Verzen uit oorlogstijd (1914-'19)(1919)–Karel van den Oever– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Ijdelheid. Voor het Album van Truusje Horsman. ‘Et rose elle a vécu ce que vivent les roses, l'espace d'un matin.’ (de Malherbe.) Wij wandlen een poos over de aarde, een oogenblik slechts, een kleine stond; we gaan door de ‘levensgaarde’ en blijven een korten tijd ‘gezond’ we slapen, we praten en eten, och, alles slechts een kleine wijl; 't is gauw weer verdwenen, vergeten.. Is 't leven geen snellende pijl? Ei, straks was het klein knaapje jarig: 't was de tuinman die bloemen gaf. Helaas, hoe is die vreugd voorbarig: 't zijn bloemen op het jonge graf.. Hoor onder die boomen de zuchten en zoenen van 't jonge, lieve paar; helaas, in het leven zijn kluchten! Zij stierven vóór 't einde nog van 't jaar.. We leven op aard slechts een schijntje. Weet gij wie het beteren zal? God houdt ons aan 't eeuwige lijntje. Zoo raken de paarden op stal. Vorige Volgende