Kinderlust en kinderleed(1883)–W.F. Oostveen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Zomerdag. Het koeltje suist, het graanveld ruischt, De zon bestrooit met goud Het oevergras, den waterplas En 't ritslend loof van 't woud. Nu spelen wij, zoo vrij en blij En buitlen door het groen. Weg al 't verdriet! Ons vroolijk lied Weergalmt door 't schoon plantsoen. Vorige Volgende