Geschiedkundige kronijk en beschrijving van de stad Sneek
(1826)–Eelco Napjus– Auteursrechtvrij
[pagina 138]
| |
Aan ieder eind heeft men eene ingang naar de vertrekken; achter dit heeft men nog een gebouw, in eene langwerpige gedaante, hetwelk zich tot aan de haven bij het bolwerk uitstrekt, en insgelijks van twee groote localen, zolders en lootzen voorzien en in lateren tijd gebouwd zijn. Dezen dienen gezamelijk tot eene verblijfplaats voor militairen, wanneer er garnisoen in de stad is, anders worden dezelven tot onderscheidene einden gebruikt. |
|