Jeugdige minne-spiegel(1634)–Pieter Nootmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Loff-Liedt op het in-komen van sijn Excell. Fredrick Henrick Prince van Oranjen, binnen den Hage, na de Over-winninge van 'sHertogen-Bossch, 1629. Sult ghy Batavieren, Bralligh uyt het Veldt, Nu niet gaen laurieren V Nassauschen Heldt? Die door wapen-Daden, Die sijn Fama singt Voor des Hemels-paden, En de wolcken dringt˙ Die door de noodt Vws vryheyds-leven, Sigh inde doodt Soo graegh wil geven Al waer hy noch soo wreedelijck om-ringt. [pagina 112] [p. 112] 2. Denck wat voor een glory Kranssen moet sijn Hooft, Die door een Victory 'sVyands glans ontrooft, En door 'tkloeck aen-leyden Sijns Soldatens macht Niet soo licht wou scheyden Wt het veldt onsacht, Voor dat hy sou Dees Maegt vermetel, Maecken een Vrou Sijns Glory-Setel, Door hem wel braeff, jae mannelijck verkracht. 3. Ach! hoe menigh Borger Sal van harten graegh Desen Lands-Besorger Halen in den Haegh: Als sy door het swieren Haers schoon' wimpels-vaen, Desen Heldt laurieren, En rond-omme gaen: Als het geschal Der Krijgs-trompetten, En het gebral Van haer musquetten Donderigh sal dwers door den Hemel slaen. 4. Prince die den Hemel Door u kracht bestierdt, En het aerdsch gewemel Door u Alheydt vierdt Maeck dat 'k ons Beschermer Tot den laetsten dagh, In geschriftens-marmer Waerdigh roemen magh; [pagina 113] [p. 113] Op dat ick hem Magh tot sijn eere Met mijne stem Gestaegs vermeeren, Die nimmer oogh in 'swerelts krits ontsagh. Een of Geen. Vorige Volgende