Multatuli en zijn zoon. Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven
(1937)–Jan van der Hoeven, Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 46]
| |
XXVGa naar voetnoot1)Nieder-ingelheim 1 April 1882 Lieve beste Mevrouw, Voor een paar dagen schreef D. U per briefkaart dat wy uw brief zoo laat ontvangen hadden. Het couvert waarin wy hem kregen gaat hierby. Hoe men uit uw adres Saulheim kan gelezen hebben is ons onbegrypelyk. Ook is 't een raadsel wie hem dan eindelyk, na den brief geopend te hebben naar N. Ingelheim gezonden heeft. Zooeven heeft D. zich vreeselyk in zyn duim gesneden, zoodat hy niet kunnende schryven my de hoofdzaak van wat wy U zeggen wilden, dicteert. Wy waren zeer geroerd over uw brief, die wel goed geschreven is doch niets dan waarheid bevat. Al wat ge zegt is juist en de schildering uwer smart komt geheel en al overeen met de beschouwingen die uw toestand in intelligente en meegevoelende menschen moet opwekken. Ter beantwoording echter is iets anders noodig dan weerklank alleen. De vraag is of wy U helpen kunnen? Reeds in een vorig schryven bespraken wy de vraag of een uitnoodiging om hier te komen U van dienst zou kunnen zyn? Zoo ja, dan is ons huis en wat we hebben tot Uw dienst. Over de bezwaren (niet van onzen kant maar in verband met uwe positie en belangen) straks nader. Een andere vraag is of 't misschien voor uw toekomst beter wezen zou een soort van heldenstuk uit te voeren? Toen ik den slag pas vernam was myn eerste denkbeeld dat gy de zaak moest abandonneeren, vooral omdat ze niet in bloeienden toestand was. Maar eilieve, zou er mogelykheid zyn, met uwe gaven en bekwaamheden, haar gaande te houden niet alleen, maar weder op de been te brengen en zelfs te doen doen bloeien? Er zyn omstandigheden in het leven waarin aan sommige personen een groote moeilykheid die byna aan 't onmogelyke grenst lichter valt dan iets gewoons. Tegenover die moeilykheid staan twee lichtpunten, die alweder juist uit het zware van de taak voortvloeien. 1o Uw smart is byna grenzenloos (ik zeg byna, omdat wanneer ik dat woord weg laat alle redeneering ophoudt.) Ge moet òf bezwyken, òf U staande houden. Welnu, tot het laatste is een reusachtige inspanning van bekwaamheid, geest en werkkracht het eenige hulpmiddel. | |
[pagina 47]
| |
2o. Uw toestand zou door 't flink aanpakken der zaak een algemeene sympathie opwekken die inderdaad het slagen bevorderen zou. Het spreekt vanzelf dat deze opmerkingen niet gegrond zyn op volledige kennis der zaken. Ik kan niet beoordeelen of de boek- en kunsthandel die misschien, als onze beste v.d. H. in leven was gebleven eerst zou begonnen hebben te bloeien, voor voortzetting vatbaar is, maar blyf er by dat gyzelf tot welslagen den meesten kans hebben zoudt. Er zou een roep opgaan van uw geestkracht en plichtbesef, de schoonste reclame die men zich denken kan. Het spreekt vanzelf dat ik van myn kant niet nalaten zou daarop te wyzen.
Tot zoover dicteerde dek my. Ik wil er nu ook voor myn eigen rekening een woordje by doen. Lieve arme! We denken zooveel aan U en aan wat ge in al de gegeven treurige omstandigheden zult moeten doen. Als ge na alles overwogen te hebben besloot de zaak optegeven, en eerst uw bevalling aftewachten voor ge een besluit voor de toekomst naamt, als daarby een verandering van plaats en omgeving U goed voorkwam - enfin lieve Marie ik wil maar zeggen dat als ge die moeilyke maanden by ons woudt komen doorbrengen ge met liefde zoudt ontvangen worden. Ja het is waar we wonen afgezonderd, een half uur van 't dorp, waarin nog niet eens een apotheek. dek schreef u dat alles. Maar my komt dat bezwaar niet overwegend voor. In N. Ing. worden daarom toch voortdurend nieuwe burgertjes geboren - de apotheek is in Ober Ingelh. een uur gaans van hier. Wat my aangaat zou me dat geen groot bezwaar zyn. -Ga naar voetnoot1) Ja, hoe wreed is het lot voor U, arme vrouw. Het doet pyn u niets troostryks te kunnen zeggen of aandoen. Ik groet U heel heel hartelyk. Mimi DD |
|