Stoute kinderen voor zoete kinderen
(1860)–J. Norweb– Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
[pagina 15]
| |
'k Geloof dat Ma hem iets bestelt! -
Och, stond de deur maar op een reetje,...
Ik stilde mijn nieuwsgierigheid,
Al was het dan maar nog zoo'n beetje;
Maar ze is gesloten tot mijn spijt.’ -
Zóó sprak die stoute luistervink
Geleund aan 't sleutelgat,....
Maar eensklaps kruipt hem iets in 't oor!
Hij gilt: ‘O wee! wat 's dat?’...
Hij schreeuwt het uit van angst en schrik,
En op het eigen oogenblik,
Rukt Ma de deur weêr open...
‘Wat is het Hein?
Zeg, heb je pijn
Of, stondt ge weêr te luistren?’..
| |
[pagina 18]
| |
Hij gilt: ‘Och ja! maar lieve Ma,
Een beest is in mijn oor gekropen!...
Het rommelt en het bommelt
Zoo vreeslijk in mijn oor,
Het ruizelt en het suizelt
En kietelt altijd door!
Het kriebelt en het krabbelt...
O! 't is zoo'n naar geluid!
Het knibbelt en het knabbelt!...
Och! haal het er toch uit!’
| |
[pagina 19]
| |
‘Ik kan je heusch niet helpen,
Al hebt ge nog zoo'n pijn;
Maar,... Mietje, loop gaauw henen
En haal den chirurgijn!’
Gaauw komt hij aangereden
En, met een groote spuit,
Gevuld met melk en water,
Spoelt hij een spin er uit!...
| |
[pagina 22]
| |
‘Ik zal u niet meer straffen’
Sprak Maatje toen;
‘Ge hebt genoeg geleden,
Maar,... zult ge 't nooit weêr doen?’...
‘Och neen!’ zoo snikte Heintje,
‘Vergeef mij dezen keer,
'k Beloof u, heel mijn leven
Ben 'k nooit nieuwsgierig meer.’ -
|
|