wel bw maar geen bn 4.5.2.3
- + hoeven 2.9.4.1, A en E1
- meer 4.4.2.2.2, 3a
- tenzij2
3.5.1.4
- vormt met zeldzaam vrij zeker een aanvulling 4.4.2.2.3, A4
zeldener
hoe - + hoeven 2.9.4.1, E2
zeldzaam
- is bn maar in de niet-ww rest ook bw 4.5.2.3
- vormt met zelden vrij zeker een aanvulling 4.4.2.2.3, A4
zelf (staartbep.) 3.5.17.1
afgesplitst - 9.2.3.1, 4
overeenkomst tussen kopbep. en - 3.5.17.1
- kan in om-zin deel zijn van ond. 2.18.11; 2.18.11.4.1
- als woord en als woorddeel 3.5.19.4.2, A
zelfde 3.5.9
zelfnoemfunktie 7.2.5
definitie van - 2.5.2.5
- als lv 2.11.1.4; 2.14.2.3
- als ond. 2.5.2.5
- als lid van een zn-par. 3.5.15.2
zelfs
- als kopbep. 3.5.2
- ook maar íémand 3.5.2
zelfstandig
de begrippen - en bijvoeglijk in de klassieke spraakkunst 12.9
het die/dat-par., - gebruikt 3.5.8.3.9
het begrip - gebruikt 3.5.20vv
zelfstandigheid
graden van - bij zinnen 1.2.2.7, 2; 2.2.5.1; 7.2.2; 7.2.5; 7.5.1
zenuwen
hij heeft het erg op z'n - 2.14.1.2.1, B4b
zetten
- + lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
vol - 2.14.7.1.1
zich
het wkd. vn - 3.5.19.4; 3.5.19.4.1, A; 3.5.19.4.2
beperking van ond. of hulpww-kern als - zinsdeel is 2.5.2.7.5
volledig overzicht van de beperkingen van - als zinsdeel 2.18.11.1.6, I
| |
| |
volledig overzicht van de beperkingen van - 3.5.19.4.2
bij - hebben 3.5.19.4.2, B2b
beperkingen van - als deel van zinnen met het hulpww laten 2.18.11.1.6
- beperkt het hulpww-lv in zinnen met horen, voelen, zien of laten 2.5.2.7.5
naast - neerleggen 3.5.19.4.2, B2a
- als om-zinsdeel bij daadwoorden 2.18.11.2.1, D
- als zinsdeel beperkt de kern van ond. of hulpww-lv 2.5.2.7.5
- wijst als deel van zinstype II het ond. aan 2.2.6.2, A
- kan geen ond.-kern zijn 2.5.2.7.5, A1
- als deel van zin zonder horen enz. als hulpww heeft als plaats 2e stuk van begingroep 2.19.1.3, B1a
- en zichzelf als deel van zin met horen enz. als hulpww en met zn-p als lv hebben een plaats achter dat lv 2.19.1.3, B1b
tegen - in het harnas jagen 3.5.19.4.2
u hebt u/u hebt - 2.5.2.7.5, A1, noot
vaste uitdrukkingen met - 3.5.19.4.2, B1
vzaz + - 3.5.19.4.2
vzaz + - in met naast - een schrijfmachine 3.11.2.2.3, C
zie ook zichzelf
zichzelf 3.5.19.4.2
algemene regel voor de beperkingen bij - 3.5.19.4.2, K2, slot
- als bwbn-pd-kern beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, I
- in met - in de hoofdrol 3.11.2.2.2, A
nevenschikkingen met groepen met - 3.5.19.4.2, J
beperkingen bij - als - om-zinsdeel in verband met laten als om- en als hoofdzinsdeel 2.18.11.1.6
plaats van - als deel van zin zonder horen enz. als hulpww 2.19.1.3, B1a
plaats van - als deel van zin met horen enz. als hulpww 2.19.1.3, A1, noot
vzaz + - 3.5.19.4.2
- is bij wkd. ww's uitg. 3.5.19.4.2, A
- als ww-pd-kern beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, C
- als zn-pd-kern (type boek) beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, D
- als zn-pd-kern (type bestraffing (daadwoord)) beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, E
- als zn-pd-kern (type bestraffer (daderwoord)) beperkt een ww-pd-kern 3.5.19.4.2, F
- als zn-pd-kern (type bestraffing (daadwoord)) beperkt een kern binnen datzelfde zn-p 3.5.19.4.2, G
- als zn-pd-kern (type bestraffer (daderwoord)) beperkt een kern binnen datzelfde zn-p 3.5.19.4.2, H
beperkingen bij - als ww- en als zn-pd-kern 11.2.1.1.1, B
ziek
- + ‘vv’ met van 4.4.1.1
zien
- + hulpww-lv + aan het + ow 2.10.1, B; 2.10.3, B; 2.10.5
bleek - 2.14.1.3vv
er slecht uit - 2.14.1.3
het kan ernaar uit - aat ... 2.14.1.3
in zin met - + onpers. ww is het hulpww-lv beperkt tot het 2.5.2.7.4, A2
in zin met - + ow beperkt zich(zelf), mekaar en enz. als zinsdeel het hulpww-lv 2.5.2.7.5
kijken vormt misschien min of meer een aanvulling met - 2.8.7
- + lv + door-bep. + vd 2.6.2.7.3, C
in een om-zin met - + ow is een onpers. ww als deel mogelijk 2.5.2.7.4, A4
in een om-zin met - + ow is een onpers. ww als deel mogelijk 2.5.2.7.4, A4
- + ow 2.8; 2.8.3
- + te + ow 2.9.3
valenties van - 2.14.1.3
rood - van opwinding 4.4.1.4, A
- + lv + door-bep. + vd 2.6.2.7.3, C
zin
hij heeft het erg naar z'n - 2.14.1.2.1, B4b
graag of tegen z'n - 2.15.1.2.2
zin
vage definitie van - 2.1.1
de begrippen grote tegenover kleine - 2.3.4
nominale - 2.1.1
graden van zelfstandigheid bij de - 1.2.2.7; 7.5.1
zie ook ww-p, hoofdzin, bijzin, om-zin, als-zin enz.
zinsdeel
definitie van één - 1.2.2.1; 2.19.1.2.3
indeling van -en 2.4
‘onmisbare’ -en ontbreken in als-groepen 4.4.2.4.3, D; 4.4.2.4.1, B en C
‘onmisbare’ -en ontbreken in om-zinnen, zie schim-er, -waar, -lv en -mv
- en als plaatskategorieën in het abstrakte ww-p 2.19.6
in welke -en is samentrekking mogelijk ? 7.5.7
- en en woordsoorten hebben allebei een syntaktische basis 3.5.19.9
elementen tussen -en en zinsdeelstukken 7.5.13.1.8v
- tegenover zinsplaats als binnenbouw-kriterium voor de zinstypologie 2.2.2
zie ook ww-pd
zinsdeelstuk
- als aanloop 2.19.4, A2, B2, C2 en D2
afgesplitste -ken in de niet-ww eindgroep 2.19.2.2.2
- als uitloop 2.19.5
zinsplaats
abstrakt ww-p omvat o.a. maksimale reeks -en 11.1.1, AII
1e en 3e - als mogelijkheden van ond. 2.5.2.1vv
- tegenover zinsdeel als binnenbouw-kriterium van zinstypologie 2.2.2
zie ook ww-pp
zinstypologie
- naar binnenbouw 2.2 t/m 2.2.11; 2.18 t/m 2.18.11.4.4
schema van de - naar binnenbouw 2.18.4
- naar buitenbouw 2.1v
zinsdeel en zinsplaats als kriterium voor - 2.2.1.1
zitten
hebben + niet-ww rest + rond zn-p + - 2.8.6
- heeft als hoofdww geen pv-geb. wijs 2.18.3.2.4
- heeft als hoofdww geen verbinding met laten 2.18.3.2.4
- + imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5vv, vooral 2.14.1.5.2, B
- heeft in pv-geb. wijs bijna altijd een niet-ww rest nodig of niet enz. + le + ow 2.2.4, 6; 2.18.3.1, E
- kent hoogstens met een daarop volgend element uit de bindvolgorde een pv-geb.-wijs 2.2.4.2, A1 en 2
- heeft als hoofdww geen pv-geb. wijs 2.18.3.2.4
- + te + ow 2.7.2.1; 2.8; 2.9.2
- + vd of schijn-vd ? 2.6.4, 3
vinden + hulpww-lv + rond zn-p + - 2.14.2.5.5, 2
vol boeken - 2.14.7.1.1
vv in 'm - in ? 2.13.2.1.5
zonder jas - 10.8.1.1, A
zn 3.5.15.1vv
verwantschap tussen bep. hoofdtw en - 3.5.11.1, slot
het type vrijdagavond als ‘zn’ en als - 3.5.19.5.1, E
- 's van het type lopen, springen enz. 3.5.15.2.1
‘zn’
nevenschikking tussen - en de bw bep. de dag dat ik slaag enz. 2.15.3.1.1, A
- s kunnen geen-om-zin krijgen 2.18.11.2, B1
- s als ond.-kern (?) 3.5.19.5
- s van het type onder 5.4.4
- is versmelting binnen het zn-p 3.5.19.5
- s als vv-kern 3.5.19.5
het type vrijdagavond, maandagmiddag als - en als zn 3.5.19.5.1, E
zn en - 3.5.19.5; 3.5.19.5.1, E
zn-indeling 3.5.12.2
zn-p
aanloop-bw-bep. is plat - 2.19.4.3.1, B
aanloop -vv is plat - 2.13.1; 2.19.4.1.7
beperkt - als aanspreking 3.4.2
onbeperkt - als aanspreking 3.4.1
abstrakt - 3.5; 11
beperkte - 's 3.5.8.3.3; 3.10vv
plat - met als is bvg 2.14.2.2
plat - zonder als is bvg 2.14.2.3
plat - is bw bep. 2.15.2.1vv
rond - is bw bep. 2.15.3.2vv
- als bw bep. is aanloop 2.19.4.3.1
- als ‘bw bep.’ 4.4.1.4
vergelijking tussen - en bwbn-p 11.3
- als bwbn-pd 3.7; 4.4.1vv; 4.4.2.1.5
- en z'n delen 3
definitie - 1.2.2.6, 2
rond - (‘plaats’) op driehoekje maakt getalsond. mogelijk 2.5.2.3.1, B1b
rond - (‘plaats’) op driehoekje maakt lvm zonder ond. mogelijk 2.5.2.3.1, B2b
- met afgesplitst eindgroep-ook 7.4.4.2.2, A
- als voorbep. bij geleden 2.15.9.2
- als getalsond. is typisch middengroep-element 2.3.3, 3
- met par.-loos van als deel is getalsond. 2.5.2.3; 3.5.11.2.1, 2
- met par.-loos van als deel is lv 2.11.1.2
lv en plat mv in de middengroep hebben als onder- | |
| |
linge volgorde mv/lv 2.3.3, 1 en 2
lv en plat mv zijn typische middengroep-elementen 2.3.3, 1 en 2
- als ‘lv’ 4.4.1.3vv
een derde - binnen de groep met al die kinderen de hele dag om je heen 3.11.2.1
lv en plat mv zijn typische middengroep-elementen 2.3.3, 1 en 2
- als ‘mv’ 2.12.1.2.2; 4.4.1.2.2
nevenschikking tussen - 's 7.1vv
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.1
plat - zonder als is niet-ww rest 2.14.2.1; 3.5.19.3.1
plat - is niet-ww rest bij duren, kosten, wegen enz. 2.14.2.5vv
rond - is niet-ww rest 2.14.2.6vv
schijnrond - is niet-ww rest bij hoe kom jij ... 2.14.1.1.1, B2 en 3
plat - met als is nw deel 2.14.2.2
- als ond. 2.5.2.3
- als ond.: zie ook getalsond.
- binnen op ... na 3.5.1.3.1, A
splitsbaarheid van - 3.5.16, 1; 9.2.1.1vv; 9.2.3.1
- als uitloop-lv met nul-lv als verwijswoord in ww-p IVA, IVD (= ow-geb. wijs) en in de pv-geb. wijs 2.2.8.1
volgorde van plat - als mv en als lv in middengroep (mv/lv) 2.3.3, 1 en 2
die-woord als kern van plat - als aanloop krijgt soms dat als verwijswoord 2.14, G
die-woord als kern van plat - als uitloop krijgt soms het/dat als verwijswoord 2.14, G
vinden + bw bep. (rond -) 2.14.2.5.5, 1 en 10
vinden + bw bep. (rond -) + ow 2.14.2.5.5, 2 en 10
- als vv 2.13.1
- als ‘vv’ 4.4.1.1, B
- als vw-pd 3.9; 6.1.1.1
- als vzaz-pd 3.8; 5
- in de tweede helft van wie er ook belt, de timmerman niet 3.5.21.2.1, Ba
vergelijking tussen - en ww-p 11.2
binnenbouw van het - als ww-pd 3.5vv
- als ‘zelfstandige taaltuiting’ 3.3vv
- als zn-pd (nabep.) 3.6.2
- als zn-pd (voorbep.) 3.6.1
‘zn’-p
- als bw bep. 2.15.3vv
- is als ond. uitg. 2.5.2
- als vv 2.13.1.2; 2.13.4.2
zn-par.
- als ‘kern’ en als ‘antecedent’ 3.5.15.3
zn-pd
bwbn-p als - 4.5vv
genoeg ... om ... als - 2.18.11.3.3, C
nevenschikking met (en) ... en binnen - 's 7.1.3.1.1
om-zin als - 2.18.11.2
td-p als - 2.15.2vv
vd-p als - 2.6.3
vol bloemen als - (?) 2.14.7.2
ww-p als - 2.1, 2; 3.5.16
- dat ww-p in taalverband verbindt 7.4.2
parallellen tussen - en ww-pd 3.5.16.11; 3.5.19.4.2, G; 11.2vv
zichzelf als kern van een - (type boek) 3.5.19.4.2, D
zichzelf als kern van een - (type daadwoord) 3.5.19.4.2, E en G
zichzelf als kern van een - (type daderwoord) 3.5.19.4.2, F en H
zn-p als - 3.6vv
- dat zn-p als ww-pd verbindt, dat op één ww-pp kan of moet staan 7.4.1
zn-pd-kern
mekaar als - 3.5.19.4.3, D en G
zichzelf als - beperkt ww-pd-kern 3.5.19.4.2, E en F
zichzelf als - beperkt een kern binnen datzelfde zn-p 3.5.19.4.2, G en H
zn-pd-splitsing 9.4
zn-p-indeling
- naar binnenbouw 3.2vv
- naar buitenbouw 3.1
zn-p-splitsing 9.2.1.1; 9.2.3.1
- bij betr., uitr. of vra. woord 9.2.2.1.1
zo (aanw. ‘vn’) 3.5.19.5, B
absolute bwbn's kennen - ... mogelijk niet als bw bep. 4.4.2.1.7
absolute bwbn's kennen - ... dat en - ... als ... als bw bep. 4.4.2.1.7
aksentverschillen bij - 4.4v
- ... als bij stell. trap 4.4.2.1.6
- ... als als bep. bij absolute bwbn's 4.4.2.1.7
- ... (stell. trap) + dat ... 4.4.2.1.6
- ... (stell. trap) + dat ook maar íémand 3.5.2.2.2, E4
- goed als nieuw enz. 4.6.2
hoofdvormen bij (in) - ver (als), - goed als, - lang (als), voor - ver (als), - als + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A1
- iets goeds 4.9.1, B
(in) - ver (als) enz. + bijzins-pv + hoofdzins-pv 2.16.5.2.3, A1
- in het type dat komt: hij is overspannen 2.14.1.1.6
- vergemakkelijkt het type hoe komen jullie toch - vlug ? 2.14.1.1.1, B3
- ... mogelijk als bep. bij een stell. trap 4.4.2.2.3, B
absolute bwbn's kennen - ... mogelijk niet als bep. 4.4.2.1.7
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.4
niet - woord + - + stell. trap + of ... (hij was niet - goed of ie ...) 7.2.8.18.1
par.-loos - binnen eerste bijzinsplaats 4.4.4vv
- als voorbep. bij een stell. trap 4.4.2.1.6
om-zin met aan, naar of - + te + ow (- te zien) 2.18.11.1.7
- lang tot ... 4.4.2.1.6
lang tot ook maar íémand ... 3.5.2.2.2, E4
- als verwijswoord 2.19.4.3.1, D; 2.19.4.3.3, A5 en D
- als verwijswoord naar dir. rede 2.15.7.2; 2.13.5
- vriendelijk willen zijn om ... 2.18.11.3.1, A6a
- een en zo'n vormen een aanvulling 3.5.8.3.8
zo ... als-zin
- als bw bep. (zo groot als ie was kreeg ie straf) 4.4.4.1
- als lv 2.11.1.3, Bc
- als lv, ond. en vv 7.2.7.2.2
- in nevenschikking met of het nou regent of niet, met wie er ook belt en met een al-zin 7.2.7.2.2
- als ond. 2.5.2.4, Bd
- als vv 2.13.2.2, Bc
zoals 4.4.4.7
zoals-zin 4.4.4.7
- als bv bep. 3.5.16.1.5, B
- is geen tussenzin 7.2.10.1, C1
zodat-zin
- kan geen bv bep. zijn 3.5.16.1.5, A
- als bw bep. kan hoogstens uitloop zijn 2.15.7
zodra 4.4.4.6
zodra-zin
voor-pv in tweede helft van nevenschikking in - 2.18.9, B
- met ook maar íémand als bw bep. 3.5.2.2.2, C1
zoeken
iets te eten - 2.14.2.5.5, 8
zoetjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C1
zo gauw als-zin
- met ook maar íémand is bw bep. 3.5.2.2.2, C1
zo goed als-zin. 4.4.4.5
- kan geen bv bep. zijn 3.5.16.1.5, B
zo lang
- als verwijswoord na de bw bep. twee uur 2.15.3.1.3
zo lang-zin 4.4.4.3
- als bv bep. 3.5.16.1.5, B
enkel + - met hoeven 2.9.4.2, D4
voor-pv in tweede helft van nevenschikking in - 2.18.9, B
zomer
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n ziekte 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -s 2.15.3.1.3
zomin
- ... als ... bij zn-p is 7.1.10
zo'n
- en zo een vormen een aanvulling 3.5.8.3.8
-, zulk en zulke vormen een aanvulling 3.5.8.1v; 3.5.8.3.8
- /zulk/zulke als ‘bw’ voorbep. 4.5.1.2
- is uitg. in het ond. van zinstype II 2.2.6.2, C
zondag
de bw bep. de - dat ik tuis ben 2.15.3.1.1
de bw bep. de - van m'n vertrek 2.15.3.1.2
de bw bep. twee -en 2.15.3.1.3
zondagavond
de bw bep. vorige week - laat 3.5.19.5.1
zondags
het ‘zn’ - 3.5.19.5
zonder
- + hoeven 2.9.4.2, B1
het vw - in het niet-woord-p zónder meer 10.7.3
het vw - in een bv om-zin 2.18.11.2.1, C; 10.7.1, 3
het vw - in een ‘bw’ om-zin 10.7.1, 2
| |
| |
het vw - in een om-zin 2.16, 2; 10.7.1
nevenschikking tussen vw en vzaz - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.1; 3.11.1.4.3
nevenschikking tussen zn-p met (vzaz) - een vaas vol bloemen 2.14.7; 2.14.7.1.2
- in het type - zo'n horloge om z'n pols 3.11.2.2.1
- in het type - z'n nieuwe jas aan 5.4.2
het vzaz - 10.8
- jas (vzaz) als bw bep. 10.8.1.1, B; 10.8.2.1
- jas (vzaz) als bwbn-pd 10.8.3
niet - kunnen 5.4.1
- meer als niet-woord-p 4.4.2.2.2, 3a; 10.7.3
- jas (vzaz) als niet-ww rest 10.8.1.1, A
vzaz - + vn's 10.8.6.2
vzaz - kan geen vn-bw-pd zijn 3.5.19.9.1, A
vzaz - als vn-pd 10.8.1.2; 10.8.6.2
vzaz - + wat-zin 10.8.2.6
- jas (vzaz) als zn-pd 10.8.1.2
zonder dat 2.16, 2; 5.4.2; 10.7vv
- + hoeven 2.9.4.2, B1
zonder dat-zin
- als aanloop 2.19.4.3.3, A
nevenschikking tussen - en met een jas over z'n arm 3.11.1.4.3
zonder-zin
- als aanloop 2.19.4.3.3, D
- als bv bep. bij een daadwoord 2.18.11.2.1, A
zorgen
- kan vv-zin krijgen zonder vn-bw 2.13.2.1.1, 2
zoveel
- als zn-pd is een versmelting 3.5.19.3, B
zoveelste
- is een versmelting 3.5.19.3
zovelen
in - 3.5.17.3
met z'n - 3.5.17.4.1
zo ver-zin 4.4.4.4
-, in - en voor - als aanloop 2.19.4.3.3, E
zowel
- ... als ... bij vd's 2.6.1
- ... als ... bij ww-p's 7.2.7
- ... als ... bij zn-p's 7.1.10
zozeer
niet - als wel bij zn-p's 7.1.9
zuinigjes 4.4.2.2.3
- aan 4.4.2.2.3, F
iets - is uitg. 4.9.1, C1
zulk/zulke
- vormen een aanvulling 3.5.8.1v; 3.5.8.3.8
- als bv en ‘bw’ bep. 9.2.1.1.3, A
- als getals- en genusaanduiders 3.5.8.1; 3.5.15.2
- als getalsaanduiders bij stof-zn's e.d. 3.5.8.1
- in van - aardige poppetjes als getalsond. en lv 2.5.2.3.1; 2.5.2.3.2, E
-, zo en zo'n vergemakkelijken het type hoe komen jullie - goeie schakers 2.14.1.1.1, B3
- is uitg. in het ond. van zinstype II 2.2.6.2, C
zullen
- mist de geb. wijs 2.2.4, 5; 2.18.3.2.1
graag - 2.15.1.2.1, E
- bij imperfektief gebruikte ww's 2.14.1.5.1, B8
- + ow 2.8; 2.8.1
die rokken - vol knoopjes 2.14.2.6.6
ze - zo vriendelijk zijn om ... 2.18.11.3.1, A6a
zus
m'n - Sofie 3.5.16.8
broer en - van mekaar 11.2.1.2.4
zuster
- Jansen 3.5.16.8
Zwaan, F.L. 7.2.10.1, D; 7.2.10.2.1
zwaar
een kilo - 4.4.2.1.2
- ‘gewicht hebbend’ in hoe - enz. 4.4.2.2.3, G
- enz. als niet-ww rest (?) bij wegen 2.14.2.5.3, A
zwart
ze zien heel erg - 2.14.1.3vv
Zwarts, F. 2.9.4; 2.9.4.3
zij
- van hiernaast 3.5.19.4
zijkant
met aan de - een grote la als zn-pd 3.11.1.2vv
zijn
aan het - is uitg. 2.10.2.1.4
- + aan het + ow 2.10vv
vinden + lv + bwbn-p + - + aan het + ow 2.14.2.5.5, 5d en 10
- + aan het + ow in hoe - die boeken toch zo vochtig aan het komen 2.14.1.1.1, A4
- en hebben vormen een aanvulling als hulpww van het vd (bvm) 2.6.2.1
- + (als) of-zin 2.14.6.2.1, F
iets beu, kwijt, moe, zat1
- 4.4.1.3.1vv
in de bindvolgorde is te - invoegbaar tussen blijken, lijken, schijnen en het vd 2.6.4, 1
- + bwbn als niet-ww rest in tussenstuk van als-zin kan ond.-zin missen 4.4.2.4.3, 4
flauw -/flauw doen 2.14.2.4.2
het (dat) doen verwijst nooit naar hebben of - alleen of naar hebben of - + niet-ww rest 7.5.13.2.1v
vormen van - in de geb. wijs 2.2.3.1; 2.2.4, 5
hebben/ - en worden als hulpww van het vd 2.6.2.4.1
hebben en - als hulpww van het vd vormen een aanvulling 2.6.2.1
de keus tussen hebben en - als hulpww van twee of meer ow's 2.7.1
het - de dieren die het doen 12.10
hebben en - als hulpww van het vd 2.6.2.1
hebben en - als hulpww van twee of meer ow's 2.7.1
komen + te - + vd 2.14.1.1.4
hoe komen jullie zo ziek met nul-te + ow (te -) ? 2.14.1.1.5, B
het koppelww - 2.14, G
- als mogelijke nul-ow 2.14.2.5.5, 3c en 10
- als mogelijke nul-te + ow 2.14.1.1.5, B
- + ow + ow 2.7v
- + ow + te + ow 2.7.2vv
beperkingen in de niet-ww rest bij - in de pv-geb. wijs 2.2.4.2, B
- + te + ow 2.9; 2.9.1vv
- + uit + ow 2.10.4v
vinden + hulpww-lv + bwbn-p + - + aan het + ow 2.14.2.5.5, 5d en 10
vol boeken - 2.14.7.1.1
vv in - voor/ - tegen ? 2.13.2.1.5, noot
vv in het eens - over ? 2.13.2.1.5, noot
vzaz + ww-p als niet-ww rest enkel bij - als hoofdww 2.14.8, A en B
- tegenover wezen 2.7.1
zonder jas - 10.8.1.1, A
zijnde
weglating van - in een absolute konstruktie 12.2.1
zijne
het zelfst. bez. vn de/het - 3.5.19.7, 1
z'n
in - eentje, op - eentje 3.5.17.3
met - tweeën enz. 3.5.17.4
met een jas over - arm 3.11.1.1.1, A
genoeg op - gemak om ... 2.18.11.3.3, B3; 4.4.2.2.3, D
op - minst enz. als zn-pd 3.5.5
op - mooist enz. als ww-pd 4.4.2.2.1, A2 en B2b
(m'n) vader - is lid van het die/dat-par. 3.5.8.3; 3.5.8.3.2
(m'n) vader - boeken 3.5.8.3.2
- vaders boeken 3.5.8.3.3
vaste uitdrukkingen als - best doen, op - gemak enz., zie m'n en voeg eraan toe ‘en in sekse’
zie ook eigen (m'n -) en voeg eraan toe ‘en in sekse’
|
|