Cupidoos gesmeede Grendel-Slot, Passende achter den Sin-rijcken Minne-Spiegel van den Reen-rijcken Poëet P. Nootmans, tot in-geschreven Lofs-versekeringe, en uyt-sluytinge der Berispinge.
Ghy Lievers van de Konst, en sinne-rijcke Geesten,
Die u Gedachten smeet op 'taenbeelt uws Verstandt,
En çierlijck çiert u Tael van 't oudt Bataefsche Landt:
Siet wie dees Grendel smeet! Een die den alder-meesten
Van al de Goden dwingt, tot droeff en blijde Feesten
Dien segh ick, die soo rap den Hamer neemt in handt
Selfs vanden mancken Smit, die Hemel-tergigh brandt
Met Brontes stadigh aen, en and're grove beesten:
Een Grendel-Slot, waer mee nu desen blinden Godt
Dees Minne-Spiegel sluyt door 'tMoeders lief gebodt;
Op dat den lichten Moom, (die alle redens-krachten
Begrimt, en boos van aerdt, met spotternyen loont)
Dees Spiegel-Stichters Eer niet steel; maer blijf gekroont,