Brieven. Deel 7. Multatuli-Busken Huet 1866
(1893)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 181]
| |
kamertje dat zy by hem betrokken hebben. Natuurlyk vraagt my myne vrouw om raad en hulp. Ik heb niets, en kan zelfs niet by haar komen, daar ik niet van hier kan vertrekken. Ten einde raad, schryf ik haar een paar circulaires over myn portret aan u te adresseren. Doe er meê wat gy kunt. Wat my dit verzoek kost, ga ik voorby. Als ik 't niet doe, staan weldra myn vrouw en kind op straat. Dus weg met delicatesse. Laat het gezegd zyn dat ik aalmoesen vraag in Antwerpen, omdat Holland my liet verhongeren. Wilt ge dat in de courant zetten ... ik zal 't noch kwalyk nemen, noch tegenspreken. Maar ... als gy pogingen doet, en daarin geheel of gedeeltelyk slaagt, zend dan háár 't geld, en niet, zooals de circulaires luiden, aan de firma Meyer. En s.v.p. in een wisseltje. Want een gerecommandeerde brief zou 't doel doen missen. Het doel: dat myn vrouw ergens een kamertje kunne huren en zich voor haar en haar kind wat kleeren koope. Zy is natuurlyk van Brussel gegaan zonder iets. Deze brief kost my veel - maar 't moet, het moet! Zie er uit dat ik waarde hechtte aan uwe betuigingen van sympathie. | |
[pagina 182]
| |
Och... in Holland geniet ik ook zooveel sympathie... Niet genoeg evenwel om my en de mynen te bewaren voor hongersnood, en wat erger is voor de schande arm te zyn in een land waar 't geld god is. Hartelyk gegroet Douwes Dekker. [Hierop volgen dan in de reeks brieven aan den Heer de Geyter een zestal van Tine, waarin zy dank zegt voor herhaaldelyk ontvangen hulp, eerst in Amsterdam, daarna in Italie, en waarin ze verder haar toestand beschryft. | |
[pagina 183]
| |
evenzeer, het eenige ware en genotryke leven vindt, niet verblyden zou, er een enkele maal een zoodanige aan te treffen. Die kanker, van ons maatschappelyk leven - logen - kan slechts door een onverdroten streven naar waarheid, licht- en liefdevolle-waarheid, op den duur verwonnen worden. Daartoe echter zyn ongelukkig de meeste onzer natuurgenooten te kortzichtig en flaauw, en doet het dan dubbel goed, eens een krachtig medestrever te ontmoeten.’] |
|