Brieven. Deel 5. Minnebrieven-tyd 1861

XXVIII.

Zaturdag.

Lieve hart, ik heb je brief by de fontein geschreven. Heel lief hoor!

't Komt er niets op aan of die vellen vuil worden, volstrekt niet. De zaak is maar of je ze compleet hebt, of er niets tusschen uit is. In vel 7 komt iets dat je mooi zult vinden. Iets wat op niets lykt, denk maar om 't derde sprookje. Maar lieve, als dat afbreekt op de laatste pagina van dat vel, dan wacht ik tot het volgende klaar is, ik wil 't je niet gebroken geven, 't Is een sprookje dat veel opgang zal maken, denk ik. Gunst zei meer nog dan 't Gebed v.d.O., Avaarvan duizenden verkocht worden, 't Is ongehoord. Ook is 't ongehoord hoe er besteld wordt op de M.B. 't Is mogelyk, dat de heele 1500 Ex. op zyn voor het af is. Hoe vind je dat?

't Drukken gaat me te langzaam naar myn zin. Als 't af is vraag ik geld. Ik hoef nog maar een paar vel te schryven, maar ik heb allerlei tegenspoed.

Die uitgever zou my zeker vertrouwen voor f 2000, maar hy heeft zelf niet. Dat treft ongelukkig.

[p. 97]

Uw brieven doen my altyd goed. Denk niet dat ik er geen belang in stel omdat ik zoo weinig schryf. Je weet niet hoe innig ik hecht aan je brieven. Als 't lang duurt voor je schryft ben ik verdrietig. Ze maken me altyd een heerlyk effect (niet als je knort, weet je!) Och, dat is niets, ik weet heel goed hoe je 't meent, maar ik kan 't toch niet velen. En jy vindt het eigenlyk heel pleizierig dat ik je knorren niet verdragen kan. Zoo is het!

Och, die beste kinderen. Als ik thuis kom gaan we ook naar de fontein. Die wyze Edu ! Ik verlang dol naar Nonnie. Kus ze beiden voor my.

O, ik zal gehavend worden over die minnebrieven! Weet je wat jammer is? Zy gaan my naschryven, dat is vervelend, precies als Dirks op Menado die my napraatte. Men erkent dat ik een omkeering maak in litteratuur.

Ja, omkeeren is myn métier!

dingsdag.

Hoogst waarschynlyk van deze week geld ! Op die tyding heeft deze brief gewacht. Zeg nu eens dat ik geen knappe jongen ben.

Ik zal krygen denk ikf 800 off 1000, of misschien nog wat meer. Maar ik heb veel te betalen in 't P.K.

Hoe het zy wy kunnen schoon schip maken, en de kinderen een pleiziertje doen.

[p. 98]

Dag engel!

Schryf aan Eugenie dat er kans is dat wy haar by ons roepen binnenkort, maar helaas dan moet je Brussel uit. Ja, dat 's een bezwaar.

Neen schryf haar alleen om moed te houden, en dat we haar niet vergeten.

[By al de nu nog volgende brieven aan Tine ontbreekt de datum. Ook is er geen enkele meer van een poststempel voorzien, ik heb ze naar myn beste weten geschikt, maar niet altyd kon men de volgorde met zekerheid uit den inhoud opmaken.
Ook blykt dat de reeks niet compleet is. Alleen deze brieven zyn tot my gekomen.
Hier volgt nu allereerst een los stukje dat aan geen der voorhandene brieven aansluit.]