Bij gelegenheid van eene verbouwing, werd in dit huis eene kas van een zonderling maaksel, waaraan 7 pilaars waren, benevens eenige oude schilderijen, uit den grond opgedolven. De kas is niet meer voorhanden, maar de schilderijen zijn nog in wezen, en hangen in de groote zaal; dezelfde, alwaar tegenwoordig het Vredegeregt van het kanton Sneek hare zittingen houdt. De tijd wanneer deze verbouwing heeft plaats gehad, wordt niet opgegeven. Achter het gebouw is eene ruime plaats en tuin, en hetzelve is in den besten toestand, en wordt wel onderhouden. Aan hetzelve behoort ook de hiervoren beschrevene Kleine-kerk en vele gebouwde en ongebouwde eigendommen, benevens andere bezittingen, zoodat het onder de meest welvarendste gestichten van dien aard, mag gerekend worden te behooren. Dit weldadig gesticht wordt bestuurt door een Kommissaris uit het Plaatselijk Bestuur, één Boekhouder en twee Voogden; en het dagelijks toezigt op de kinderen is aan een' Binnenvader en eene Binnenmoeder toevertrouwd.
De kinderen, welke allen van den Hervormden Godsdienst moeten zijn, genieten behalven het tijdelijke onderhoud, ook onderrigt in de onontbeerlijkste wetenschappen. Zij blijven in dit huis tot hunne meerderjarigheid, en ontvangen, wanneer zij hetzelve alsdan verlaten, nog eene laatste gift of zoogenoemde uitzetting.