Gedichten(1935)–Paul van Ostaijen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Mijn ogen Mijn ogen zijn omfloersde tamboerijnen al roert de hand daarbuiten luide de huid hun klank in zich gekeerd blijft dof Mijn ogen zijn omfloersde tamboerijnen maar heb daarmee geen medelijden Vorige Volgende