Ideën VI
(1878)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 238]
| |
Omstandig relaas van de ontmoetingen des auteurs op Balmoral, het buitenverblyf van Koningin Victoria, waar deze Vorstin gewoon is buitenlandsche beroemdhedens te onthalen. Femke, nogeens Femke, en - na 'n roerende complainte over den dood van twee genien - weer Femke! Alles opgeluisterd met teleologische opmerkingen over puistjes, vaderlandsliefde, karakter, en verdere menschelyke zwakheden.1175.Het is my inderdaad onmogelyk, den lezer meetedeelen welken weg Holsma's koetsier moest inslaan, om van de Aschpoort den Kolveniers-burgwal te bereiken, en wel zóó dat-i de nog altyd verschrikte Kaatje kon afzetten by de Pietersens. Ook zonder me nu te beroepen op m'n volslagen gebrek aan lokaal-memorie - er is geen stad, vlek of dorp in de wereld, waar ik den weg weet - ga ik gebukt onder 'n onkunde die me byna geschikt maakt voor opgehemelde buitenlandsche beroemdheid.
De overlevering beweert dat de Pietersburg door Hengist enHorstan geslecht is. Anderen zeggen dat Aeneas aan 't hoofd der trojaansche schuttery... neen, ik weet het niet. Ook in deze zaak alweer, is de waarheidlievende lezer genoodzaakt te wachten op exotisch licht. Uit hollandsche kranten vernam ik dezer dagen dat de onnavolgbare Victor Hugo wel eens van plan zou kunnen zyn, de wereld te begunstigen met 'n nieuw werk. Dáárin misschien zal men de noodige opheldering | |
[pagina 239]
| |
vinden. En zoo neen, dan verwys ik naar de ryke bronnen van nederlandsche wysheid die uit de monden sypelen van Mac-Auley, Prescott, Stuart Mill, Lothrop Motley, en dergelyke beroemdhedens, allemaal warranted zooals Wouter's verfdoosje. Ga naar voetnoot* Ze zyn gedurende 't leessaizoen te bevragen in 't eerste hoofdstuk van m'n ‘Specialiteiten’ - 'n hollandsch boekje maar - en, als 't mooi weer is, op 't Huis-ten-Bosch, het buitenplaatsje maar van 'n kunstminnende hollandsche koningin. Wat myn ontmoetingen by Victoria op Balmoral aangaat... daarvan later, als ik er zal geweest zyn.
Holsma's koetsier gaf blyk van 'n begaafdheid die we haast voor exotisch mogen houden, en dit deed zelfs z'n paard. Het stomme dier - even als ik toch maar in Holland geboren - bleef met buitenlandsche scherpzinnigheid staan op 't juiste oogenblik om de keukenmeid gelegenheid te geven tot uitstappen by de Pietersens. Niet zonder angst schoof ze Wouters knieën voorby, en achtte zich gelukkig dat-i haar niet 'n beet meegaf tot afscheid.
Wouter scheen te meenen dat nu 't oogenblik was aangebroken om wat inlichtingen te geven en te ontvangen. Maar Holsma scheepte hem af. Hy toonde wel vriendelykheid, maar geen lust in vertrouwelyke mededeeling. Toen de jongen 'n verward verhaal begon van z'n ontmoetingen, viel hy hem in de rede:
- En... ik heb gehoord, je zult in den handel gaan? - Ja, m'nheer... overmorgen! - Nu, dat is zoo kwaad niet, als je maar in goede handen valt. Ze moeten je veel laten werken! Dat 's heel nuttig voor 'n jongen als jy...
En, als bevreesd dat Wouter zich zou beginnen aantezien voor wat byzonders:
...nuttig voor iedereen, voor àlle jongeluî! Op jou jaren zyn ze allen hetzelfde, en hebben gelyke behoefte aan arbeid en inspanning. Alle jongens moeten veel werken, en meisjes ook, en... alle menschen!
Wouter kende zichzelf niet, en kwam dus niet op de gedachte dat de dokter bezig-was hem 'n geneesmiddel integeven. Maar wel bespeurde hy, dat de tyd van opheldering nog niet was aangebroken. Zonder nu juist te meenen dat Holsma | |
[pagina 240]
| |
hem die geven kon, was 't hem reeds 'n ontlasting geweest iets te mogen verhalen van z'n wedervaren, al wist-i dan nog niet recht hoe hy den lapsischen aanval op z'n deugd zou overspringen, wat toch z'n ridderlyk plan was.
Nogeens begon hy. Maar alweer brak de dokter z'n relaas af, door by de gebakken aardappels reeds, hem toetevoegen:
- Och, zulke dingetjes overkomen iedereen. Er is niets vreemds in. Hoofdzaak voor 'n jong mensch - en voor oude menschen ook! - is dat ze veel arbeiden. Het schynt nogal te waaien vandaag...
Hiermee moest Wouter genoegen nemen. Dat er wind aan de lucht was, is de zuivere waarheid. Helaas... had het gister maar willen waaien! Dan immers was er behoorlyk gehardzeild op den Amstel. Dan zou niet het volk dat zich verveelde, uit jolige baldadigheid naar de Botermarkt gestroomd zyn, en daar...
Toch niet! Die ééne zevenklapper van prinses Erika kon niet gemist worden. Lezer, bedenk eens...
Neen, neen, 't was zeer wys van de Voorzienigheid, dat er gister geen zuchtjen aan de lucht was. Één graad atmosfeerdrukking minder, en 't venster van juffrouw Laps ware gesloten geweest! De noodlottige gevolgen...
Alweer niet waar! De heele zaak was - dùs of zóó afloopend - van weinig beteekenis.
Maar men ziet uit dit alles, dat de dogmatiek der doeleinden, de beoefening van de beteekenisleer der opdatten, 'n allermoeielykst vak is.
Wanneer de rivieren niet werden warm gehouden door 'n dekkleed van ys, zegt zeker ‘Natuurkundig Schoolboek’ zouden ze... bevriezen. Ziedaar, voorzienigheids-preekers, in weinig woorden de karakteristiek der teleologie! |
|