Het Gasthuis.
Dit gebouw staat in het groot Zuidend of aan de Koemarkt, en was voorheen toegewijd aan den H. Anthonius, vanwaar het nog den naam voert. Uit oude teekeningen van de stad optemaken, schijnt hierbij een kerkje of kapel geweest te zijn, omdat het zich daarin vertoont met een torentje of spits voorzien te zijn. Voorheen werd dit huis tot een Gasthuis gebruikt, alwaar menschen van gevorderden, leeftijd de vrije kost en inwoning in eene der kamers konden koopen. Ook heeft men daar weleer krankzinnigen gehuisvest. Thans worden de kamers in hetzelve gedeeltelijk verhuurd, en dient het tevens voor een Armenhuis, alwaar behoeftige menschen, die oud en gebrekkig, als ook kinderen die door hunne ouders verlaten zijn, worden opgenomen en verzorgd, onder opzigt van de Regenten en Boekhouder van het stads Weeshuis, en eene Binnenmoeder.