Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] XIII. Dien avond Dien avond dat twee bleeke handen betoetsten het klavier, zoodat ik, starend naar de groene wanden der duistere kamer, vergat te denken aan de melodie van 't rytmenzware lied slechts luisterend naar de zangen die ik voor me zelf alleen geniet, ware 't mij zoet geweest te zeggen - helaas, wist ik aan wie! - hoezeer, ofschoon 't mijn droefheid zal weerleggen, ik werkelijk liefde ontbeer. Vorige Volgende