Inleiding
Het in deel II opgenomen materiaal omvat de volledige door Uilkema bijeengebrachte collectie documentaire tekeningen van boerderijcomplexen of onderdelen daarvan.
Van ieder van deze in totaal 388 documentaties is hier het volledige veldwerk, de uitgewerkte lijntekening en één of meer foto's opgenomen. De overige bij de opmetingen behorende foto's staan afgedrukt in deel I; op dit punt is hier niet naar volledigheid gestreefd om onnodige verdubbeling te voorkomen. De opgenomen foto's geven een zo volledig mogelijk overzichtsbeeld van het betreffende complex. Wat de overige afbeeldingen betreft is er naar gestreefd de veldwerktekeningen zo groot mogelijk weer te geven met het oog op de leesbaarheid van de vele hierin opgenomen aantekeningen. Het onderlinge verschil in afmetingen van de originele tekeningbladen maakt dat deze dientengevolge sterk van schaal verschillen. Alleen de wetenschap dat de tekeningen door Uilkema op millimeterpapier op een schaal 1:100 werden getekend maakt het mogelijk om (door het tellen van de ruitjes) een indicatie te krijgen van de werkelijke afmetingen van de boerderij. Om de omvang van de verschillende complexen echter ook op eenvoudiger wijze te kunnen vergelijken zijn de uitgewerkte lijntekeningen alle op dezelfde schaal (1:400) afgedrukt, wat een soms buitengewoon verrassend en zeer instructief beeld oplevert. De keuze van de schaal, die in de meeste gevallen een verkleining van het origineel met factor vier inhoudt, werd bepaald door het feit dat ook de omvangrijkste complexen nog binnen de bladspiegel moesten passen. Kleinere boerderijen, keuterijtjes en plaggenhutten worden op deze schaal onvermijdelijk vrijwel tot postzegelformaat gereduceerd. In die gevallen waar dit tot een onaanvaardbaar verlies aan informatie dreigde te leiden is daarom naast de standaardopname van 1:400 dezelfde tekening ook nog eens op een grotere schaal afgedrukt.
Naast de afgebeelde documentatie is per boerderij een korte begeleidende tekst opgenomen. Hierin wordt iedere boerderij afzonderlijk beschreven om de plattegrondtekeningen, waarin alle functie-aanduidingen ontbreken, ook voor de niet bouwkundig geschoolde lezer toegankelijk te maken. Op basis van de door Uilkema gemaakte aantekeningen en beschrijvingen wordt zowel nader ingegaan op de indeling van de gebouwen en het gebruik van de verschillende ruimten als op de toegepaste constructie en eventuele eigenaardigheden van de afgebeelde boerderij. Waar het veldwerk dergelijke gegevens bevatte wordt in de tekst tevens melding gemaakt van bouwsporen en hun relatie tot de geschiedenis van het afgebeelde object, alsmede van de door Uilkema aangehouden datering. Waar mogelijk wordt tevens nader ingegaan op de betekenis van het betreffende object voor zijn onderzoek en de voornaamste conclusies die hij hieraan ontleende. Bij al deze gegevens, die grotendeels aan Uilkema's aantekeningen, conceptteksten en publikaties werden ontleend, is regelmatig gebruik gemaakt van citaten uit zijn werk, die cursief zijn afgedrukt om ze duidelijk te onderscheiden van de overige tekst. Bij gebruik van streektermen zijn hierin, waar nodig, verklarende begrippen tussen haakjes en niet-gecursiveerd opgenomen.
Naast een samenvatting van de door Uilkema vermelde gegevens bevatten de beschrijvingen meestal ook het een en ander over de plaats van de betreffende boerderijvorm in de huidige typologie, het ontwikkelingsstadium dat hierin is vastgelegd en het al dan niet typische karakter van de afgebeelde huisvorm in vergelijking met de traditionele streekvormen. Voor deze laatste aspecten werd aanvullend materiaal geraadpleegd in de vorm van vakliteratuur of vergelijkbare documentaties uit het archief van de SHBO. De achtereenvolgende beschrijvingen zijn zo opgebouwd, dat zij de lezer geleidelijk invoeren in de kenmerkende indelings- en constructieprincipes van de verschillende gebieden en in de begrippen die een rol spelen in het historisch boerderij-onderzoek. De eerste beschrijvingen van de diverse boerderij-gebieden zijn daardoor over het algemeen uitgebreider dan die van de later verrichte opmetingen, bijzondere objecten daargelaten.
Ten behoeve van de naslagmogelijkheid bij de tekst van deel I zijn de opmetingen hier in numerieke volgorde afgebeeld, wat tot gevolg heeft dat de verschil-