XX.
Wiesbaden, 5 Juli 1872.
Waarde heer Funke, Ziehier 't Voorberichtje voor den nieuwen druk [van de Ideen]. Ik talmde er mee, gelyk met byna alles dezer dagen, omdat ik sukkel met... impotentie. Hoe nietig dat dingetje, toch kostte het my weer veel inspanning. By alle andere dingen komt nu ook kiespyn. Soit!
[In Juli was de heer Funke eenige dagen in Wiesbaden, en onze gast. Een der zaken die hy in zyn flinkheid mondeling wilde behandelen was het doen en laten der Multatuli-Commissie. (zie blz. 67) Dekker had in zyn brieven die zaak herhaaldelyk aangeroerd nu zeide hem Funke, hoe een der leden der Commissie hemzelf verzekerd had dat Dek de gelden der Commissie wèl had ontvangen, namelyk door bemiddeling van den heer A. Dit trof multatuli natuurlyk zeer. Er werd terstond aan A. geschreven, ook aan de commissie-leden, en er werd een advertentie opgesteld met dringende uitnoodiging aan de heeren om die te plaatsen. Uit de nu volgende brieven blykt dit alles.]