Maart-April(1936)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Voor u. XXI. Door wisselend lot van grillig leven Vriendschap wees gij ons sterk behoud Mij die dit boeksken heb gegeven En hij die 't in zijn handen houdt. Gij vraagt geen groote wonderheden, In U verliest zich nooit de geest; 't Hart dat ontbeerd heeft en gestreden, Dat viert U boven alle feest. O vriendschap, saam te mogen wandlen, Hoelang, naar waar, waarom, hoever? Niet vragen meer, glimlachen naar elkanderen, En plots tezamen zien de ster, Die stil blijft staan en groeit en goud wordt, Voor die geloofden dag en nacht. O Vriendschap! saam naar huis toe dragen Goudgele krizanteem die door den Winter lacht. Vorige Volgende