Het jonge volkje(1868)– oom Bastiaan– Auteursrechtvrijbeelden uit het kinderleven Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Pronkstertje. Wat heeft ze zich weêr zwierig En kleurig opgeschikt, En telkens, voor den spiegel, Gepast en losgestrikt! - Zijn pronk en praal, mijn Liesje! Alléén uw hartewensch, Dan mint gij wel de modes, Maar u bemint geen mensch. Vorige Volgende