by de hand, die hen zoo
flink uit den nood helpt als hier geschiedde.
- Hoe kan je toch altyd zoo dwarsdryven, Wouter! riep juffrouw
Pieterse. Daar heeft nu Stoffel je de zaak zoo duidelyk uitgelegd, en je houdt
je weer net of je 'r niks van begrypt. Wie ter-wereld heeft je toch gezegd dat
je langs de deuren loopen zou met 'n pak op je rug, als 'n oliekoop of
'n mersan de la perreplu? Heb ik je daartoe opgebracht, en je de eerste
van je school laten worden? Je bent 'n ondankbaar kind. Wat helpt het nu of
je-n-al zooveel weet, en mooie trekletters zetten kan, als je telkens je moeder
zoo veraffrenteert!
Lezers die op rechtvaardigheid gesteld zyn, zullen 't vreemd
vinden - en onbillyk misschien - dat Wouter hier begraven werd onder 'n
stortvloed van verwytingen. Onbillyk? Zeker! Maar... vreemd? O, neen. Ik beweer
exakt te zyn in de teekening van zekere manier waarop nu-en-dan gepolemizeerd
wordt, en waarin juffrouw Pieterse 'n ware virtuoze was. Aan de stiptheid die
ik my tot regel stel, heeft dan ook 't woord parapluie in haar mond het
vrouwelyk geslacht te wyten. Ze volgde hierin zeker straatlied van die dagen,
waarvan de door haar gebezigde uitdrukking 't onvervalscht refrein was.
Maar... als nu Wouter eens ‘in alle bescheidenheid’ de
opmerking gemaakt had, dit-i geen aanleiding had gegeven tot deze preek? Wel,
dan had men hem bedolven onder 'n tweede predikatie over de verregaande
brutaligheid van 't gelykhebben, wat dan ook in zekere omstandigheden inderdaad
'n fout is.
Niet zoozeer omdat-i dit inzag - daartoe is dieper wysheid noodig
dan hem gegeven was! - als wel uit ongewoonte om z'n meening te zeggen, die
toch nooit werd aangenomen, besloot hy zwygend by de eerste gelegenheid de
vereischte inlichtingen te vragen aan z'n Egeria, aan... Femke.
Dat hy, in-weerwil van z'n onkunde niet ontevreden was met het
vooruitzicht ‘in den handel’ te gaan, is niet onnatuurlyk. In de
eerste plaats zou 't vervelende school-gaan 'n eind nemen. Dit was 'n
zékere winst. De minder stellige voordeelen eener verandering van
standpunt, mat-i af naar z'n hoop, en naar den wensch om iets te zyn,
wàt dan ook! 't Zou dan toch al heel slecht geschapen staan met
‘handel’ wanneer daarin niet iets beters te bereiken was dan 'n
geminacht schooljongensschap, dat hem meer begon te drukken