Jeugdige minne-spiegel
(1634)–Pieter Nootmans– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |
Stemme: Segh Rosamonde, schoone Godinne.Alle de Starren
Van 'sHemels-Zalen,
Son, en de Maen, ja selfs den Al,
Schijnen t'ontwarren
Al 'tonlucks-dwalen,
Wat op u is, of wesen sal,
Om dat ghy zijt, door d'allerdingen Vader,
Zieligh nu te gader
t'Saem' geschakelt Een;
Dies sal de Bron van alle voorspoeds-Ader
U oock wesen nader;
Mits ghy zijt getreen
Op eenheyds-padt, een wel-gesegent heyl,
Schuwend' lusts-top (door vele sonden) steyl.
2.
Boven de golven,
Spijt Zees-begieren,
Steeckt Thetis en Neptuyn sijn hooft,
| |
[pagina 122]
| |
Beyren, en Wolvn,
En Tygers tieren,
Mits Orpheus oock dees Bruyloft looft,
Alle de Goon, de Satyrs, en Najaden,
Lauwer-rijcke bladen
Vlechten tot u loon.
Diana mee verlaet haer koeligh baden,
'tSchijnt sy zijn beraden
Om u Echtens-kroon
Kransen te saem, met menigh keurigh Liedt,
Om dat ghy dus u vreugde nu geniet.
3.
Ach! wat voor lusten
Sal het noch wesen
Als yder siet uyt 'tgrommigh Kroos,
Na wijligh rusten
Hoogh op-geresen
Een wel so braef ontloken Roos,
Die Pallas sal met hare Wijsheyds-Reden
Stadigh soo bekleeden
Door de deugdt alleen,
Dat yder mensch met my sal seggen mede,
Ach! hoe wel besneden
Is dit been van been;
Dies ick u wensch de hooghste Zielens-vreugt,
Die ghy voor u, en d'uwe wenschen meugt.
Een of Geen. |
|