Terug van vissen
De vader van deze kinderen heeft de vissen gevangen in het moeras. Ze zitten vast aan een stuk bostouw (liaan).
Ursula hangt de natte jurk aan de lijn.
Ze hoort van haar zusje Mellie, dat Stanley er aan
komt.
Ursula en Mellie lopen naar de waterkant. Stanley en Merwin komen aangevaren.
Samen hebben ze vijf vissen gevangen. Ze stappen de boot uit. Ze nemen de vissen, hengels, blik met wormen, pari (roeispaan) en houwers (lange messen) mee naar de kant.
Trots lopen de jongens ermee naar huis. Stanley geeft drie vissen aan moeder.