Brieven. Deel 7. Multatuli-Busken Huet 1866
(1893)– Multatuli– Auteursrecht onbekend[Tine was meen ik in 't begin van April in Amsterdam gekomen. Haar toestand daar was zeer moeilyk. Ziehier eenige brieven die zy in dien tyd aan dr. J. van Vloten schreef. | |
[pagina 68]
| |
wenschte u mede te deelen dat ik besloten ben om al 't mogelyke te doen, de gelegenheid te zoeken naar Indien te gaan met myne 2 kinderen. Tot nog toe heb ik zeer weinig hulp ondervonden, maar 't idee dat ik met de kinderen naar Java zou gaan heeft byval gevonden. De heer Smith Kruisinga (Heerengracht over de Warmoesgr.) zeide my dat indien het myn heilig plan was om naar Java te gaan, hy niet twyfelde of men zou bydragen om my daartoe in de gelegenheid te stellen. Ik heb al eene advertentie in 't Handelsblad gezet om met eene familie mede te gaan, maar daar is nog niets op gekomen. Nu liggen er schepen klaar direct naar Soerabaya, ik zoude zoo gaarne met een dier gelegenheden meegaan. Ik ben zeker dat ik in Indie ren zal, ik heb 't voordeel dat ik er goed bekend ben, de taal is me eigen en ik kan best met die menschen omgaan. Ik heb moed voor alles. Deze laatste dagen heb ik veel vernederingen me laten welgevallen alléén om tot myn doel te geraken, ik ben vast besloten alles te doen wat ons uit die fatale positie kan redden. Ik weet zeer goed de opgaaf moeielyk is, maar dat ontmoedigt me niet, ik wil toonen dat eene vrouw door multatuli opgevoed, moed en wilskracht heeft. Nu is myn dringend verzoek als u menschen kent die genoeg sympathie voor my hebben om door eene kleine bydrage my te ondersteunen in 't ten uitvoerbrengen van myn plan, hen te verzoeken of 't my te zenden of aan den heer d'Ablaing, kalverstraat 246 die er zich | |
[pagina 69]
| |
mede wil belasten. Ik zoude dan voort werk maken van eene kleine uitrusting, want ik heb compleet niets, en zien passage te krygen. Vergeef my, waarde heer van Vloten dat ik zoo tot u kom, maar ik moet wel alles aanwenden om myn plan te volvoeren, ik zal u zoo innig dankbaar zyn als u die moeite voor my zoudt willen doen. Mag ik u verzoeken myne eerbiedige groeten aan Mevrouw van Vloten aan te bieden. Met de meeste achting noem ik my UEd. dienstw. dienaresse E.H. Douwes Dekker, baronesse van Wynbergen. |
|