Dit is helemaal niet geestig
Men stelt voor:
‘Mijnheer X. Mijnheer Henchel.’
Mijnheer X. zegt: ‘Alzo, Voerman Henchel.’
Men vertelt deze geschiedenis aan Mevrouw Z. Mevrouw Z zegt: ‘Ik vind dat helemaal niet geestig. Er is volstrekt geen pointe. Indien die mijnheer Henchel mijnheer Henschel ware geweest, dan ja zou ik het nog als een - laat mij toe dadelik te zeggen: zwak - aardigheidje hebben kunnen begrijpen. Maar nu: Mijnheer Henchel. En dan die andere, die zegt: Voerman Henchel.’
Madame, l'esprit s'en va.