[Deel III: Verklarende aantekeningen]
Inleiding
Doel van deze aantekeningen is een toelichting te brengen, zowel bij het geheel der PW als bij elk vel afzonderlijk. De volgorde der behandeling van de aparte bladen is dan ook die van de definitieve versie als uiteengezet in de Analytische bibliografie en gepubliceerd in deel II. Waar de gelegenheid zich voordoet wordt stelselmatig verwezen naar verwante motieven of parallelle behandelingen in andere vellen. Deze verwijzingen beperken zich niet tot een nasporing binnen de PW, maar eveneens is, in de mate van het mogelijke, met het overige werk van de dichter rekening gehouden. De aldus nagestreefde synchronisatie belet niet dat in deze aantekeningen de aandacht toegespitst wordt op elk vel der PW als afzonderlijk bestaande entiteit. Hierbij komen achtereenvolgens steeds Ontstaan, Inhoud, Bronnen en Verklarende Aantekeningen ter sprake.
De rubriek Ontstaan stelt telkens opnieuw de vraag naar het waarom van het vel in kwestie: waren er welbepaalde redenen om deze publikatie op dat tijdstip en in de huidige samenstelling uit te geven (castro)? Heeft dit geheel een welbepaalde functie binnen het geheel der PW (feytens) of blijkt het een eerder toevallige disparate verzameling lofdichten te zijn (maes)? In hoeverre getuigt het bestaande resultaat van haast (deybarra) of bedachtzaamheid (etten) bij de samenstelling ervan? Bepaalt de identiteit der aangezochte mecenen de presentatie van bepaalde vellen (bejar, fuentes)?
De Inhoud beoogt een overzicht te geven van de opgenomen gedichten. Het voorkomen van stukken in andere talen dan het Nederlands evenals het uiterst verbrokkeld karakter van sommige vellen PW verantwoorden het voorhanden zijn van deze rubriek. Van Nederlandse en Franse bijdragen wordt enkel de kern overgehouden; stukken in andere talen (vooral Latijn, soms Italiaans of Spaans) vindt men, indien noodzakelijk geoordeeld, uitvoeriger geparafraseerd. Voor deze behandeling komen enkel oorspronkelijke - of ten minste als zodanig voorgestelde - bijdragen in aanmerking, wat in concreto betekent dat citaten en commentaren niet opgenomen zijn in dit overzicht.
De Bronnen worden beperkt tot een lijst van titels, en dit in functie van de grootst mogelijke overzichtelijkheid ten aanzien van deze belangrijke materie. Over de mate waarin uit de bronnen in de Verklarende Aantekeningen geciteerd wordt, zie men de desbetreffende paragraaf aldaar. Bij het opstellen van de bronnenlijst is binnen de PW strikt chronologisch te werk gegaan. Aangezien dit zelfde principe niet toegepast is bij het vastleggen van de definitieve versie (zie I, 205), zijn discrepanties met de huidige opeenvolging onvermijdelijk: farneze (1592), dat dienst gedaan heeft als bron voor inkoomste (1594), is uiteindelijk erna geplaatst. In de bronnenlijst van inkoomste wordt de lezer dan ook voor verdere bronnen verwezen naar farneze, een vel dat in de huidige editie pas naderhand verklaard wordt.
De Varianten omvatten de wijzigingen in Van der Noots eigen teksten tegenover vroegere versies hiervan. Loutere spellingvarianten worden niet opgenomen, maar wel vindt men de meest relevante gevallen aangestipt en geïnterpreteerd.
De Verklarende Aantekeningen brengen in de eerste plaats de eigenlijke tekstverklaring. Voor het Nederlands wordt achtereenvolgens een beroep gedaan op WNT, MNW, RG, Kil., VD en het idioticon van Cornelissen-Vervliet. Onder de anderstalige teksten zijn enkel de Franse en Duitse versies verklaard, en dit aan de hand respectievelijk van Huguet, Littré en Godefroy en van DW. De Italiaanse en Spaanse teksten worden slechts gecommentarieerd bij eventuele afwijkingen tegenover hun Franse voorbeeld.
Wanneer de omschrijvingen in de woordenboeken zeer precies toepasselijk zijn op de thans verklaarde tekst, dan worden die geciteerd tussen aanhalingstekens.