De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 2
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
[pagina 17]
| |
2.Daar zoo velen moedloos treuren,
Wreed vervolgd door vuur en zwaard;
Mag het ons - wat heil! - gebeuren,
Steeds aan eigen disch en haard,
Al het goede te genieten,
Dat gestaag, met milde hand,
Uit uw schoot ons toe mag vlieten,
Rijk gezegend Nederland!
| |
3.Wat de dweepzucht ook moog' smalen, -
Hier op Hollands vrijen grond,
Spreidt verlichting hare stralen
Steeds weldadig in het rond;
Ja, waar elders 't vrij geweten
Zich in boeijen ziet gekneld:
Vrijheid, hier ten troon gezeten,
Gruwt voor zulk een snood geweld.
| |
4.Dat dan, wat er moog' gebeuren,
Steeds, geliefde vriendenrij,
't Zij het juichen moog' of treuren,
Nederland ons dierbaar zij!
Hier, hier schonk ons God het leven:
Streelt ons welvaart, liefde en rust!
Leert ons deugd en godsdienst streven
Naar des Hemels zaalge kust.
v. d. S.
|
|