Liefdes verklaringen(1991)–Leonard Nolens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] De naamloze tuin Het luidende hart van de zondagse stad heeft ons langzaam verlaten. Er wacht ons een grondige reis, de eerste die wij moeten maken. De nachttrein is schokkend vertrokken, haar grote gezicht licht al op In mijn handen, het schommelt en rust als een lievelingsdood in mijn schoot. Ik moet het voorzichtig bewaren, het is nog mijn enige hier. In het donkere raam ligt haar slaap bij de sterren geschreven. Ik neurie de durende vlakte. Tussen de bonkende wielen Liggen haar dromen en ik bij elkaar voor het leven gebroken Te zwijgen van liefde, een mogelijk ginder, een komende einder. Wie geeft ons dat heldere afscheid, een zuidelijk dorp waar het zwerven Zich neer kan laten op een laatste bank, bij de piepende poort Van de naamloze tuin die ons traag overgroeit met een klokhuis van licht. Vorige Volgende