Appendix XXVIII
(1)
's-Gravenhage, 28 december 1962
WelEdelGestrenge Heer,
In het bezit van Uw schrijven d.d. 21 dezer en uiteraard volstrekt billijkend Uw verzoek om inlichtingen inzake de klacht van de heer Oltmans, moge ik U mededelen, dat mij niet echt duidelijk is waarover de heer Oltmans zich kon beklagen. Hij kan n.l. zijn journalistieke arbeid in de Verenigde Staten uitoefenen zonder enige verklaring van de Nederlandse Ambassade. De beweringen van de heer Oltmans aan U, als weergegeven in Uw brief, zijn derhalve onjuist. Zo is bijvoorbeeld de toegang tot het State Department niet afhankelijk van de verklaring van de Nederlandse Ambassade en is de kaart van de New Yorkse politie alleen vereist voor het paseeren van politiecordons bij brand en ongelukken.
Gelooft U mij, met gevoelens van bijzondere hoogachting,
(Mr J.M.A.H Luns)
Minister van Buitenlandse Zaken
De WelEdelGestrenge Heer
De Heer Mr A.E. van Rantwijk,
Secretaris,
Federatie Nederlandse Journalisten,
Keizersgracht 339,
AMSTERDAM.
| |
(2)
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
's-GRAVENHAGE
Het Bestuur van de Federatie
van Nederlandse Journalisten
Keizersgracht 339
Amsterdam.
Directie/Afdeling: Algemene Zaken
Onderwerp: Zaak Oltmans
Datum: 28 januari 1964
Kenmerk: DAZ/DVB 9555.
Met verwijzing naar Uw schrijven ven 20 december 1963, no. vR/dH 1736, betreffende do kwestie Oltmans, heb ik de een U mede te delen, dat ik door tussenkomst van Hr.Ms. Ambassadeur te Washington opdracht heb gegeven aan de heer Stricker een brief te richten van de volgende inhoud:
The Netherlands Information Service, a Government agency of the Netherlands, hereby states that according to information received from the ‘Federatie van Nederlandse Journalisten’, Mr. W.J. Oltmans is a U.S. correspondent of ‘De Typhoon’, ‘De Delftsche Courant’ and the newspapers of the ‘Noorderpers’ and derives the principle part of his earnings from his journalistic activities’.
Gezien de door Uw Federatie verstrekte verklaring ben ik voorts voornemens binnenkort, onder intrekking van de oude, de heer Oltmans bekende, instructie, een instructie te doen uitgaan aan alle Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland, dat de heer Oltmans in aanmerking komt voor normale faciliteiten welke aan alle Nederlandse journalisten worden verstrekt.
Deze instructie zal evenwel eerst kunnen uitgaan, nadat het thans plaatsvindend overleg tussen de Landsadvocaat en de advocaat van de heer Oltmans zal hebben-uitgewezen dat er geen sprake meer is van het aanhangig maken van een kort geding.
DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,
|
|