De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 3
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
[pagina 50]
| |
Heer! lo-ve den Heer! lo----
------ve, lo-ve den Heer! lo-ve den Heer! lo-ve den
Heer! lo------ve, lo-ve den Heer! wat dem heeft, wat
| |
[pagina 51]
| |
a-dem heeft, lo-ve, lo-ve den Heer! wat a-dem heeft, wat
a-dem heeft, love, lo--ve den Heer! Alles wat adem heeft, lo----
------ve den Heer! lo-------------ve
| |
[pagina 52]
| |
lo-ve den Heer! Hal - le - lu - jah! Hal - le - lu - jah!
|
|