Appendix XIX
Aan Hare Majesteit de Koningin Soestdijk
Amsterdam, 22 Juni 1971
Mevrouw,
Nu U op het punt staat een staatsbezoek aan Indonesië te brengen, gevoelen wij de noodzaak, U onze volstrekte afwijzing van dat voornemen kenbaar te maken. Uw bovenpartijdige positie als staatshoofd van ons land verbiedt naar onze stellige mening ook, dat U door Uw aanwezigheid in Indonesië partij kiest voor het bewind aldaar.
Massamoord op honderdduizenden burgers, verkrachting van de Rechten van de Mens razzia's, schijnverkiezingen, concentratiekampen en vuurpelotons kenmerken de tirannie van het generaalsregime dat U zal ontvangen en welke tirannie geen Nederlander onverschillig kan laten.
Wanneer Uw voorgenomen bezoek ten doel mocht hebben, de sinds september 1965 verbeterde en uitgebreide economische betrekkingen met dit Indonesië te bekronen, dan mogen wij U erop wijzen, dat de tot dusverre gevolgde investeringspolitiek, ook van Uw regering, plus de financiële injecties der zogenaamde donorlanden, weliswaar ogenschijnlijk tot grotere economische bedrijvigheid in Indonesië hebben geleid, maar het eigen bevolkingsaandeel daarbij praktisch hebben lamgelegd, en tegelijkertijd de corruptie onder de regerende legerleiding tot ongekende omvang hebben doen groeien. Dit heeft mede tot massale werkeloosheid en steeds ernstiger tekorten aan primaire levensbehoeften geleid.
Onder de huidige mensonterende omstandigheden in Indonesië kan een officieel bezoek als het Uwe namens het Nederlandse volk niet worden afgedaan met de drogreden als zou het slechts een diplomatieke formaliteit zijn. Integendeel: Uw komst en verblijf in Indonesië zullen een slag in het gezicht zijn van de miljoenen Indonesiërs die de zaak van de vrijheid, de democratie en de menselijkheid tegen dit generaalsregime verdedigen. Uw bezoek zou bovendien een precedent scheppen voor een andere opvatting van het koningschap dan welke tot dusverre in Uw houding tot uitdrukking is gekomen.
Het is niet ons getal, noch ons persoonlijk belang, noch de politieke of sociale betekenis van onze groep, die het gewicht van deze brief uitmaken. Het is onze betrokkenheid bij Uw optreden namens ons volk en onze diepe bewogenheid omtrent het lot van het Indonesische volk, die ons tot het schrijven van deze brief hebben gebracht. Wij spreken de vaste overtuiging uit, dat U op grond van onze hierboven uiteengezette overwegingen alsnog van Uw reis zult afzien.
Met verschuldigde eerbied, |
Joris van den Berg, Amsterdam |
Harry van den Bergh, Amstelveen |
Dr. M.H. Bolkestein, Zeist |
Rob van Gennep, Amsterdam |
Jaap Jansen, Amsterdam |
Prof. dr. Fr. de Jong Edz., Amsterdam |
Dr. A. van Kammen, Wageningen |
Jan Kassies, Amsterdam |
Pater J. van Kilsdonk s.j. Amsterdam |
Wim Klinkenberg, Amsterdam |
Hans Kombrink, Amsterdam |
Ds. H. Kroon, Amsterdam |
Constant Nieuwenhuys, Amsterdam |
Willem L. Oltmans, Amsterdam |
Miklos Rácz, Zaandam |
Dr. A. Romein-Verschoor, Laren |
Dr. K. Roskam, Roelofarendsveen |
Prof. dr. K. Strijd, Amsterdam |
Dr. V.E. van Vriesland, Amsterdam |
Edo de Waard, Amsterdam |
Prof. dr. W.F. Wertheim |