De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 2(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Duet. No IV. (a) Wie, o Zangkunst schat uw waarde, Wie maalt'theil dat gij verspreidt? Gij schenkt ons reeds hier op aar-de Voorsmaak van de Zalig-heid, Veersmaak van de Za-lig-heid Laat, blij't zuiver' toonen treffen. Beuertlings ons Gods lofven-hoffen. Hal-le-lu-jah! Hal-le-lu-jah! Vorige Volgende