Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap(1996)–Gerrit Paape– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Inleiding 1. Over Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap en de autobiografie 2. Gerrit Paape (1752-1803) 3. Inleiding tot de ‘vrolijke wijsgeerte’ 4. De toestand van de wereld in 1792 en de autobiografie 5. De Leeuw en Krap, uitgevers van Mijne vrolijke wijsgeerte 6. Receptie 7. Verantwoording Mijne vrolijke wijsgeerte Mijne vrolijke wijsgeerte. Eerste brief. Verschillende soorten van wijsgeeren. Tweede brief. De wijsgeer, volgens den smaak van den schrijver. Derde brief. Poogingen, om de nuttige wijsgeerte zig eigen te maaken. Vierde brief. Geboorte en opvoeding van den schrijver, beneffens andere kleinigheeden. Vijfde brief. De schrijver leert een handwerk. Zonderling caracter van zijn vriend Thomas. Zesde brief. Wijsgeerige naarvolging. Verslag van de digtwerken, door den schrijver uitgegeeven. Zevende brief. Groote standsverwisselingen. Lijst der vertaalwerken van den schrijver. Agtste brief. Het begin der ballingschap van den schrijver. Zijn zwerven door Amsterdam. Zijn reis van daar naar Antwerpen. Negende brief. Komst van den schrijver te Antwerpen. Ontmoetingen aldaar. Verdere opgave der werken door hem uitgegeven. Tiende brief Algemeene gronden en regels der vrolijke wijsgeerte, ter regeling van des schrijvers volgend gedrag. Elfde brief. Verblijf van den schrijver te Antwerpen. Zijn besluit, om naar Brussel te verhuizen. Twaalfde brief. De schrijver komt te Brussel. Omwenteling aldaar. Hij vertrekt naar Duinkerken. Dertiende brief. Tegenwoordige levenswijze van den schrijver. Zijne genoegens en gerustheid. Bibliografische annotaties Reeks Egodocumenten