Van de Italianen.
ITalien, een voedster van die machtige Monarchy der Roomsche Keyseren, is hedendaeghs in veel particuliere regeringen en Republijcken gescheyden: De eerste en voornaemste regeringe is die van den Roomschen Paus, over Romen, en het Kerckelijcke gebiet; De tweede is die van den Koningh van Spangien over Mylaen, Napels, en Sicilien; De derde is die van den grooten Hartogh van Florencen, gebiedende over Florencen, Pisa, Volaterra, Calora, Livornen, &c. Behalven dese munten uyt de Hertogen, Vorsten, en Marckgraven van Parma, Mantua, Ferrara, &c. De voornaemste Republijcken zijn die van Venetien en Genua.
De Italianen zijn afkomstigh van de Trojanen en Longobarden; Sy zijn in het gemeen middelmatigh en wel geproportioneert van lijf en leden, licht bruyn of bleeck van verwe, en zwart van hayr.
In de dracht ofte kledingh, zijn soo wel de Mannen als Vrouwen meestendeel seer prachtigh en kostelijck, nu ter tijdt na verscheyde moden van andere Natien gefatsoeneert.
Sy zijn in 't generael magnifijck in haer ommegangh, scherpsinnigh in haer reden, en daer by seer toornigh en onversoenelijck van gemoet.
Men vindt 'er onder haer veel treffelijcke en rijcke Koopmannen, voornamentlijck in de Zee-Steden Venetien en Genua, die zware handelingh in verscheyde gewesten drijven, en alsoo groote rijckdommen en schatten besitten. Sy munten oock uyt verre boven andere volckeren in den bouw-kunst, soo dat haer treffelijcke, kostelijcke en heerlijcke gebouwen en Palleysen de aenschouwers niet sonder reden in verwonderinge optrecken.
De Italianen zijn van natuur seer genegen tot musijck, waer in sy dickwils haer meester-stuck laten hooren, en alsoo in de toehoorders, door haer lieflijcke soo wel instrumentale als vocale melodyen, een verruckingh der sinnen verwecken.
Hoe wel sy groote vyanden van de dronckenschap zijn, en de Duytsche Natie met dien schandelijcke naem van dronckaerts gemeenlijck bekladden, soo zijnse even wel uytermaten tot hoerdery en onkuysheyt genegen, achtende dese sonde veel weyniger en minder strafbaer of schandelijcker als de voorgaende. Om haer geyle lusten te voldoen, vindt men nergens soo veel cortisanen of hoeren even als in Italien: ja selfs tot Romen, dat een bysondere plaetse van heyligheyt behoorde te zijn, siet men openbare hoer-huysen door de Pausen gesticht, en met gemeene Vrouwen vervult, waer van de Pauselijcke-stoel geen kleyne profijten en inkomsten treckt. Tot meerder overtuygingh der Roomsche Italianen dient de ondervindingh van St. Catharina van Siena, de welcke met een bysondere devotie, om de gewaende heylige plaetsen, en godsdienstige reliquien tot Romen te besichtigen geraeckt zijnde, soo en heeftse in de tijdt van vijf dagen niet anders als verfoeyelijcke grouwelen, ongeregeltheden, en een godtloos leven, soo wel in de voornaemste als van 't gemeene volck bespeurt, en tot Siena wedergekeert, verklaerde dat de windt noyt uyt het oosten west-waerts naer Siena woey, of haer dachte dat de stanck van Romen in haer neuse stonck.
Onder de Italianen munten uyt die van Venetien in ongelooffelijcke schatten en rijckdommen, heerlijcke gebouwen, wereltsche playsieren, wonderbaerlijck arsenael of rust-huys van Schepen, galeyen, en wapenen, en in gemanierde en bondige soo wel borgerlicke als politijcke regeringe.
Het Opper-gesagh der Venetiaense Republijcke, wordt gevoert en gehanthaeft by haren Hertogh en grooten Raet. Dese Hertogh, wiens regeeringe met sijn leven eyndight, wordt van de Raets-heeren door het ballotteren, om alle kuyperyen voor te komen, verkooren; Op de selve manier worden alle raets-besluyten bevestight. Dese Hertogh heeft een gewoonte sich alle jaren op Hemelvaerts-dagh aen de Adria-