by. Ik had maar eventjes f 600 schuld aan van Helden. Ik schrikte als ik daaraan dacht, en de onmogelykheid om dat in eens aan te zuiveren maakte my vaak moedeloos. Bovendien was meestal de nood zoo dringend dat de tyd niet toeliet om iets aftemaken.
Op eens besloot ik den schrik voor die schuld aan van Helden te overwinnen en aan 't werk te gaan. Ik vroeg hem my, boven 't genotene, f 10 per vel te zenden, en dan zoo de zaak af te doen. Maar en attendant begon ik al. Ik schreef een stuk, 't is al byna af, van zes vel: ‘Een en ander naar aanleiding van Bosscha 's Pruisen en Nederland’. Op 't oogenblik kryg ik van Helden's brief dat hy zorgen zal dat ik voor den 15den de noodige f 60 heb, en dat ik kan voortgaan. Nu, dat is hoofdzaak. Ik ben aan 't werk! Eindelyk. Nu heb ik er plezier in, en ik zal werken comme un nègre, zooals Tissot van Menado zei. Ik beloof je te verlossen voor augustus, en als ik myn doel bereik zal je de tentoonstelling van Parys zien. Ik hoop eenige maanden achtereen 15 à 20 vel 's maands te leveren, dus zoolang geen armoed te lyden, de schuld van van Helden royaal aftedoen en genoeg over te houden om je van Milaan te halen en ons interigten. Ik zal je natuurlyk myn brochure