Gedichten(1935)–Paul van Ostaijen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Vers 2 Aftobben uitmergelen wat blijft wat vergaat rhythme van kamp en fletszijn ben ik ten einde van deze worsteling ik weet zo is 't begin mijn God zijt Gij een Heer ben ik een Heer de bar dansen homo's tot leven lesbisch lui-zijn blootheid van mijn borst koets rijdt dwars door mij vrouw lachen de wondere geilheid van haar canaque-zijde knieën het wilde snijden van haar sikkelbeen in mijn begeerte Destinée hésitation valse is dit het rhythme van mijn ganse gaan en plots verstard staan daarin de homo's dansen flets gebaar drift doorheen mijn flauwe dagen canaque-zijde sikkelbeen Als epitafe een gramofoon Destinée hésitation valse te midden zwakke blaren Laat mij huiswaarts gaan in zwakke wroeging dat ik u liet gaan Vorige Volgende