Liefdes verklaringen(1991)–Leonard Nolens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Krop Ze staat bij het raam in de diepte Te staren en wijst naar de mensen, Ze zegt het alweer en alweer: Het leven is niets, het is niets. Hoor toch hoe flemend dat klinkt Als ze fluistert en kreunt, met die wellust, Het leven is niets, het is niets. Het zwelt haar de mond uit, een lofzang Op onze vergeefsheid, ze stelt me De dood in een duidelijk daglicht, Het leven is niets, het is niets. En ik ga al, ik raap haar weer op Uit die diepte en draag haar naar bed En druk me weer tegen haar aan. Ik ruk haar gezicht naar me toe En lik en slik al haar tranen. Ik eet haar zo gulzig de krop Uit de keel dat zij snikt diep in mij. Vorige Volgende